Rutger Engels, rector van de Erasmus Universiteit Rotterdam, kijkt terug op een bewogen periode. Maar wel met trots. “Naast de onderzoekers die in het nieuws zijn geweest, en naast alle docenten die keihard gewerkt hebben om over te stappen op onlineonderwijs, ben ik heel trots op de groep van directeuren en decanen waarmee ik samenwerk. Zij zijn ogenschijnlijk eenvoudig omgeschakeld van wat ze normaal doen, naar echt een crisis regelen.”
Hoe gaat het met u?
“Goed! Maar het is druk. Normaal moet je al veel voorbereiden voor de start van het volgende academisch jaar, dat is nu nog meer. Het is eigenlijk drukker dan eind maart.”
Drie maanden geleden kwam er een crisis van ongekend formaat over ons heen. Hoe kijkt
u nu hierop terug?
“Wat er is gebeurd, is voor de wereld verschrikkelijk, zeer disruptief. Maar los daarvan kijk ik wel positief terug. Zowel Hans Smits, de voorzitter van het bestuur als ikzelf zaten in het buitenland half maart. Hij in Johannesburg, ik was met een groep collega’s van de universiteit in Los Angeles. We moesten halsoverkop terugvliegen, Trump gooide alles dicht. Ik ben direct vanaf Schiphol naar de universiteit gereden. Ons crisisteam was toen overigens al bezig omdat we het toch wel zagen aankomen. Het scenario dat we volledig dicht en online moesten, was al enigszins uitgewerkt. We hebben veel ervaring met crisismanagement, het team was goed hierop ingespeeld.”
Wat was jullie crisisplan, en heeft het goed uitgewerkt?
“Een uitgebreide analyse gaan we nog maken. Wat ik nu alvast kan zeggen: wij wilden direct zo goed mogelijk communiceren via alle kanalen met medewerkers en studenten. Ik denk dat dat een grote kracht is geweest. Mensen spreken nu hun waardering daarvoor uit. We hebben bijvoorbeeld een studio ingericht met faciliteiten om te filmen, en we zijn de enige universiteit die meteen is begonnen met tv-uitzendingen.
Wat ik mooi vond om te zien, is dat onze onderzoekers een sterke rol hebben gekregen en gepakt in het nieuws. Onze ic’s, onze topvirologie, onze mensen van Erasmus MC zag je natuurlijk steeds in het nieuws. Daar was ik supertrots op. Na de eerste periode zagen we ook steeds meer andere onderzoekers: filosofen, gedragswetenschappers, economen. Soms ook mensen die een ander geluid lieten horen. Wetenschappers die meedenken over problemen op de middellange termijn. Op hen allemaal ben ik megatrots. Wat ik daarvan geleerd heb, is hoe veerkrachtig deze organisatie is. Onze onderzoekers hebben ook veel subsidies binnengehaald in de afgelopen periode. Ze zijn niet bij de pakken gaan neerzetten, ze hebben echt gedacht: ik wil mijn bijdrage leveren en onderzoek doen. We hebben dit op alle faculteiten gezien. Dat vind ik heel mooi, dat wil ik koesteren en stimuleren.”
“Onze topvirologie, onze mensen van Erasmus MC zag je bijna dagelijks in het nieuws. Daar was ik supertrots op. Ook op onderzoekers van andere faculteiten die hun bijdrage hebben geleverd”
Wat ging er goed?
“Naast de onderzoekers die ik net noem, en naast alle docenten die keihard gewerkt hebben om over te stappen op onlineonderwijs, ben ik heel trots op de groep van directeuren en decanen waarmee ik samenwerk. Zij zijn ogenschijnlijk eenvoudig omgeschakeld van wat ze normaal doen naar echt een crisis regelen. Ook was ik blij met een heel ervaren voorzitter van het College van Bestuur Hans Smits. Hij heeft alles in zijn leven meegemaakt, hij bleef heel rustig. Met Roelien erbij was ons team compleet, ieder kon zijn eigen expertise inbrengen en zo konden we op elkaar bouwen. En ontzettend jammer dat ze weggaat; wij konden erg goed samenwerken, ook met onze complementaire persoonlijkheden. Ik zal Hans en Roelien missen”
Bent u zelf rustig gebleven?
