Totstandkoming van een circulaire economie vraagt om samenwerking tussen ondernemers onderling, maar ook met overheden, kennispartners en financiers. Al deze actoren hebben verschillende competenties, uiteenlopende doelen en randvoorwaarden, waardoor samenwerkingen vaak moeizaam tot stand komen en vroegtijdig stranden. Bovendien vinden deze samenwerkingen plaats binnen de kaders van wet- en regelgeving en beleid die vaak ook nog eens belemmerend werken. Bestuurskundigen van de Erasmus Universiteit Rotterdam verkenden wat er nodig is om dit te realiseren.
De transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie is – in het licht van toenemende schaarste aan grondstoffen en hulpbronnen – urgent. Tegelijkertijd komt de zo gewenste transitie maar schoorvoetend van de grond. De totstandkoming van een circulaire economie is gebaat bij het vinden van mogelijkheden om samenwerking tussen al deze verschillende partijen te bevorderen.
Onvoldoende fundament om op te bouwen
Uit het onderzoek van de bestuurskundigen blijkt dat essentiële bouwstenen voor samenwerking ontbreken of ontoereikend zijn. Zo is er vaak nog geen sociaal kapitaal opgebouwd tussen de verschillende partijen en lukt het niet goed om de juiste personen rond de tafel te krijgen om dit te doen.
Verder wordt met name de wereld van de afvalverwerking gekenmerkt door een voorgeschiedenis van misstanden, waardoor een bureaucratisch, risicomijdend systeem is ontstaan wat de verhoudingen tussen met name ondernemers en toezichthouders onder spanning zet.
Overheden hebben er bovendien moeite mee om opgaven integraal op te pakken; er wordt langs elkaar heen gewerkt, er worden tegenstrijdige doelen nagestreefd, en soms is er zelfs sprake van onrechtmatig beleid. Dit leidt geregeld tot frustratie, niet alleen bij ondernemers, maar ook bij ambtenaren zelf.
Tenslotte ontbeert de circulaire economie leiderschap, beeldbepalende actoren die het belang van circulaire economie op een duidelijke en toegankelijke manier voor het voetlicht kunnen brengen. Dit is nodig om anderen over de streep te trekken en rugdekking te krijgen voor de vaak kwetsbare initiatieven die ontstaan.
Al met al ontbreekt er dus een fundament om samen te bouwen aan een circulaire economie. Dit ligt niet alleen aan ‘lineaire wetgeving’ of ‘gebrek aan oog voor het collectieve belang’, zoals vaak wordt geclaimd. Met dit onderzoek wordt duidelijk wat er achter deze claim schuilt, en vooral ook dat het aan een combinatie van factoren ligt die in gezamenlijkheid geaddresseerd zullen moeten worden.
Impact van het onderzoek
Momenteel loopt er een vervolgonderzoek (waarin samengewerkt wordt met ontwerpers van bureau Ideate) waarin - op basis van deze analyse en in co-creatie met ondernemers, toezichthouders, beleidsmakers en kennispartners – gewerkt wordt aan een concreet procesontwerp om de onderlinge samenwerking van de grond te tillen.
Over het onderzoek | Download het rapport
Dit onderzoek is uitgevoerd door ir. Geert Brinkman, dr. Alette Opperhuizen, prof. dr. Arwin van Buuren en dr. William Voorberg, allen verbonden aan de Erasmus Governance Design Studio van het Departement Bestuurskunde en Sociologie, Erasmus School of Social and Behavioural Sciences, Erasmus Universiteit Rotterdam.
De volledige analyse is te vinden in het rapport ‘Wanneer individuele inspanningen niet optellen tot gezamenlijk resultaat: De worsteling rond circulaire economie in het Groene Hart’.
- Meer informatie
Marjolein Kooistra, communicatie ESSB, 06 83676038, kooistra@essb.eur.nl