Veel media hebben aandacht besteed aan het onderzoek van Bastian Ravesteijn, universitair docent toegepaste economie aan Erasmus School of Economics. Onder andere de Volkskrant (23 april 2022) en NPO Radio 1 (23 april 2022). In zijn onderzoek analyseert Ravesteijn de klassensamenstelling van basisschoolleerlingen in Nederland. Er zijn verschillende opmerkelijke bevindingen gedaan, die helpen de segregatie op basisscholen inzichtelijker te maken.
Het onderzoek
Ravesteijn en zijn mede-onderzoeker van de Kraats onderzochten de klassensamenstelling van basisschoolleerlingen in Nederland. Zij analyseerden met name het inkomen van de ouders, de migratieachtergrond en de eindtoetsscores van ongeveer 350.000 leerlingen. De resultaten van hun onderzoek zijn inzichtelijk gemaakt op de interactieve website www.KansenKaart.nl.
Segregatie op de basisschool
Uit hun onderzoek blijkt dat segregatie al begint tijdens het basisonderwijs. De discussie over segregatie richt zich echter vooral op segregatie in het voortgezet onderwijs. Segregatie in het onderwijs is onwenselijk. Het kan de ongelijkheid in kansen van kinderen vergroten, omdat leraren scholen met een 'uitdagende leerlingenpopulatie' mijden, waarschuwt de Onderwijsinspectie.
Opmerkelijke bevindingen
De onderzoekers waren al op de hoogte van segregatie die in Nederland op scholen en in woonwijken voorkomt. Toch verbaasden de enorme verschillen in klassensamenstelling van basisschoolkinderen hen. Zo gaan rijke kinderen bijna nooit op bezoek bij schoolgenootjes waarvan de ouders een minimumloon verdienen. Andersom geldt dat voor armere kinderen. Ook vanuit cultureel oogpunt constateerden de onderzoekers een sterke segregatie. Kinderen met een Marokkaanse achtergrond hebben gemiddeld elf schoolgenootjes van wie beide ouders buiten Nederland zijn geboren. Kinderen met een migratieachtergrond hebben daarentegen gemiddeld slechts 1,5 schoolgenootjes met een migratieachtergrond. De onderzoekers benadrukken dat deze culturele segregatie niet kan worden verklaard door verschillen in inkomen. Bovendien lijkt de segregatie groter te zijn in grotere steden dan in kleinere steden.
Segregatie en eindtoetsscores
Ravesteijn heeft ook een associatie ontdekt tussen eindtoetsscores en het aantal arme (rijke) kinderen in een klas. Kinderen van ouders met een hoog inkomen scoren slechter op de eindtoets als ze veel klasgenoten hebben met ouders met een laag inkomen. Kinderen waarvan de ouders een laag inkomen hebben, scoren gemiddeld hoger als ze in de klas zitten met kinderen van ouders met een hoog inkomen. Ravesteijn benadrukt echter dat deze associatie niet kan worden geïnterpreteerd als een oorzakelijk verband.