Ben jij impulsief? Dan ervaar je waarschijnlijk meer stress. En wist je dat de oorsprong daarvan mogelijk ligt in jouw voortplantingsstrategie? Prof. dr. Dimitri van der Linden, bijzonder hoogleraar Cognitie en Motivatie in Stress en Bevlogenheid aan Erasmus School of Social and Behavioural Sciences, geeft tekst en uitleg.
Onlangs hield je je oratie, waarin je pleitte voor een multidisciplinaire aanpak om stress op de werkvloer te verminderen. Waarom vind je dat zo belangrijk?
‘Mijn oratie ging inderdaad over stress, vermoeidheid en de tegenhanger daarvan, bevlogenheid. Naar alledrie is al heel veel onderzoek gedaan, maar maar ik denk dat we nog veel meer te weten kunnen komen over deze onderwerpen als we inzichten uit de arbeids- en organisatiepsychologie combineren met die uit de cognitieve en evolutionaire psychologie.’
Kun je daar een voorbeeld van noemen?
‘Kijk bijvoorbeeld eens naar de vraag: waarom zijn sommige mensen gestresster dan anderen? Sinds relatief korte tijd wordt hier ook vanuit een evolutionaire hoek naar gekeken. Waar ik me onder meer mee bezighoud, is de zogenoemde life history-theorie. Die theorie komt uit de biologie en gaat voornamelijk over voortplantingsstrategieën.’
Voortplantingsstrategieën? Wat heeft seks te maken met stress?
‘Sommige diersoorten investeren heel veel in het hebben van seks, dus letterlijk in het produceren van nageslacht, maar minder in de opvoeding. Sommige vissensoorten bijvoorbeeld leggen wel tienduizend eieren, maar daarvan komen er maar een paar honderd uit. Vervolgens wordt er weer een deel opgegeten en blijven er maar een paar leven, maar die vis heeft dan zijn taak volbracht. Ook konijnen hebben zo’n snelle life history-strategie.
Tegenover die vissen en konijnen staan dieren als olifanten. Die krijgen eens in de zes, zeven jaar kinderen, maar die beschermen ze wel heel goed. Gorilla’s doen dat ook. Dat is dus de langzame strategie: meer investeren in opvoeding, minder in produceren. Deze soorten nemen zelf ook minder risico’s zodat ze langer blijven leven om hun nageslacht te produceren.’
Hoe zit dat met de mens?
‘De mens zit wat dat betreft ergens bij de olifanten in de buurt. Dat wil zeggen, over het algemeen hanteren alle mensen een relatief langzame life history strategie. Maar binnen onze soort bestaan er individuele verschillen. Sommige mensen neigen meer naar de snelle kant- andere juist naar de langzame. Wat dat met psychologie te maken heeft? Het idee is dat heel veel psychologische kenmerken zoals persoonlijkheid, iemands capaciteiten, iemands motivatie etcetera allemaal deels te maken hebben met waar je zit op de voortplantingslijn. Dus bijvoorbeeld: mensen met een snellere voortplantingsstrategie zijn vaak wat impulsiever, zoals in dat liedje van André Hazes: leef alsof het je laatste dag is. Mensen met een langzamere strategie zijn wat meer bedeesd en plannen meer vooruit.’
En wat heeft dat nou te maken met stress?
‘Wat stress betreft hebben we gevonden dat mensen die aan de snelle voortplantingskant zitten gemiddeld genomen meer stress rapporteren. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste maken deze mensen meer stressvolle gebeurtenissen mee, omdat ze impulsiever zijn en zodoende dingen doen die op de langere termijn niet zo handig zijn. Ze raken bijvoorbeeld in de schulden of worden ontslagen op hun werk. Daarnaast gaan deze mensen slechter met stress om dan mensen met een langzame voortplantingsstrategie. Ze hebben minder goede coping-strategieën: ze lopen vaak weg van problemen, terwijl de ‘langzame’ mensen een actieve manier hebben om met problemen om te gaan: ze pakken ze aan en lossen het conflict op.’
Wat zijn je toekomstige onderzoeksplannen?
‘Ik wil het tegenovergestelde van stress, vermoeidheid en burn-out onderzoeken, namelijk flow. Als je in de flow zit, richt je je op je taak en vergeet je alles om je heen. Pure concentratie dus. Dat fenomeen is in de hersenen nog niet vaak onderzocht. Een hypothese die ik graag wil testen is: als je in de flow zit, denk je weinig tot niet na over jezelf, en kan je je dus beter concentreren. Er is namelijk een netwerkje in je hersenen waarvan we weten dat het te maken heeft met over jezelf denken, dat als het ware oplicht als je met jezelf bezig bent. Als we kunnen aantonen dat dit netwerk uitgeschakeld is bij mensen die in de flow zitten, hebben we objectief bewijs in handen dat niet over jezelf denken helpt je beter te concentreren.’