Nieuwe regulatie op de woningmarkt vergroot woningnood

Nederland heeft te maken met een huizencrisis met een grote vraag naar woningen en een stagnerend aanbod, wat leidt tot hogere huizenprijzen. Matthijs Korevaar, universitair docent aan Erasmus School of Economics, geeft samen met Jasper H. van Dijk zijn visie op de Nederlandse woningmarkt in de Volkskrant (17 januari, 2024).

De auteurs leggen uit hoe politici de stijgende huurprijzen proberen aan te pakken door de huren van woningen te reguleren. Regulering levert echter altijd winnaars en verliezers op. Zo zal een nieuwe wet in Nederland die vaste huurcontracten tot norm verheft meer zekerheid bieden voor huurders, maar de risico's voor verhuurders vergroten. Daarentegen weert de Nederlandse overheid meer en meer investeerders die woningen willen opkopen en heeft de overheid de overdrachtsbelasting verlaagd, waardoor meer mensen een huis kochten om zelf in te wonen. Dit leidde tot meer schaarste op de markt voor huurwoningen, waardoor de huurprijzen stegen, leggen de auteurs uit.

Om huurders te compenseren voor deze hogere prijzen wil de overheid de huurprijzen van woningen betaalbaarder maken door een prijsplafond in te stellen voor een deel van de woningen op de ongereguleerde woningmarkt. De auteurs merken echter op dat een prijsplafond zal leiden tot een hogere vraag naar huurwoningen, terwijl het aanbod daalt en daardoor een nog groter tekort ontstaat. 

Vicieuze cirkel

Korevaar en van Dijk vrezen een vicieuze cirkel waarbij de negatieve neveneffecten van de ene beleidsmaatregel steeds weer moeten worden opgelost met een andere maatregel. Tot slot leggen ze uit dat het meest effectieve beleid om de huizencrisis aan te pakken is om meer huizen te bouwen. Ondertussen zou de overheid zich moeten richten op andere maatregelen dan de vraagzijde, zoals het stimuleren van samenwonen.

Voor het hele item van de Volkskrant, 17 januari 2024, vind het bestand hieronder

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen