Een wereldwijd consortium van medische en sociale wetenschappers heeft ontdekt dat minieme DNA-verschillen bij mensen verband houden met het opleidingsniveau. De studie werd verricht door het Social Science Genetic Association Consortium, onder leiding van onderzoekers van Erasmus School of Economics en het Erasmus MC.
"Het unieke van deze studie is dat we naar een voor de sociale wetenschappen ongekend grote groep proefpersonen hebben gekeken. We hebben de genetische informatie van meer dan 125.000 mensen bestudeerd. Daarbij werd er specifiek gekeken naar een variatie in het DNA: single nucleotide polymorphism ofwel SNP’s", vertelt Philipp Koellinger, universitair hoofddocent aan Erasmus School of Economics.
Een SNP is een van de vaakst voorkomende genetische variaties. Hierbij is één basenpaar van het DNA vervangen door een ander basenpaar.
"We hebben onderzocht of deze kleine genetische verschillen tussen mensen iets te maken hebben met hoeveel jaar onderwijs ze hebben gehad en of ze een vervolgopleiding hebben gedaan," aldus Koellinger.
Uit de studie kwam een aantal SNP's naar voren die een duidelijk verband met opleidingsniveau vertonen. Geen enkele SNP was op zichzelf in verband te brengen met meer dan 0,02% van de variatie in jaren onderwijs, maar tezamen kunnen ze uiteindelijk tot wel 20% van de variatie verklaren – alleen als er een nog grotere groep proefpersonen beschikbaar zou zijn.
"Zoals veel aspecten van menselijk gedrag is opleidingsniveau afhankelijk van zowel omgevingsfactoren als genen. Met dit onderzoek zetten we de eerste stap naar het vaststellen welke genetische factoren dat zijn," legt Koellinger uit. "De genetische associaties die we nu ontdekt hebben, vormen nog maar een klein stukje van een hele grote puzzel. Maar onze bevindingen hebben wel degelijk verstrekkende consequenties.
"Uit ons onderzoek blijkt dat een variatie op zichzelf veel minder effect heeft op opleidingsniveau dan veel onderzoekers hadden verwacht. Toch is het van belang dat we deze genetische varianten gevonden hebben, omdat we daardoor naar de onderliggende biologische redenen van menselijk gedrag geleid worden.
"Als we die biologische grondslagen beter begrijpen, kunnen we in de toekomst duidelijker maken hoe de combinatie van omgeving en genen een invloed hebben op de menselijke ontwikkeling, zowel op sociaal-economisch als op medisch vlak."
Professor Albert Hofman van het Erasmus MC voegt toe: "Daarnaast zijn de resultaten van dit onderzoek van groot belang voor medisch onderzoek. We willen bijvoorbeeld weten waarom sommige mensen langer scherp blijven naarmate ze ouder worden, terwijl anderen door hun genetische aanleg eerder aan dementie gaan lijden. Door het onderzoeken van soortgelijke aspecten van menselijk gedrag, zoals opleidingsniveau, onder grote groepen proefpersonen, kunnen we de vinger leggen op biologische mechanismen die we anders nooit hadden gezien."
Professor Roy Thurik van Erasmus School of Economics voegt toe: “De Erasmus Universiteit Rotterdam loopt voorop in dit nieuwe veld op het interdisciplinaire raakvlak tussen economie en genetica. Hier komen de expertise van ons Medisch Centrum en Erasmus School of Economics samen. We kunnen veel van elkaar leren, en hier blijft het niet bij: we zijn bezig met de oprichting van het Erasmus Centre for Biology and Behavior."
- Meer informatie
Het onderzoek, GWAS of 126,559 individuals identifies genetic variants associated with educational attainment, wordt op 30 mei 2013 online gepubliceerd in Science.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Ronald de Groot, Communications Officer aan de Erasmus School of Economics: rdegroot@ese.eur.nl
Tel: 010-408 17 62 en mobiel: 06-53 641 846.