Uit een reeks labexperimenten blijkt dat ongewenste herinneringen veranderd kunnen worden door nieuwe psychologische interventies. Dit is belangrijk omdat huidige psychologische behandeling van ongewenste herinneringen niet altijd (blijvend) succesvol is. Bovendien komen deze ongewenste herinneringen veel voor: na het meemaken van een potentieel traumatische gebeurtenis (zoals fysiek geweld of een ongeluk) ervaart ongeveer een op de tien mensen ongewenste, opdringerige herinneringen aan deze gebeurtenis in de maanden daarna.
Een primaire bevinding uit het proefschrift van Kevin van Schie is dat de helderheid en onaangenaamheid van ongewenste herinneringen afneemt wanneer een persoon denkt aan de ongewenste herinnering en tegelijkertijd een afleidende taak uitvoert. Zo’n afleidende taak bestaat bijvoorbeeld uit het maken van horizontale oogbewegingen, terugtellen, of het spelen van Tetris. Voor deze eerste interventie zijn er ook indicaties dat het de opdringerige aard van de herinnering vermindert.
In een tweede interventie wordt nieuwe informatie geleerd nadat aan de ongewenste herinnering is gedacht. Het idee hierachter is dat deze nieuwe informatie wordt geïntegreerd in de bestaande ongewenste herinnering en deze informatie de herinnering aanpast. Hoewel dit voor de klinische praktijk zeer relevant is, bieden de experimenten in dit proefschrift hier geen bewijs voor. Uit een derde interventie blijkt dat het onderdrukken van ongewenste herinneringen ervoor zorgt dat deze vergeten worden en dat personen minder vaak terugdenken aan deze ongewenste herinneringen.
Implicaties voor de klinische praktijk zijn vooral te vinden in de eerste interventie. Deze interventie wordt al ingezet in de behandeling van traumatische herinneringen en kan met de kennis uit het proefschrift van Van Schie verder worden geoptimaliseerd.
Biografie
Kevin van Schie was van 2013 tot 2017 promovendus bij de afdeling Klinische Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Vanuit een experimenteel perspectief onderzocht hij (neuro) (cognitieve) mechanismen die ten grondslag liggen oogbeweginsdesensibilisatie - en verwerking (EMDR), herconsolidatie van het geheugen en onderdrukking van gedachten. Hij stond onder toezicht van prof.dr. Marcel van den Hout en prof. Iris Engelhard. Hij is momenteel universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Teskt overgenomen van Universiteit Utrecht
- Meer informatie
Marjolein Kooistra, mediarelaties Erasmus School of Social and Behavioural Sciences | kooistra@essb.eur.nl | +31 10 408 2135