De verkiezingen zijn volop bezig, wat betekent dat campagne gevoerd wordt door politieke partijen om kiezers voor zich te winnen. Partijen laten zich van hun beste kant zien in hun verkiezingsprogramma's. Zo worden er bijvoorbeeld voorstellen gedaan om wijzigingen aan te brengen in de Grondwet. Een voorbeeld hiervan is het voorstel van de SGP, het CDA, de ChristenUnie en de BBB waarmee er in de Grondwet een artikel wordt gewijd aan ‘de eerbieding van het gezinsleven’, mogelijk te codificeren in een nieuw artikel 10a. Dit artikel zou volgens de partijen moeten toezien op de economische, sociale en culturele bescherming van het gezin. Echter, om de haalbaarheid van dergelijke voorstellen tot wijziging van de Grondwet te onderzoeken, moet eerst een cruciale vraag gesteld worden, namelijk: hoe wordt de Grondwet eigenlijk gewijzigd? Nick Efthymiou, universitair docent Staatsrecht aan Erasmus School of Law en Wouter Scherpenisse, promovendus aan Erasmus School of Law, proberen een overzichtelijk antwoord te schetsen op deze vraag.
De Grondwet is een belangrijk constitutioneel document. De Grondwet behelst een groot aantal fundamentele rechten. Daarnaast vervult de Grondwet ook een aantal belangrijke staatsrechtelijke functies. Efthymiou en Scherpenisse leggen uit welke functies dit zijn: "De eerste functie is de constituerende: de Grondwet creëert overheidsambten. De tweede functie is de attribuerende: de Grondwet creëert bevoegdheden en kent deze toe aan de geconstitueerde overheidsambten. De derde functie is de regulerende: de Grondwet matigt de geconstitueerde ambten in hun uitoefening van hun bevoegdheden." De Grondwet beschermt dus niet alleen de belangen van de burger, ze waarborgt ook de stabiliteit en het voortbestaan van Nederland als staat. Het is niet vreemd dat een document met dergelijke bepalingen niet makkelijk gewijzigd moet kunnen worden. De Grondwetgever heeft er daarom voor gekozen om grondwetsherzieningen met extra waarborgen te omkleden, in vergelijke met reguliere wetgevingstrajecten.
Aannemen wijzigingsvoorstel
Efthymiou en Scherpenisse vertellen: "Reguliere wetsvoorstellen – voorstellen voor wetten in formele zin – worden geïnitieerd door de ‘wetgever’. Deze bestaat uit de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk, ingevolge artikel 81 van de Grondwet." Een wetsvoorstel kan worden aangenomen wanneer een meerderheid van de Tweede Kamer voor het voorstel stemt. Ook moet er daarna in de Eerste Kamer een meerderheid voor het voorstel stemmen.
Echter, bij het wijzigen van de Grondwet geldt een verzwaarde procedure. "In plaats van de ‘wetgever’ spreken we hier van de ‘grondwetsherziener’. Het eerste deel – de eerste lezing – van de grondwetswijziging vindt plaats via een vergelijkbaar traject als de reguliere wetgevingstrajecten. Voorstellen tot wijziging van de Grondwet worden met een gewone meerderheid aangenomen in beide Kamers. Na het aannemen van dit wijzigingsvoorstel dienen er Tweede Kamerverkiezingen plaats te vinden. Na die verkiezingen zullen beide Kamers nog een keer over de wijziging moeten stemmen. In deze tweede lezing dient de wijziging te worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Als het voorstel tot wijziging van de Grondwet ook deze stemmingen met voldoende steun doorloopt, dan is het voorstel aangenomen", aldus de onderzoekers.
Grondwetsherziening
De Nederlandse Grondwet is opgesteld in 1814 en sinds dat jaar is de Grondwet 26 keer herzien. De belangrijkste herzieningen zijn de herzieningen van 1848, 1917 en 1983. De grondwetsherziening van 2022 wordt omschreven als de belangrijkste herziening sinds 1983. De wens om de Grondwet te herzien komt vaak voor, maar Efthymiou en Scherpenisse geven wel aan: "Politieke partijen stellen meer dan eens wijzigingen voor in hun verkiezingsprogramma, maar die halen dan (in potentie) vaak in de eerste of tweede lezing niet voldoende stemmen." Denk bijvoorbeeld aan de wens van de SGP tot het herintroduceren van de doodstraf. Of het afschaffen van het Koningshuis, waarvoor een meerderheid werd gevonden op het partijcongres van GL/PvdA. Veel voorstellen voor grondwetsherzieningen halen tijdens de behandeling in de Staten-Generaal niet voldoende stemmen om daadwerkelijk uitgevoerd te worden.
Eerbiediging van het gezinsleven in de Grondwet
Het voorstel van de SGP, CDA, CU en BBB om de ‘eerbiediging van het gezinsleven’ op te nemen in de Grondwet heeft wellicht wat meer kans van slagen. De verwachting dat dit voorstel een grotere kans van slagen heeft, vindt steun in het gegeven dat de peilingen een lichte sociaal-conservatieve voorkeur van de Nederlandse kiezer laten zien. Ook zou het voorstel mogelijk steun van de nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) kunnen verwachten. Efthymiou en Scherpenisse: "Het blijft natuurlijk speculeren of de verkiezingen daadwerkelijk uitpakken zoals de huidige voorspelling doet vermoeden. 22 november zal meer duidelijkheid bieden. In ieder geval hebben we trachten te schetsen dat een dergelijke wijziging niet in een enkele zitting van de Staten-Generaal zal worden doorgevoerd. Een meerderheid in eerste lezing laat onverlet dat er een meerderheid van twee derden in een herkozen Staten-Generaal moet worden gezocht.”
- Universitair Docent
- Promovendus