Het terugdringen van de ongelijkheid is tot dusver niet de topprioriteit van de regering geweest. In drie recente kabinetsinterventies koos het kabinet voor gulheid voor alle inkomensgroepen in plaats van alleen de lage inkomensgroepen. Er is hoop op verandering, want het kabinet Rutte IV omarmt eindelijk het idee dat de sterkste schouders wel wat meer lasten mogen dragen. Ivo Arnold, hoogleraar monetaire economie aan Erasmus School of Economics, geeft in het Nederlands Dagblad (20 april 2022) zijn mening over het ongelijkheidsbeleid van het kabinet.
De afgelopen 12 jaar
De afgelopen 12 jaar heeft de regering weinig aandacht besteed aan de ongelijkheid in Nederland. Nu lijkt premier Rutte een omslag te overwegen. Hij is voorstander van een meer algemene trend waarbij meer belasting wordt geheven op vermogen ten gunste van lagere inkomensgroepen. Arnold twijfelt aan de motivatie van de premier. Hij stelt dat de ongelijkheidskwestie voor de premier niet langer te ontkennen was door een kritisch rapport van het Centraal Planbureau.
Acties
Hoewel de minister-president zegt gemotiveerd te zijn om een nieuwe algemene trend in te zetten, waarschuwt hij ook dat deze algemene trend niet te snel mag worden doorgevoerd in verband met capaciteitsproblemen bij de Belastingdienst. De nieuwe plannen zullen ergens in 2025 worden doorgevoerd. De hoogleraar schat in dat electorale redenen een rol spelen bij dit gebrek aan urgentie, waarbij de politieke partij van de minister-president een meer rechtse partij is. Want ironisch genoeg kunnen plannen om vermogende spaarders die ten onrechte te veel vermogensbelasting hebben betaald te compenseren, heel snel worden doorgevoerd.
De hoogleraar constateert tot slot dat de sterkste schouders in de samenleving het meest profiteren van het kabinetsbeleid, zonder dat daar een dwingende economische reden voor is. De schaarse overheidsmiddelen worden dus niet alleen gebruikt voor de mensen die ze echt nodig hebben.
- Professor
- Meer informatie
Voor het hele artikel, 20 april 2022, klik hier.