“Ik heb niet veel stress gehad, maar wel zorgen. Over studenten of medewerkers die nog in het buitenland waren. Ik maakte me ook zorgen over de druk en stress die onze eigen onderzoekers en studenten hebben ervaren. Samen met HR zijn we een onderzoek naar werkdruk gestart, en we proberen medewerkers waar we kunnen te ondersteunen. En in no time hadden we een platform in de lucht waar studenten terecht konden met vragen. Het welzijn van de mensen is belangrijk voor me."
Wat vond u het moeilijkste aan de crisis?
“Zo’n crisis doet iedereen pijn. Ook financieel doet het pijn. De universiteit heeft hoge uitgaveposten en minder inkomsten. Maar ik denk ook aan mensen met tijdelijke contracten – veel studenten hebben dat – zij hebben hier veel last van. En wij kunnen dat niet voor hen oplossen. We kunnen niet collegegeld voorschieten, of zo.”
Is er veel contact geweest met andere universiteiten?
“Dat contact is sterk geïntensiveerd. Sommige weken zat ik twee keer met alle rectoren samen om te praten over ingewikkelde dingen zoals bindend studieadvies. We hebben de regels rondom de bachelor-master overgang aangepast. Als je door corona vertraging hebt opgelopen in je bachelor, kun je toch beginnen aan je master. Maar wel onder bepaalde voorwaarden. Deze zaken worden landelijk afgesproken, en lokaal ingevuld.”
Is het nu rustig, of het is nu pas druk?
“Een universiteit dichtdoen is makkelijker dan een universiteit weer opendoen. De universiteit openen met de 1,5 meter maatregel, betekent feitelijk dat we het gehele onderwijs anders moet inrichten. Dat is ingewikkeld. Het goede nieuws is: we hebben meer aanmeldingen dan ooit. Maar we kunnen natuurlijk wel minder van onze normale capaciteit kunnen gebruiken. We moeten kijken hoe we de
campus zo kunnen inrichten dat studenten toch nog een beetje campuservaring kunnen krijgen, met de 1,5 meter regel inachtneming. Dat contact met medestudenten en met docenten wel blijft bestaan.”
“Het goede nieuws is: we hebben meer aanmeldingen dan ooit”
Hoe gaat het onderwijs eruitzien in het nieuwe studiejaar?
“Het wordt een mix tussen op de campus zijn en digitaal onderwijs. Alle ruimtes in alle gebouwen worden ingericht met audiovisuele apparatuur, zodat docenten direct kunnen opnemen. Er wordt gekeken hoe een gedeelte van de toetsen op de campus kan plaatsvinden. Dat is belangrijk: sommige studenten vinden het lastig om in de drukte van thuis tentamens te maken. En we hebben gekeken welke groepen we prioriteit geven op de campus. De eerstejaars bachelor studenten hebben absoluut prioriteit. Daarnaast heeft vaardigheidsonderwijs prioriteit, daarvoor is interactie tussen studenten en docenten van belang. Hoorcolleges daarentegen kunnen gemakkelijker digitaal worden gegeven.”
Kunnen studenten komend jaar een volledig studiejaar volgen?
“Zeker! Honderd procent. Alleen als we weer helemaal dicht zouden moeten, kan ik dat niet voor alle studies garanderen, bijvoorbeeld niet voor coschappen. Maar als de situatie nu stabiel blijft, is het volledige studiejaar te volgen. En van dezelfde kwaliteit.”
Hoe is de snelle overgang naar digitaal onderwijs gelukt?
“We hebben veel geïnvesteerd in software maar ook in menskracht om docenten te ondersteunen in het hybride maken van onderwijsprogramma’s. We hebben het Community for Learning & Innovation (CLI) hier, en daarmee hadden we al allemaal experts in dienst. Bij elke faculteit zit een team van CLI. Mede daardoor konden we snel en goed deze overstap maken. Jeroen Jansz is directeur, en een ervaren hoogleraar in termen van onderwijsinnovatie en -ontwikkeling. Hij heeft met het team van CLI ongelooflijk goed werk verzet. We hebben het grootste gedeelte van het onderwijs in drie weken online gekregen en deze transitie kan nooit meer ongedaan worden gemaakt. Zowel studenten als docenten ervaren voordelen van dit hybride onderwijs of ‘blended learning’.”
