De Brexit zorgt voor toegenomen administratieve lasten voor het goederenverkeer tussen de EU en het VK. De verwachting is dat de problemen de komende maanden snel zullen toenemen als de goederenstromen weer aantrekken en grenscontroles worden aangescherpt. Volgens Martijn Schippers, universitair docent Douanerecht aan Erasmus School of Law, brengt het EU-VK handelsakkoord in dat opzicht geen verlichting, laat staan vrije handel. In diverse media heeft hij zich daarover afgelopen weken over uitgelaten.
Het ergste moet nog komen
In aanloop naar 1 januari 2021 hebben Britse bedrijven flink ingeslagen in de EU en vice versa, maar op het moment dat de economie na de coronacrisis weer aantrekt en de pakhuizen leger raken, vreest Schippers voor de gevolgen. “Ik denk dat het nog zeer veel erger zal worden, als de gehamsterde voorraden opraken”, zo verklaart hij bij BNR. Daarnaast worden de grenscontroles door de Britten gefaseerd ingevoerd. In het bijzonder aan de Brits kant van de grens zullen de problemen daarom de komende tijd nog gaan toenemen.
Slechte voorbereiding
De vraag is bij wie de schuld ligt voor de problemen aan de grens. Bedrijven hebben viereneenhalf jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden op de Brexit. Schippers: “Je zou denken dat bedrijven er (…) van alles aan hebben gedaan, echter zijn ook grote bedrijven in impactanalyses bepaalde goederenstromen vergeten. [Maar] het is misschien iets te simpel om te zeggen dat de bedrijven zélf beter hadden kunnen voorbereiden. De politieke onduidelijkheid maakte het ook niet echt makkelijk voor ze.” In zijn werkveld ziet Schippers namelijk ook goed voorbereide bedrijven die tegen problemen aanlopen. Tegenover het NRC wijst hij er verder nog op dat het handelsakkoord niet de vereenvoudigingen biedt waarop werd gehoopt. In het in hoog tempo tot stand gekomen handelsakkoord zijn wel vereenvoudigingen opgenomen, maar deze zijn veelal niet toepasbaar door het ontbreken van uitvoeringsregelingen: „Hier is helemaal niet goed over nagedacht, het akkoord is snel in elkaar getimmerd.”
Addertje onder het gras
Op kerstavond afgelopen jaar werd de uiteindelijke Brexit-deal aangekondigd. In het Britse Lagerhuis stelde Johnson dat Britse exporteurs geen handelsbarrières, geen importheffingen en geen quota werden opgelegd, ondanks het verlaten van de EU. In de Volkskrant en in een recente blog bestrijdt Schippers deze stelling: “[Deze insinuatie] is echter pertinent niet waar. (…) Het welbekende addertje onder het gras is namelijk dat voldaan moet zijn aan oorsprongsregels om goederen tegen 0% in te voeren. Dat betekent simpel gezegd dat onder dit verdrag alleen goederen met de ‘Britse’ nationaliteit’ tegen 0% in de EU kunnen worden ingevoerd [en vice versa].”