Pauline Jansen benoemd tot hoogleraar Ontwikkelings-psychopathologie

Jansen richt zich in haar leerstoel op het identificeren van risicofactoren en voorspellers van psychische problemen bij jongeren, zoals (symptomen van) ADHD, autisme, depressie en eetstoornissen. Hiervoor maakt ze gebruik van het langlopende Generation R onderzoek in Rotterdam, alsook van internationale cohorten. Kennis over voorspellers is van groot belang om tijdige herkenning, preventie en behandeling van problemen in een vroeg stadium mogelijk te maken. We weten namelijk dat een tijdige behandeling cruciaal is om te voorkomen dat psychische problemen een chronisch of recidiverend beloop aannemen.

Interdisciplinaire insteek

Hoewel al veel bekend is over het ontstaan van psychische problemen, zijn er ook nog hiaten in onze kennis, vooral over de samenhang tussen verschillende risicofactoren. Daarom hanteert Jansen in haar onderzoek een interdisciplinaire insteek waarbij ze kijkt naar biologische, persoonlijke en omgevingsfactoren, om zo het begrip van de multifactoriële etiologie van psychische stoornissen te vergroten. Jansen zal zich vanuit haar leerstoel inzetten om de vergaarde kennis te verspreiden onder professionals, zodat screening en interventies ontwikkeld en geoptimaliseerd kunnen worden.

Over Pauline Jansen

Prof.dr. Pauline Jansen is in 2009 gepromoveerd op een project over sociale ongelijkheid en (psychische) gezondheid in het vroege leven, gebaseerd op data verzameld binnen het langlopende Generation R cohort. Daarna is ze als postdoc verbonden gebleven aan dit cohort en heeft ze ook als research fellow ruim een jaar bij een Australisch cohort gewerkt. Sinds 2014 combineert Pauline een aanstelling bij Department of Psychology, Education and Child Studies (DPECS) met een aanstelling bij Kinder- & Jeugdpsychiatrie/Psychologie in het Erasmus MC. Door deze combinatie kan zij een belangrijke brug slaan tussen het onderzoek en onderwijs van beide afdelingen. Sinds 2018 is zij lid van het Management Team van Generation R, in welke hoedanigheid zij het onderzoek naar gedrag en cognitie binnen dit cohort aanstuurt.