“We hebben het grootste gedeelte van het onderwijs in drie weken online gekregen, en deze transitie kan nooit meer ongedaan worden gemaakt”
Wat zijn de grootste voordelen van online onderwijs?
“Dat je niet meer fysiek bij elkaar in de buurt hoeft zijn. Het is dus heel efficiënt. Ook zijn we aan het kijken of we sommige masters helemaal digitaal kunnen maken. Stel dat je aan de andere kant van de wereld zit, en je wilt een top managementopleiding volgen bij RSM, zou dat volledig online en toch interactief kunnen? Dat soort dingen worden nu uitgezocht. Zonder corona was dit in drie jaar tijd nog niet gelukt. Ook het thuiswerken zal blijven, medewerkers zullen vanaf nu anders met hun tijd omgaan.”
Kleven er nadelen aan digitaal onderwijs?
“Academische vorming is niet alleen achter een laptopje zitten en opdrachten maken. De belangrijkste taak van de universiteit is vorming. En vorming is niet alleen boeken lezen, het heeft ermee te maken dat je in een belangrijke, vormende periode van je leven zit als student: dat je sociale vaardigheden leert, kritisch leert denken. Dingen die toch iets lastiger zijn als het contact uitsluitend online plaatsvindt. In onze nieuwe strategie zit meer focus op vaardigheidsonderwijs, dat kan niet alleen online. Het student-docent contact blijft belangrijk. Dus ik geloof heilig dat de basis op de campus blijft. Maar gisteren hoorde ik dat studenten bezig zijn met een app maken voor officieuze studieplekken in de stad. Als mensen op andere plekken in de stad elkaar opzoeken om samen te studeren, vind ik dat superslim.”
Heeft u zelf thuisgewerkt?
“Ja, ik was hier één of twee dagen per week. Dan was de campus vrijwel leeg. Maar ik vind thuiswerken helemaal niet fijn, het is niets voor mij.”
Dus studenten gaan helemaal geen last ervan ondervinden?
“Je ziet wel dat sommige groepen hier meer last van hebben dan andere. Er zijn studenten met behoorlijke problemen, die thuis niet kunnen leren, of veel stress hebben. Studenten met fysieke beperkingen hebben meer problemen nu. Studenten hebben financiële problemen. Dat zijn wel mijn zorgen. We proberen ze echt te helpen. We hebben ongeveer 30.000 studenten. Je zou kunnen focussen op de 29.000 met wie het relatief goed gaat, maar die duizend die het nu moeilijk hebben, die zijn juist belangrijk.”
Is uw rol als rector veranderd?
“Door de crisis hebben we eigenlijk meer dan ooit samengewerkt. Ik zat elke week samen met de onderwijsdirecteuren en de decanen van de faculteiten. Er heerste een sfeer van: we gaan het samen rooien. Van oudsher zit op een universiteit veel autonomie, en dat is ook een groot goed. Maar dit moesten we echt even samendoen. Ik ben daar trots op, en ik hoop dat deze houding niet meer weggaat.”
Kijkt u later terug op een waanzinnige tijd, of is het spijtig dat u uitgerekend nu rector bent?
“Het laatste sowieso niet! Zo’n crisis overkomt je, niemand zit erop te wachten, maar we zijn gewoon het werk gaan oppakken. Mouwen opstropen en aan de slag, dat was mijn motto. En we deden het echt met zijn allen.”
“Mouwen opstropen en aan de slag, dat was mijn motto”
Tot slot: als studenten zich zorgen maken dat hun ‘corona-diploma’ minder waard is, wat zegt u dan?
“Dat is echt onzin. Ik denk dat studenten die deze periode doorkomen, juist sterker staan in de arbeidsmarkt. Ze hebben in een ingewikkelde overgangsperiode, met dezelfde academische eisen, een studie of een scriptie afgemaakt. Dat zal voor je spreken.”
Heeft u nog tijd voor een vakantie?
“Ja, ik ga twee weken op vakantie.”
- Professor
- Meer informatie
Prof.dr. Rutger Engels (1968) is sinds 15 juni 2018 rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is verantwoordelijk voor onderwijs, onderzoek en impact, wetenschappelijk personeelsbeleid, wetenschapsvoorlichting en voor studenten. Hij is tevens hoogleraar Development Psychopathology aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB).