Nieuwe btw-regels moeten op de schop

Heijnen legde de bestaande btw-regels onder een vergrootglas en toetste de Nederlandse wet onder meer aan het Europese recht. Zelfs nu de btw dit jaar haar 50-jarig bestaan viert, komt hij tot verrassende ontdekkingen.

Btw voor eigen rekening kwalijk

Door de complexe regels liggen discussies tussen het bedrijfsleven en de Belastingdienst constant op de loer, stelt Heijnen. Dat gaat soms zo ver dat ondernemers de btw voor hun eigen rekening moeten nemen. ‘Een erg kwalijke zaak, want ondernemers moeten als belastinginner voor de Nederlandse overheid juist altijd van btw worden ontlast.’

Nieuwe btw-regels op de schop

De nieuwe btw-regels die vanaf 1 januari 2017 gelden, maken alles volgens Heijnen alleen maar onduidelijker. ‘De wetgever heeft een beste poging gedaan om gaten te dichten en processen te vereenvoudigen. Dat verdient alle lof. De nieuwe regeling heeft alleen veel weg van ‘grote stappen, snel thuis’. De btw-regels moeten weer volledig op de schop, stelt hij. ‘Goede wetgeving is cruciaal, niet alleen voor ondernemers. Ook de Belastingdienst is gebaat bij duidelijke spelregels.’

Op gespannen voet met het recht

Heijnen komt tot de conclusie dat een aantal onderdelen op wel erg gespannen voet staat met het Europese recht. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe regels bij de verkoop van vorderingen of factoring. Onzekerheid met betrekking tot deze regels heeft grote gevolgen voor de waarde en prijszetting van die vorderingen. En dat veroorzaakt in de praktijk nu allerlei ellende.

Aan de andere kant: ondernemers kunnen bepaalde regels mogelijk ook aan hun laars lappen. Zo is het maar de vraag of er echt btw moet worden afdragen als facturen na een tijdje toch nog worden betaald. Daarnaast moet ook het effect van de regels bij de afwikkeling van faillissementen niet worden onderschat. De promovendus betwijfelt of curatoren de impact van de nieuwe regels voldoende overzien.