Kun je zorguitkomsten onderling vergelijken en hoe pak je dat aan? Dat is een belangrijke rode draad in het proefschrift van Nèwel Salet (Erasmus School of Health Policy & Management). Opvallend is dat de kwaliteit van artsen nauwelijks van elkaar verschilt. De promovendus stoort zich regelmatig aan 'afrekenstukken' die zorgaanbieders onderling vergelijken: "In de media worden losse puzzelstukjes regelmatig als hele puzzel gepresenteerd."
Om zoveel mogelijk bruikbare data te hebben keek de onderzoeker naar de variatie van zorguitkomsten voor een viertal veelvoorkomende behandelingen (bijvoorbeeld een knieprothese en de behandeling van blaas- en darmkanker). Daarbij nam hij criteria mee zoals kans op heropname, de kans op IC-opname en het overlijdensrisico. Bij dit vergelijk werd gekeken naar de meerderheid van de Nederlandse ziekenhuizen en artsen die deze behandelingen uitvoeren gebruikmakend van geanonimiseerde data.
Ranglijsten misleidend
Iedereen die voor een operatie of behandeling naar het ziekenhuis moet, wil de best mogelijke behandeling. Websites als ZorgkaartNederland.nl of Ziekenhuischeck.nl spelen daar slim op in. Per behandeling kun je precies zien welk ziekenhuis (ogenschijnlijk) het beste uit de bus komt. Op de eerstgenoemde website kun je zelfs rapportcijfers vinden van individuele artsen en specialisten. Nèwel Salet: "Ons onderzoek laat zien dat dit soort ranglijsten misleidend zijn. Je kunt niet op basis van deze zorgkaart zeggen dat één arts beter is dan de andere."
Het sleutelwoord is volgens de onderzoeker dat je ‘multi-level’ moet kijken. Dat wil zeggen op verschillende schaalniveaus van de arts en zijn team, tot het niveau van het ziekenhuis en zelfs het zorgsysteem als geheel. "Die verschillende schaalniveaus worden nu meestal niet meegenomen. Maar alleen zo kun je gerichter kijken waar in de schakel de reden van de afwijking ligt, bijvoorbeeld bij de individuele arts of het ziekenhuis. Als je op deze manier kijkt, blijkt dus dat je op het niveau van artsen geen nauwkeurig onderscheidt kunt maken", legt Salet uit.
Ziekenhuizen vergelijken lastig
Als je kijkt naar ziekenhuizen, blijken er wel degelijk verschillen te zijn voor de verschillende behandelingen. "Toch kun je niet zeggen: ‘bij ziekenhuis A is de cardiologie slecht en bij B goed’. Zo werkt dit niet en bovendien worden dergelijke cijfers nu vaak niet goed berekend. Het kan zijn dat een cardiologieafdeling het op bepaalde vlakken goed doet en op andere juist niet. Stel, deze scoort slecht op alleen heropnames, dan moet je daar dus specifiek meer aandacht aan besteden."
Bij een relatief eenvoudige ingreep zoals een knieprothese blijkt er weinig variatie te zijn tussen ziekenhuizen. Dat wil zeggen: voor die ingreep ben je overal in Nederland vrijwel even goed af. Voor complexere ingrepen, zoals na een hartinfarct, is de variatie tussen ziekenhuizen groter. "Als je die verschillen wilt aanpakken is het niet zinvol om over de schouders van specialisten mee te kijken, maar moet je kijken naar een vakgroep als geheel voor de verschillende indicatoren zoals heropname of overlijdensrisico."
Afrekenstukken in de media
Salet benadrukt dat zijn studie niet bedoeld is om ziekenhuizen te ranken, maar om aanknopingspunten te vinden om de zorg beter te organiseren. Hij snapt die neiging om patiënten te willen informeren over kwaliteit van zorg. Toch zorgen berichten in de media waarin ziekenhuizen vergeleken worden regelmatig voor frustratie. "Het zijn vaak een beetje afrekenstukken. Natuurlijk zou fijn zijn dat je kan zeggen: voor deze aandoening moet je je hier niet laten behandelen. Maar dan moet je wel werken met betrouwbare data en eerlijk vergelijken. In de media worden losse puzzelstukjes regelmatig als hele puzzel gepresenteerd."
In een andere studie uit het proefschrift keek de promovendus naar gegevens van patiënten (bijvoorbeeld leeftijd en geslacht) en of dit invloed heeft op zorguitkomsten. In tegenstelling tot in veel andere landen bleek de sociaaleconomische status niet van invloed. "De meest opvallende bevinding is dat het risico op heropname met een factor 10 tot 25 hoger lag als je in het jaar daarvoor al eens opgenomen bent geweest. Dat is natuurlijk belangrijk voor artsen om te weten. En vanuit onderzoeksperspectief moet deze data idealiter dus meegenomen worden in risicoschattingen."
Fundament waardegedreven zorg ontbreekt
Op de cover van het proefschrift pronkt een illustratie van een ziekenhuis dat als een soort kasteel in aanbouw zweeft boven de grond. Dat dient als metafoor voor ‘waardegedreven zorg’, een populair gedachtegoed om de zorg te optimaliseren en om de stijgende zorgkosten in bedwang te houden. “De fundering ontbreekt nu grotendeels nog”, verklaart Salet. Er is nog veel nodig om waardegedreven zorg echt te realiseren. Dat begint met goede dataverzameling, maar het gaat ook over samenwerking, opleiden en geldstromen. Met dit onderzoek laten we zien welke kwaliteit van zorg wordt geleverd en waar verschillen in uitkomsten vandaan komen. Dat inzichtelijk maken is een cruciale eerste stap.”
- Promovendus
- Gerelateerde content