Voorbij de modewoorden: Rechtvaardigheid centraal stellen in eerlijke transities

Neha Mungekar
an image of a seascape filled with windmills

“Hoe vaak horen we termen zoals gerechtigheid en rechtvaardige transities in beleidsdocumenten, bedrijfsmanifesten of wereldwijde klimaatconferenties? Deze uitdrukkingen zijn overal—verwacht, bijna verplicht—maar hoe vaak betekenen ze echt iets?” In deze blog reflecteert Neha Mungekar (DRIFT) aan de hand van haar PhD-reis op de inzichten die ze heeft opgedaan, door veelgebruikte termen zoals ‘rechtvaardige transities’ in perspectief te plaatsen.

Toewijding aan Eerlijke Transities

Gerechtigheid, zoals ik het zie, gaat niet om het afvinken van vakjes of het maken van symbolische erkenningen. Het gaat om diepgaande betrokkenheid bij de geleefde realiteiten, het confronteren van koloniale, hiërarchische en kastenstructuren, en het aanpakken van de milieugerelateerde onrechtvaardigheden die vandaag de dag blijven bestaan. Het gaat niet om het ‘groenwassen’ van ongelijkheid met loftuitingen; het gaat om het tastbaar, voelbaar en uitvoerbaar maken van gerechtigheid.

Dit is waar de belofte van transities enorm potentieel heeft. In de kern voorziet het een verschuiving naar duurzaamheid die gemarginaliseerde gemeenschappen versterkt, macht herverdeelt en ecologische grenzen respecteert. Begrippen zoals ‘rechtvaardige transities’ en zelfs ‘transformaties’ worden echter soms meer gebruikt als aspirerende modewoorden dan als toezeggingen voor zinvolle verandering. In plaats van het aanpakken van systemische problemen, kunnen ze pogingen maskeren die gericht zijn op optimalisatie of implementatie zonder bestaande structuren uit te dagen. Om de belofte van rechtvaardige transities werkelijk te eren, moet gerechtigheid van de marges naar het hart van onze inspanningen verschuiven—niet als een label, maar als een verplichting om systemen opnieuw te denken en vorm te geven. De vraag is: hoe beginnen we?

Waarom Gerechtigheid Kruisbestuift Moet Worden met Duurzaamheid


We zijn als wereldmaatschappij geobsedeerd geraakt door het ‘groener’ maken van alles—bomen planten, rivieren revitaliseren en het creëren van blauw-groene landschappen die eruitzien als pittoreske ansichtkaarten van gematigd Europa. Maar wat gebeurt er wanneer deze visies worden opgelegd op plaatsen met totaal verschillende ecologische en culturele contexten? Wat betekent het bijvoorbeeld om waterlichamen in savannegraslanden in Afrika of betonnen jungles van stedelijk India in te voeren—ecosystemen waar groen en blauw niet de natuurlijke kleuren van het landschap zijn?

Beschouw het voorbeeld van het herstellen van een waterlichaam in een regio. Was er überhaupt een permanent waterlichaam? Of is dit een kunstmatige interventie, die middelen omleidt ten koste van een ander ecosysteem? Wie profiteert van deze interventie? Wie kan het zich veroorloven om er dichtbij te wonen? En wiens water is verplaatst om het te onderhouden? Deze goedbedoelde groen-blauwe projecten kunnen de vastgoedwaarde verhogen, elitegebruikers aantrekken en lokale gemeenschappen verdrijven—mensen en niet-mensen. Zonder kritische reflectie riskeren we de onrechtvaardigheden die we beweren op te lossen, te reproduceren (Lele et al., 2018).

Dit gaat niet alleen om landschappen—het gaat om hoe duurzaamheid zelf wordt geconcipieerd. Te vaak wordt duurzaamheid geframed door Westerse lenzen, gevalideerd door Engelstalige tijdschriften en Eurocentrische beleidsmaatregelen, terwijl de diversiteit van lokale kennis en geleefde ervaringen wordt afgewezen. Deze benaderingen, hoewel ze milieukwesties aanpakken, slaag er vaak niet in de sociaal-politieke en culturele dynamieken die deze ondersteunen in rekening te brengen. Tenzij gerechtigheid een fundamentele zorg wordt, zullen onze zogenaamde ‘rechtvaardige transities’ onvolledig blijven, en de onbalansen blijven voortbestaan die ze beogen aan te pakken.

Onrechtvaardigheid Erkennen is de Eerste Stap


Het visualiseren van rechtvaardige doelen kan ontmoedigend of vaag lijken. Waar beginnen we? Een eenvoudiger eerste stap is het kritisch onderzoeken van de onrechtvaardigheden die ingebed zijn in onze huidige benaderingen. Neem bijvoorbeeld waterbeveiliging. Terwijl het veiligstellen van watertoegang als een voor de hand liggend doel kan lijken, gebeurt dit vaak ten koste van het verdrijven van kwetsbare gemeenschappen. Evenzo kan het bevorderen van veganisme bepaalde milieu-impacten verminderen, maar het per luchtvracht importeren van avocado’s en amandelmelk verschuift de koolstoflast gewoon ergens anders naartoe. Door deze tegenstrijdigheden te erkennen, beginnen we in te zien hoe smalle, korte termijndoelen onrechtvaardigheden onbedoeld kunnen verergeren.

In landen zoals India, waar sociaal-politieke landschappen complex zijn, kan zelfs het benoemen van deze onrechtvaardigheden gepaard gaan met uitdagingen. Tegen ongelijkheden spreken kan het levensonderhoud, het openbare imago of zelfs levens in gevaar brengen, vooral wanneer het gekoppeld is aan internationale financiering of politieke agenda’s. Toch zijn deze discussies van vitaal belang. Gerechtigheid vereist vaak afwegingen—tussen gelijkheid en efficiëntie, of eerlijkheid en winstgevendheid. Deze afwegingen moeten genormaliseerd en openlijk besproken worden als transities werkelijk transformeren moeten zijn.

Pas nadat we deze complexiteiten hebben erkend, kunnen we beginnen met het definiëren en nastreven van geschikte gerechtigheiddoelen. Belangrijk is dat gerechtigheid niet kan worden gereduceerd tot een allesomvattend raamwerk—het omvat veel verweven doelstellingen die begrepen en aangepakt moeten worden in hun specifieke contexten.

De Nuances van Gerechtigheid Begrijpen


Gerechtigheid is niet eendimensionaal, en de termen gerechtigheid, eerlijkheid en gelijkheid worden vaak gebruikt alsof ze hetzelfde betekenen, maar ze reflecteren verschillende concepten. Om deze nuances te ontrafelen, kunnen we drie belangrijke typologieën van gerechtigheid onderzoeken: distributieve, procedurele en erkenningsgerechtigheid.

Gelijkheid wordt vaak geassocieerd met distributieve gerechtigheid, die zich richt op het eerlijke delen van risico’s en voordelen, met name voor degenen die historisch gemarginaliseerd zijn. Eerlijkheid daarentegen wordt geassocieerd met procedurele gerechtigheid, die het belang van inclusieve processen benadrukt—mechanismen die ervoor zorgen dat alle belanghebbenden een zinvolle stem hebben in de beslissingen die hen aangaan (Neal et al., 2014).

Maar gerechtigheid gaat verder dan eerlijke uitkomsten of inclusieve processen. Het gaat ook over erkenning—wiens ervaringen, perspectieven en kennis worden geacht geldig te zijn en wie wordt over het hoofd gezien. Dit is de basis van erkenningsgerechtigheid, die bijzonder relevant is in het Globale Zuiden, waar uitsluitingsgeschiedenissen diep verbonden zijn met de vraag wiens kennis en realiteiten worden gewaardeerd.

Deze discussies kruisen steeds vaker met herstelrecht en epistemische gerechtigheid, die zich richten op het herstellen van vroegere schade en het adresseren van wiens manieren van weten worden opgenomen—of uitgesloten—in het vormen van oplossingen. Het nodigt ons uit om ongemakkelijke maar noodzakelijke vragen te stellen: Wiens geleefde realiteiten informeren ons begrip van gerechtigheid? Wiens stemmen worden gecensureerd of terzijde geschoven? En hoe kunnen deze uitsluitingen worden aangepakt om werkelijk te leveren op de belofte van rechtvaardige transities?

De Gevaren van ‘Just-Washing’


Het begrijpen van deze dimensies van gerechtigheid—distributief, procedureel en erkentelijk—helpt te benadrukken waarom het concept van rechtvaardige transities in de praktijk soms tekortschiet. Terwijl het idee wereldwijd steeds meer bijval krijgt, groeit het risico dat het wordt gereduceerd tot een retorisch instrument in plaats van een transformerend proces.

Internationale financieringsmechanismen, zoals het Green Climate Fund, Climate Investment Funds, Global Energy Alliance for People and Planet, UNDP Just Energy Transition Programme, of het Adaptation Fund, framen rechtvaardige transities vaak als een financieringsprioriteit. Terwijl deze goedbedoeld zijn, kunnen deze kaders soms resulteren in one-size-fits-all benaderingen waarbij gerechtigheid meer wordt gevormd door donorprioriteiten dan door de geleefde realiteiten van lokale gemeenschappen.

