Peter Nikken bij NPO 1 Radio & het NRC over tieners en hun oordoppen

Wekelijks legt NRC columnist Leclaire een vraag voor aan deskundigen. Deze week kreeg zij een vraag van een moeder over haar twee tieners die overal oortjes van hun iPhones in hebben. Als zij iets tegen haar kinderen zegt is er eerst een stilte, en dan een: ‘He, wat? Zei je iets?’ Wanneer de familie gezamenlijk eet, gaan de telefoons wel weg, maar toch staat er volgens haar tegenwoordig een geluidsmuur tussen hen. De moeder wil de oortjes alleen niet verbieden, want dan zullen haar kinderen in hun eigen kamer gaan zitten. De vraag is daarom: Moet zij hier aan wennen, of kan ze er iets over afspreken met hen?

Twee deskundigen komen aan het woord. Reinildis van Ditzhuyzen, een etiquettespecialist en Peter Nikken. Nikken is hoogleraar bij de ESHCC. Zijn advies: “Het mediagebruik van pubers staat juist nu in teken van verbinding. De nieuwste muziek luisteren, series kijken die iedereen ziet; op school en de sportclubs praten tieners met leeftijdsgenoten over dat gedeelde cultuurgoed. Dat de tieners juist in de woonkamer willen zitten met hun moeder, moet als iets positiefs gezien worden. Zolang er nog genoeg momenten zijn waarop er wel contact is, adviseert Nikken dat de moeder het maar voor lief nemen dat de tieners hun oordoppen in hebben.”

Ook was Nikken aan het woord bij NPO1 Radio, met twee andere deskundigen. Hier spraken zij over hetzelfde onderwerp. Nikken vertelt dat hij de oortjes niet als een probleem ervaart, maar begrijpt wel dat ouders hiermee worstelen aangezien pubers überhaupt al niet heel goed zijn in communiceren.

Op het commentaar van een docent, die vindt dat alle technologie geestdodend is, en de creativiteit onderdrukt zegt Nikken: “Er moet een balans zijn. Je moet ook gewoon dat normale contact hebben en buiten sporten en allerlei dingen doen. Uit onderzoek blijkt dat al dat gebruik van sociale media, van films kijken juist positief kan uitwerken. Dat ze daardoor meer creativiteit krijgen, verdiepende communicatie krijgen met hun vrienden. En dat zij zich beter kunnen voelen.”

Nikken concludeerde dat het vooral belangrijk is dat er goede afspraken gemaakt moeten worden omtrent telefoons en wanneer je deze wel en niet mag gebruiken.