Hoe bepalen we de mate van welvaart in een samenleving? Alleen op basis van materiële factoren zoals het BBP? Of spelen ook immateriële factoren zoals gezondheid en geluk een rol? Die zijn immers evenzeer bepalend voor onze levenskwaliteit. Prof. dr. Frank van Oort, hoogleraar Stedelijke en Regionale Economie aan Erasmus School of Economics, pleit voor een brede definitie van het complexe begrip welvaart.
Wat versta je onder brede welvaart?
“Als we het hebben over welvarende mensen of landen, bedoelen we meestal: rijke landen of mensen. Vanuit de economie bezien we welvaart traditioneel als een materieel fenomeen. Is er voldoende werk, hoe hoog is het bruto binnenlands product, de economische groei? Criteria die je in harde cijfers en meestal ook in geld kunt uitdrukken. Daar is niets mis mee, op die manier kunnen we mensen en gebieden met elkaar vergelijken. Maar ons geluk hangt natuurlijk niet alleen af van geld. Ook immateriële zaken als gezondheid, veiligheid en schone lucht dragen bij aan de levenskwaliteit. Naar mijn mening moeten we al deze factoren in kaart brengen en opnemen in welvaartsmetingen. Om op de vraag terug te komen: je zou brede welvaart kunnen definiëren als de kwaliteit van het leven, in het hier en nu maar ook in relatie tot toekomstige generaties en mensen elders.”
Is geluk meetbaar?
“Het is natuurlijk een subjectief verschijnsel. Wanneer voel je je gelukkig? Dat is voor iedereen anders en vaak een momentopname. Ben je gezond, of net gescheiden? Zelfs mooi weer of een overwinning van Feyenoord kunnen – op het moment dat je de vraag stelt – een rol spelen. Toch zijn subjectieve factoren wel degelijk te onderzoeken. Ons wetenschappelijk instituut EHERO [Erasmus Happiness Economics Research Organisation, red.] definieert het fenomeen geluk als the subjective enjoyment of one's life as a whole. Het EHERO ontrafelt en meet de factoren die van invloed zijn. Als we onderzoek doen naar het welzijn van mensen, nemen we de persoonskenmerken mee. Stel dat men in Rotterdam-Zuid gemiddeld minder gelukkig is, wat zijn dan de voornaamste oorzaken? Komt dit vooral doordat er veel laagopgeleide mensen wonen, die minder gezond zijn? Of zorgt de context, de buurt dus, voor de problematische score? Als we dat weten, kan de overheid veel gerichter beleid voeren.”
Kun je een voorbeeld geven?
“De Europese Unie ging lange tijd uit van het standpunt dat in alle lidstaten de economie zou moeten kunnen groeien. De EU verdiende er zelfs de Nobelprijs voor de Vrede mee. Goed bedoeld, maar was het de juiste keuze? En hoe vul je die in? De EU koos ervoor om in een land als Bulgarije in te zetten op versterking van het hoger onderwijs. Maar het gevolg was dat de nieuwe hoogopgeleiden massaal naar landen als Duitsland vertrokken om geld te verdienen. En braindrains in lagelonenlanden is juist wat je niet wilt. De EU had dus ook iets moeten doen aan de werkgelegenheid ter plaatse, om Bulgarije zelfstandiger, welvarender en kansrijker te maken. Met goed onderzoek en een bredere scope waren er misschien in het begin betere keuzes gemaakt.”
Je richt je vooral op subjectieve factoren van welzijn?
“Ik gebruik alle relevante data die ik kan vinden. Secundaire bronnen zoals het CBS leveren veel gegevens, net als ons eigen onderzoek. Als we meer persoonsgebonden factoren willen meten, doen we dit vaak via kwalitatief onderzoek zoals interviews. Maar de discussie blijft: klassieke economen willen alles het liefste in geld uitdrukken, hanteren de enge definitie van welvaart. Ik zeg, met anderen: laten we de focus leggen op het vinden van indicatoren voor welzijn, ook als we ze niet in geld kunnen uitdrukken. Subjectieve waardering kan heel bepalend zijn, zeker als een situatie structureel negatief is. Kijk naar de Brexit, waar meer emotioneel dan rationeel werd gestemd. De armere regio’s die het meest afhankelijk van Europa zijn, kozen tegen de EU. Economisch heel onverstandig, maar puur uit ontevredenheid. Je ziet dus dat subjectieve, emotionele beleving grote materiële gevolgen kan hebben. Het is daarom verstandig om die kenmerken te meten en mee te nemen als je beleid maakt.”
Waar ligt de toekomst?
“Ik sprak onlangs Mariana Mazzucato, één van de grote denkers in mijn vakgebied, over de uitdagingen van onze tijd, zoals internationale veiligheid, het klimaat en ongelijkheid. Mazzucato stelt dat Europa en Amerika hardop moeten benoemen welke missies we nastreven. Laat daar maar een kosten-baten-analyse op los en bovenal: pak als overheid de regie. Stel je op als marktspeler, anders lossen we de problemen niet op. Geld is niet het probleem, het ontbreekt vaak aan politieke wil. Tijdens de coronacrisis zag je dat er ineens wél geld was voor de zorg, nu Rusland dreigend is investeren we weer meer in veiligheid. Waarom hebben we steeds een schok nodig en kiezen we niet voor een structurele aanpak? Dat geldt ook voor Nederland. We hebben een ambitieus regeerakkoord, willen CO2 en fijnstof reduceren. Maar het bedrijfsleven gaat hier niet een-twee-drie voor zorgen. Dus als we de Rotterdamse haven willen verduurzamen, moet de overheid als eerste stappen durven nemen. Helpen we de grootste raffinaderijen, de vuilverbranding en de kolencentrales naar een meer duurzaam model? Of blijven we primair kiezen voor werkgelegenheid en productiviteit? Waarmee we feitelijk de enge definitie van welvaart hanteren.”
En wat is jouw missie?
“Ik zou willen dat we over pakweg tien jaar goed kunnen meten welke factoren, in specifieke situaties, ons welzijn bepalen. Dat deze kennis wordt gebruikt als input voor sociaaleconomisch beleid. En dat we dit beleid goed evalueren, dus meten waarom bepaalde acties wel of geen succes waren. Zo dragen we als universiteit bij aan het welzijn van grotere groepen mensen in de samenleving. Mijn vakgebied, economie, gaat tenslotte over de verdeling van het waardevolle.”
- Professor
- Meer informatie
Meer over het meten van brede welvaart? Bekijk het webinar ‘Brede Welvaart’ met Martin de Jong (wetenschappelijk directeur van het Erasmus Initiative 'Dynamics of Inclusive Prosperity'), Robert Rocco (associate professor of Spatial Planning and Strategy, TU Delft) en Frank van Oort.
De Erasmus Happiness Economics Research Organisation (EHERO) wil een bijdrage leveren aan een gelukkige samenleving. De wetenschappers onderzoeken het fenomeen ‘geluk’ ten behoeve van overheden, organisaties en individuen.
Het Erasmus Initiative 'Dynamics of Inclusive Prosperity' streeft ernaar om zoveel mogelijk mensen van welvaartsgroei te laten profiteren en tegelijkertijd de negatieve gevolgen te beperken.