Kristina Timanovskaja (24) werd tijdens de Olympische Spelen tegen haar wil meegenomen naar het vliegveld van Tokio nadat zij kritiek had geuit op het Wit-Russisch Olympisch Comité en de coaches van het nationale team. Het is een kwestie die internationaal nauwgezet wordt gevolgd. Hoogleraar Gijsbert Oonk is gespecialiseerd in migratie, burgerschap en identiteit en legt uit waarom deze situatie niet uniek is.
Niet uniek
Oonk: “Er zijn meerdere voorbeelden te noemen van sporters die tijdens, of na internationale sportevenementen hun thuisland ontvluchtten. De Olympische Spelen in 1972 in München worden vooral herinnerd vanwege de aanslagen op het Israëlische team, minder bekend is dat in de periode daarna een aantal sporters politiek asiel aanvroegen. Er zouden meer dan honderd sporters hun thuisland zijn ontvlucht.
Relatief vaak
In de Koude Oorlog waren het veelal atleten uit Oost-Europa die naar het Westen vluchtten. Sporters die tijdens internationale sportevenementen hun thuisland ontvluchten, zijn vaak op de vlucht voor een niet-democratisch en militair regime. Bij de Spelen gebeurt het relatief vaak omdat atleten over de hele wereld samenkomen en doordat sporters een visum krijgen om deel te kunnen nemen aan de Spelen kúnnen ze überhaupt weg. Een andere mogelijkheid is er vaak niet.”
"Sporters die tijdens internationale sportevenementen hun thuisland ontvluchten, zijn vaak op de vlucht voor een niet-democratisch en militair regime"
Maatschappelijk debat te incidenteel
Volgens Oonk zou het maatschappelijke gesprek meer moeten gaan over sociaaleconomische en politieke ongelijkheid. Oonk: “Door elke keer te focussen op individuele gevallen blijf je erg zitten op de emotie. Mensen vinden zo’n situatie vaak erg, of interessant. Maar de focus zou gericht moeten zijn op verandering van instituties. Dat is niet iets dat je in één dag kan oplossen, er zou meer energie gestoken moeten worden in het gesprek op de lange termijn. We moeten verder kijken dan slechts het incident”.