Psychologie ontmoet epidemiologie en het belang voor opgroeiende kinderen

De kruisbestuiving tussen psychologie en epidemiologie kan het psychische welzijn van opgroeiende kinderen versterken. Met een unieke interdisciplinaire aanpak onderzoekt psycholoog en epidemioloog prof. Pauline Jansen welke factoren bijdragen aan het ontwikkelen van psychische problemen en hoe problemen makkelijker en op jongere leeftijd kunnen worden opgespoord. In haar oratie Psychologie ontmoet Epidemiologie: een grensverleggende kruisbestuiving voor opgroeiende kinderen die zij op 17 december bij de Erasmus Universtiteit Rotterdam uitspreekt, bespreekt zij haar interdisiplinaire aanpak. 

Bevolkingscohortonderzoek, zoals het Rotterdamse Generation R onderzoek, biedt unieke kansen om naar onder-gediagnosticeerde groepen te kijken. In haar oratie zal Pauline Jansen ingaan op haar onderzoek naar deze groepen. Zo bekijkt zij hoe autisme zich bij meisjes manifesteert, en hoe eetproblematiek en eetstoornissen zich ontwikkelen bij jongens. Onder-diagnose heeft namelijk vaak te maken met sekse verschillen. Een ander belangrijk kenmerk van een bevolkingscohort is het langlopende karakter waarbij data wordt verzameld nog voordat psychische problemen zijn ontstaan of zichtbaar zijn geworden. Deze gegevens bieden mogelijkheden kennis te ontwikkelen die kan leiden tot een betere en snellere identificatie van problemen. Een voorbeeld hiervan is dat de diagnostisering van autisme verbeterd kan worden door navraag te doen over het eetgedrag en de stoelgang van kinderen. eetgedrag en stoelgang van kinderen beter in kaart te brengen.

Verbinding sociale wetenschappen en geneeskunde

In haar oratie belicht zij verder de verbinding die zij legt tussen sociale wetenschappen en geneeskunde bij het onderzoek naar psychische problemen bij jongeren. Ze streeft er naar data uit cohortonderzoek zoveel mogelijk te benutten en wil in haar toekomstige onderzoek de wereldwijd beschikbare dataverzamelingen daarbij inzetten.  Jansen: “Ik wil meer inzicht krijgen in veelvoorkomende psychische problemen, maar ook nieuwe stoornissen, onderbelichte problematiek en de impact van bepaalde situaties beter begrijpen. Een voorbeeld daarvan is dat ik met de cohortstudies de impact van de COVID-19 pandemie op het welzijn van Rotterdamse jongeren monitor. Dit doe ik samen met de Gemeente Rotterdam en andere Rotterdamse hoogleraren.“

De oratie is vanaf 15.55u via Livestream te volgen.

Over Pauline Jansen

Prof.dr. Pauline Jansen (1980) heeft als psycholoog en epidemioloog uitgebreide ervaring met populatieonderzoek naar psychisch welzijn van jongeren, waarbij ze cohort data van over de hele wereld gebruikt. Ze startte haar carrière met een promotieonderzoek in Generation R (afgerond in 2009). Daarna volgde een postdoctoraal fellowship bij de Murdoch Children’s Research Institute, waar ze werkte met de Longitudinal Study of Australian Children. In 2014 startte ze als Universitair Docent bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 2019 is ze hoogleraar en coördinator van de Master Klinische Kinder- & Jeugdpsychologie. Ze combineert haar aanstelling bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences met een aanstelling bij Kinder- & Jeugdpsychiatrie/Psychologie in het Erasmus MC, vanuit welke functie ze als Principal Investigator het Gedrag en Cognitie onderzoek binnen Generation R leidt.

Professor
Meer informatie

Marjolein Kooistra, mediarelaties ESSB, 06 83676038, kooistra@essb.eur.nl

 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen