Kinderen en jongeren krijgen steeds vaker te maken met nepnieuws op sociale media. “Maar kinderen hebben nog te weinig mediawijsheid om echt kritisch naar zulke berichten te kijken”, zegt Katinka Dijkstra van team Brein & Cognitie. Daarom heeft Dijkstra samen met haar collega’s en studenten de quiz ‘Nepnieuws ontmaskerd’ ontwikkeld om te onderzoeken of kinderen onderscheid kunnen maken tussen echt en nepnieuws en welke factoren hierin een rol spelen. Kinderen leren daarnaast al spelenderwijs hoe ze kritisch naar media moeten kijken en hoe ze nepnieuws kunnen herkennen.
We worden overspoeld door nepnieuws en misinformatie, maar ons brein heeft moeite met het herkennen hiervan. Dit heeft te maken met verschillende psychologische mechanismen. Als een bericht je bijvoorbeeld emotioneel raakt of wanneer iets aannemelijk klinkt, ben je sneller geneigd de informatie te geloven. “Mensen zijn geneigd om informatie te selecteren die hun overtuiging ondersteunt. Dit heet ook wel confirmation bias”, legt Dijkstra uit.
Kinderen zijn gevoeliger voor nepnieuws
Iedereen komt in aanraking met nepnieuws, zowel jong als oud. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen, maar ook oudere volwassenen gevoeliger zijn met betrekking tot misinformatie dan jonge volwassenen. Oudere volwassenen vergeten soms details of de bron van hun informatie waardoor ze moeite kunnen hebben met het beoordelen van of iets waar is of niet. “Kinderen zijn daarentegen kwetsbaarder voor nepnieuws dan volwassenen, omdat ze kritisch denken nog moeten leren”, legt Dijkstra uit. Aan de hand van de quiz onderzoekt Dijkstra kinderen in de leeftijdsgroepen van 8 tot 10 jaar en van 11 tot 15 jaar oud. Indien succesvol, draagt het onderzoek bij aan het versterken van weerbaarheid bij jongeren en sluit daarmee aan bij de strategie van ESSB op het gelijknamige thema.
Quiz als educatiemiddel
“We hebben voornamelijk gekozen voor een quiz als methode, omdat kinderen het heel erg leuk vinden om op een speelse manier, zoals een quiz, een opdracht te maken.” Ook legt Dijkstra uit dat een quiz veel ruimte geeft om diverse materialen uit verschillende bronnen te gebruiken zodat verschillende quizvormen voor verschillende leeftijdsgroepen te ontwikkelen zijn. Tussentijdse feedback op de antwoorden, bijvoorbeeld, zou tot betere resultaten later in de quiz kunnen leiden. Ook stelt Dijkstra dat een quiz een goed startpunt kan zijn voor ouders om in gesprek te gaan met kinderen. “Ik heb veel met ouders gepraat en zij geven vaak aan dat ze behoefte hebben aan manieren om met hun kinderen in gesprek te kunnen gaan over nepnieuws.”
Strategieën om mensen in nepnieuws te laten trappen
In de quiz spelen de kinderen tussen de 8 en 10 jaar een internet-politieagent die ‘gemene spionnen’ moet oppakken die andere mensen proberen te foppen. Vervolgens krijgen ze nieuwsitems te zien waarbij ze moeten aangeven of deze echt of nep zijn. In de quiz voor kinderen tussen de 11 en 15 jaar moeten kinderen de geloofwaardigheid van nieuwsitems beoordelen.
De onderzoekers passen verschillende nepnieuwsstrategieën toe in de quiz-onderdelen. “Dit zijn eigenlijk dezelfde strategieën als mensen die desinformatie verspreiden ook hanteren, zoals impersonatie, polarisatie en emotiewoorden gebruiken”, legt Dijkstra uit. Bij impersonatie doe je je voor als iemand anders, bijvoorbeeld je vader of een popster. Polarisatie is net als in politiek een veelgebruikt middel om nepnieuws te verspreiden. Ze proberen mensen dan moedwillig tegen elkaar op te zetten, zoals ouders versus kinderen, of jongens versus meisjes. Een andere strategie is het gebruik van emotiewoorden, zoals heel sterk negatieve (“dieptriest”) of heel overdreven woorden (“ontzettend”, “waanzinnig”) te gebruiken. “Nepnieuws prikkelt vaak je emoties. Als het je persoonlijk raakt ben je sneller geneigd om aan te nemen dat het waar is”, legt Dijkstra uit.
Nepnieuws ontmaskeren
Nepnieuws ontmaskeren kan best wel lastig zijn. Dijkstra legt uit dat dit onder andere te maken heeft met het ‘continued influence effect’. “Je slaat informatie op die je leest of hoort. Als vervolgens blijkt dat de informatie niet klopt, kan het nepnieuws alsnog blijven hangen. Nepnieuws is niet zomaar te wissen en te vervangen.” Het ontkrachten van nepnieuws lukt dus niet altijd door simpelweg de correcte informatie te geven. Het is zelfs nog moeilijker er als de correcte informatie niet overtuigend of te ingewikkeld is. “Mensen geloven liever in een simpele uitleg. Dus als het nepnieuws heel aannemelijk klinkt zullen mensen vaak eerder dit bericht geloven dan het correcte, maar ingewikkelder, bericht”, legt Dijkstra uit.
Het is belangrijk om mensen te waarschuwen voor het bestaan van nepnieuws. Het spelen van spellen, zoals een quiz, is mogelijk effectief om de strategieën van nepnieuws uit te leggen. Tijdens het Weekend van de Wetenschap verzamelen de onderzoekers data om empirische onderbouwing voor zulke veronderstellingen te kunnen krijgen. Als blijkt dat de quiz helpt bij het creëren van een meer kritisch bewustzijn bij kinderen, hopen Dijkstra en haar collega’s dat scholen de quiz op den duur integreren in hun lesprogramma’s.
Eerder dit jaar nam Dijkstra met collega’s deel aan Science Live van het NEMO Science Museum. Bij dit programma doen onderzoekers wetenschappelijk onderzoek met bezoekers van NEMO als proefpersoon. Voor onderzoekers is het een mooie kans om grote groepen proefpersonen met een diverse achtergrond te onderzoeken. Met meer dan 700.000 bezoekers per jaar is NEMO een ideale locatie voor wetenschappelijk onderzoek
- Meer informatie
Contact: Britt van Sloun, redactie en communicatie ESSB, vansloun@essb.eur.nl