“Alles wat mij niet doodt, maakt mij sterker.” luidt het bekende citaat van filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900). Dat bleek voor velen een troost in de coronatijd, waarin we vooral op onszelf waren aangewezen en eenzaamheid en depressie op de loer lagen. Want, zo denkt de filosoof met de hamer, juist in tijden van lijden ontwikkelt de mens zich. Moeten we afzien om te kunnen groeien?
Tegenslag stelt in staat om grootse daden te verrichten. Grote blijdschap gaat volgens Nietzsche gepaard met een diepe treurnis, want wie ‘hemelhoog wil jubelen’, moet ook bereid zijn om ‘dodelijk bedroefd’ te zijn, aldus de Duitse filosoof. En in een wereld zonder God (want: “God is dood” – Aldus sprak Zarathustra) wordt de mens gedwongen zelf betekenis aan het leven te geven. Een flinke verantwoordelijkheid. Of biedt het juist verlichting?
In dit filosofisch college vertelt kersverse Denker des Vaderlands en Nietzschekenner Paul van Tongeren over de lessen die we kunnen trekken uit het denken van Friedrich Nietzsche over lijden en de kunst van het leven.
Paul van Tongeren is de Denker des Vaderlands 2021-2022. Hij is emeritus-hoogleraar Wijsgerige Ethiek in Nijmegen, Leiden en Leuven en houdt zich bezig met de deugdethiek van Aristoteles, het nihilisme van Friedrich Nietzsche en publieksfilosofie. Met Leven is een kunst won hij de Socratesbeker voor het urgentste en meest oorspronkelijke Nederlandstalige filosofieboek.
- Gerelateerde links
- Meer evenementen van Studium Generale