Bijvoorbeeld, projecten kunnen deelname als doelstelling hebben, maar moeite hebben om gemarginaliseerde groepen op betekenisvolle manieren te betrekken. Evenzo, hoewel inspanningen de huidige ongelijkheden aanpakken, kunnen ze onbedoeld historische onrechtvaardigheden over het hoofd zien, waardoor bestaande machtsverhoudingen worden versterkt. Deze oppervlakkige toepassing—vaak aangeduid als ‘just-washing’—riskeert diepere systemische problemen te maskeren onder de schijn van vooruitgang.

Om de belofte van rechtvaardige transities werkelijk te eren, moet gerechtigheid verder gaan dan oppervlakkige oplossingen. Het vereist een diepere betrokkenheid bij vragen van uitsluiting, machtsdynamiek en historische erfenissen. Pas door deze fundamentele uitdagingen aan te pakken, kunnen rechtvaardige transities hun volledige potentieel bereiken als een middel voor eerlijke en transformerende verandering.

‘Just’ Doelen in Context Plaatsen


Om de valkuilen van just-washing te vermijden, moeten we ook de taal en benaderingen die we gebruiken heroverwegen. Begrippen zoals transitie en transformatie voelen minder verbonden met complexe geografieën in het Globale Zuiden, en vangen niet de diepte van wat op het spel staat. Misschien hebben we taal nodig die de littekens van het verleden erkent, terwijl we een meer rechtvaardige toekomst visualiseren. Benaderingen zoals genezing door zorgpraktijken (Conradi, 2015; Sultana, 2022; Williams, 2017) of herstel (Bhan, 2019; Broto et al., 2021; Cadieux et al., 2019; Durbach, 2016; Webber et al., 2022) kunnen beter de essentie van wat een rechtvaardige transitie probeert te bereiken vangen, vooral in contexten die gekarakteriseerd worden door diepgewortelde ongelijkheden en historische onrechtvaardigheden.

Verandering is zelden soepel of goedaardig. Het verstoort, verontrust en draagt vaak het gewicht van historische schade. Voor degenen die onevenredig getroffen worden door systemische onrechtvaardigheden, kan verandering aanvoelen als weer een nieuwe opdringing, tenzij het geworteld is in empathie en context. Gerechtigheid binnen geleefde realiteiten plaatsen betekent voorbij abstracte idealen gaan en in contact komen met de geschiedenissen, worstelingen en aspiraties van degenen die het meest getroffen worden.

Werkelijke genezing is transformerend. Het vereist dat we pijn erkennen, ongelijkheid confronteren en gerechtigheid prioriteren—niet als een nasleep, maar als de basis voor elke transitie. Pas dan kunnen we toekomsten creëren die sterker opstaan, samen.

Meer informatie

Over de auteur


Neha Mungekar is adviseur en PhD-onderzoeker bij DRIFT, gespecialiseerd in de kruising van stedelijk waterbeheer en transitiestudies. Haar onderzoek richt zich op de machtsdynamiek die betrokken is bij de verdeling en toewijzing van watervoorraden, een onderwerp dat ze onderzocht als onderdeel van het Water4Change-project in India.

Referenties


Bhan, G. (2019). Notes on a Southern urban practice. Environment and Urbanization, 31(2), 639–654. https://doi.org/10.1177/0956247818815792


Broto, V. C., Westman, L., & Huang, P. (2021). Reparative innovation for urban climate adaptation. Journal of the British Academy, 9(s9), 205–218.


Cadieux, K. V., Carpenter, S., Liebman, A., Blumberg, R., & Upadhyay, B. (2019). Reparation ecologies: Regimes of repair in populist agroecology. Annals of the American Association of Geographers, 109(2), 644–660.


Conradi, E. (2015). Redoing Care: Societal Transformation through Critical Practice. Ethics and Social Welfare, 9(2), 113–129. https://doi.org/10.1080/17496535.2015.1005553


Durbach, A. (2016). Towards reparative transformation: Revisiting the impact of violence against women in a post-TRC South Africa. International Journal of Transitional Justice, 10(3), 366–387.


Lele, S., Srinivasan, V., Thomas, B. K., & Jamwal, P. (2018). Adapting to climate change in rapidly urbanizing river basins: insights from a multiple-concerns, multiple-stressors, and multi-level approach. Water International, 43(2), 281–304. https://doi.org/10.1080/02508060.2017.1416442


Neal, M. J., Lukasiewicz, A., & Syme, G. J. (2014). Why justice matters in water governance: some ideas for a ‘water justice framework’. Water Policy, 16(S2), 1–18. https://doi.org/10.2166/wp.2014.109


Sultana, F. (2022). Resplendent care-full climate revolutions. Political Geography, 99(1), 102638.


Webber, S., Nelson, S., Millington, N., Bryant, G., & Bigger, P. (2022). Financing Reparative Climate Infrastructures: Capital Switching, Repair, and Decommodification. Antipode, 54(3), 934–958.


Williams, M. J. (2017). Care‐full justice in the city. Antipode, 49(3), 821–839.

 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen