Op dinsdag 31 oktober vond de Brede Welvaart Conferentie plaats in Rotterdam. Wat is brede welvaart precies en hoe krijg je dat voor elkaar? Sander Schimmelpenninck was bij de conferentie dagvoorzitter en maakte in 2022 de serie “Sander en de Kloof” over kansenongelijkheid. Hoogleraar Martin de Jong is als directeur van het Erasmus Initiative 'Dynamics of Inclusive Prosperity' veel met brede welvaart bezig. In dit interview delen beiden hun visie.
Wat is brede welvaart voor jullie?
Sander: “Brede welvaart gaat voor mij over welvaart beter verdelen, maar ook anders definiëren wat welvaart is. Tegelijkertijd is het ook best een breed en vaag begrip. Daarom is het goed om tijdens de Brede Welvaart Conferentie daar concrete invulling aan te geven en samen op te reflecteren. Ik denk in ieder geval dat we welvaart te lang door een economische bril hebben bekeken.”
Martin: “Precies. Voor mij gaat brede welvaart om een kijk op welvaart die veel verder gaat dan materiele voorspoed. Denk aan welzijn en de kwaliteit van de leefomgeving, maar het gaat ook over de kwaliteit van het onderwijs en de zorg bijvoorbeeld. Om grip op brede welvaart te krijgen heb je ook andere indicatoren nodig. De wetenschap kan helpen om dat soort indicatoren te ontwikkelen.”
Je bent wetenschappelijk directeur bij het Erasmus Initiative 'Dynamics of Inclusive Prosperity’. Waar houden jullie je mee bezig?
Martin: “Dat is heel breed. We werken aan een sociale en politieke agenda. Onze rol kan ook heel praktisch zijn, zo geven we ook advies aan overheden. In mijn geboortestad Vlaardingen denken we mee over de aanpak van de Westwijk, een buurt die als probleemwijk wordt gezien. We adviseren de gemeente Helmond over digitale toegankelijkheid, en in Almere kijken we hoe we de afvalverzamelpunten meer toegankelijk kunnen maken. Brede welvaart gaat dus ook over inclusiviteit; zorgen dat je niemand buitensluit. “
Nederland is een welvarend land, waarom is het problematisch dat niet iedereen meedeelt in die welvaart?
Sander: “Ik denk dat veel mensen daardoor gefrustreerd raken. Ze krijgen hierdoor het gevoel dat het niet uitmaakt hoe hard ze hun best doen. Kansenongelijkheid zorgt daarmee ook voor veel onbenut potentieel. Tijdens de opnames van de Kloof heb ik dit met eigen ogen gezien. Mensen die keihard hun best doen, wonen in huis vol schimmel en wegrottende kozijnen. Dat verdient niemand, maar uiteindelijk is het een probleem van de hele samenleving.”
Martin: “Als een aanzienlijk deel van de bevolking niet meeprofiteert, dan zie je ook dat criminaliteit een grotere aantrekkingskracht krijgt en onveiligheid toeneemt. Dat merkt ook de elite. In de Verenigde Staten zie je aan de ene kant steeds meer mensen die noodgedwongen in tenten wonen, en aan de andere kant de rijken hun toevlucht zoeken tot gated communities. In Nederland is dat niet zo extreem, maar mensen voelen zich wel onveiliger. In parken van grote steden bijvoorbeeld, omdat er gedeald wordt en steeds meer junks rondhangen.”
In ‘Sander en de Brug’ is een van de speerpunten het hervormen van het onderwijs. Is er iets mis met ons schoolstelsel?
Martin: “Ons onderwijs legt te veel nadruk op theoretisch onderwijs en praktische beroepen hebben weinig status. Weet je hoe moeilijk het is om nu een installateur of loodgieter te vinden? Het heeft een stigma om met je handen te werken en daar moeten we vanaf. Ik denk dat we daarom veel meer in het basis- en middelbaaronderwijs moeten investeren. Zonder goede basis is het lastiger om goed terecht te komen.”
Sander: “Ik woon in Zweden en daar zie je dat veel meer jongeren kiezen voor een praktisch beroep en dat dit ook veel beter gewaardeerd wordt, ook financieel. Scholieren zitten daar met alle niveaus tot hun vijftiende in één klas. Ze kiezen daardoor vaker dingen die ze leuk vinden. Ik pleit daarom voor een middenschool, dus dat je de brugklas verlengt met twee jaar. Zo voorkom je ook een VWO-bubbel en polarisatie tussen verschillende opleidingsniveaus.”
Wat is er nog meer nodig voor brede welvaart?
Martin: “De basis voor de ongelijkheid ligt in ons kapitalistisch stelsel. MKB’er en werknemers betalen keurig belasting, terwijl multinationals miljarden wegsluizen naar de Kaaimaneilanden. Al belast je die bedrijven maar een paar procent meer, dan kun je hele goede dingen doen. Denk aan huisvesting betaalbaarder maken bijvoorbeeld.”
Sander: “Eens, ik denk dat werk meer moet lonen en dat je vermogen meer moet belasten. De rijken en ook de multinationals zijn goed in minder belasting betalen. Ook zie je dat landen nu met elkaar concurreren als het gaat om gunstige belastingtarieven voor bedrijven. Die ‘race to the bottom’ moet stoppen.”
Zijn jullie optimistisch over de toekomst?
Sander: “Nou, nee. De teneur blijft gewoon rechts. Ik denk dat het veel mensen te goed gaat en dat zij zich niet bewust zijn van wat er speelt. Deze groep weet niet hoe het is om de eindjes aan elkaar te moeten knopen. Het moet blijkbaar eerst nog meer pijn doen.”
Martin: “Het geruststellende is dat in Nederland wel het onbehagen groeit over het feit dat er steeds meer mensen onder de armoedegrens leven. Dat vindt niemand fijn. Zelfs een partij als de VVD wil een hoger minimumloon en investeren in praktische opleidingen. Ik denk uiteindelijk dat solidariteit een voorwaarde is om de samenleving leefbaar te houden.”
Over Sander en Martin:
- Sander Schimmelpennick is ondernemer en journalist. Hij studeerde aan de Erasmus Universiteit en was jarenlang hoofdredacteur van de Quote-500. Daar groeide zijn overtuiging dat er in Nederland weinig sprake is van kansengelijkheid. Hij maakte de serie “Sander en de Kloof” en droeg oplossingen aan in zijn boek “Sander en de Brug”.
- Hoogleraar Martin de Jong (Erasmus School of Law en Rotterdam School of Management) heeft een bestuurskundige achtergrond en is wetenschappelijk directeur bij het Erasmus Initiative 'Dynamics of Inclusive Prosperity'. Dit Erasmus Initiative richt zich op het opdoen van kennis over groepen in de maatschappij die slecht gehoord worden. Zo willen ze een bijdrage leveren aan het publieke debat.