De Amerikaanse economen Eugène Fama (University of Chicago), Robert Shiller (Yale University) en Lars Peter Hansen (University of Chicago) hebben de Nobelprijs voor de Economie toegekend gekregen voor hun "empirische analyse van activaprijzen". Dat maakte het Nobelprijscomité op 14 oktober 2013 bekend. Ze waren het nooit eens over hoe de markt werkt. Toch winnen deze drie economen de Nobelprijs voor de economie. De populair-wetenschappelijke website Kennislink.nl probeert uit te leggen hoe dat kan.
Han Smit, hoogleraar in Corporate Finance aan Erasmus School of Economics begrijpt de keuze van het Nobelcomité heel goed: “Eugene Fama werd al langer genoemd voor een Nobelprijs. Zijn werk leverde heel veel belangrijke inzichten op in hoe prijzen in een markt tot stand komen. Hansen heeft zijn werk met wiskundige modellering onderbouwd.”
Smit vervolgt: “Maar het comité kon de Nobelprijs onmogelijk alleen aan Fama toekennen. Zijn werk is inmiddels niet meer voldoende om goed te kunnen begrijpen hoe prijsvorming op de markten werkt. Daarom is Schiller er bij gehaald. We weten nu dat er ook allerlei psychologische, irrationele factoren zijn die de prijzen bepalen. Vroeger stonden Fama en Shiller misschien tegenover elkaar, hun wetenschappelijke theorieën vullen elkaar nu aan, omdat de markt zowel rationele als irrationele kanten heeft. Na de dotcom-bubbel en de huizenbubbel zou zelfs Fama niet meer kunnen ontkennen dat er ook een flinke portie irrationaliteit en emotie in de markt zit.”
Voor het volledige artikel op Kennislink.nl, klik hier.