Het is een bekend verschijnsel in de voetbalwereld: na slechts een paar, teleurstellende, wedstrijden, wordt de trainer al ontslagen. Jan van Ours, hoogleraar toegepaste economie, kan hier heel kort over zijn: “Het ontslag slaat helemaal nergens op.”
Van Ours, verbonden aan Erasmus School of Economics, deed uitgebreid onderzoek naar het effect van een trainerswissel. In het Nederlands Dagblad vertelt hij hierover. “Als je de ontslagen van trainers analyseert, kom je tot de conclusie dat ze hooguit een positief kortetermijneffect hebben. Er is geregeld sprake van een kortstondig herstel dat onder meer toegeschreven kan worden aan psychologische factoren. Gemiddeld genomen boeken clubs op langere termijn geen winst.”
Schokeffect
Van Ours vertelt dat een trainerswissel direct van invloed is op de geestesgesteldheid van een groep voetballers in nood. Een nieuwe oefenmeester heeft een eigen werkwijze en zorgt voor een frisse wind, en spelers klampen zich daaraan vast. “Er ontstaat soms een schokeffect. Spelers kunnen of moeten zich opnieuw bewijzen en in de hele club is er het besef dat er iets moet gebeuren. Het bestuur spreekt zich uit, de pers bemoeit zich ermee en een nieuw soort strijdkracht neemt bezit van de ploeg.”
Dit effect is echter van korte duur. “De nieuwe man doet het vaak genoeg nog slechter dan zijn voorganger. Of de ploeg valt een halfjaar later alsnog een eind terug.”
- Professor
- Meer informatie
- Gerelateerde content