Prof. Mevis, mr. Verbaan en mr. Salverda van de sectie Strafrecht hebben in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie onderzocht hoe opsporingsambtenaren omgaan met het onderzoek naar in beslag genomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken.
Het rapport gaat specifiek in op een eventuele nadere normering van dit onderzoek, waarbij zowel de juridische kaders als de inbeslagnemingspraktijk werden onderzocht.
Geconcludeerd wordt dat het wenselijk is dat de wetgever zelfstandig een standpunt inneemt omtrent de reikwijdte van de bevoegdheid en desgewenst een nadere wettelijke regeling initieert. Op een aantal punten is de huidige wet- en regelgeving nu onvoldoende duidelijk en blijkt zij in de praktijk vragen op te roepen. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering zal niet op alle punten noodzakelijk zijn: ook het hanteren van een meer eenduidig beleid waaraan de praktijk handvatten voor de dagelijkse uitvoering kan ontlenen, kan daar betekenisvol in zijn.
Bekijk het volledige onderzoek hier.
Voor eventuele vragen kan contact worden opgenomen met prof. Paul Mevis.