De Nobelprijs voor de Economie is dit jaar toegekend aan de Brit Oliver Hart (68) en Bengt Holmström (67) uit Finland. Dit heeft de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen bekendgemaakt. Zij hebben de prijs ontvangen voor hun onderzoek naar contracttheorieën.
De twee krijgen de prijs voor hun onderzoek op het terrein van de contracttheorie. Met de contracttheorie wordt bestudeerd hoe partijen contracten opstellen. Daarbij wordt gekeken wat er gebeurt als de ene partij over meer informatie beschikt dan de andere.
Volgens het comité hebben niet alleen economen, maar ook andere sociale wetenschappen baat bij het werk van de economen. Bovendien kunnen hun inzichten ook gebruikt worden bij het vaststellen van eigendom."Hart en Holmström hebben de contracttheorie door hun grondleggende bijdragen doen uitgroeien tot een vruchtbaar onderzoeksveld", aldus het Nobelprijscomité. "Hun analyse van regelingen voor optimale contracten legt het intellectuele fundament voor politiek en instellingen op veel gebieden, van faillissementswetgeving tot de juridische vormgeving van staten."