Meet the professor: Een geweldige ochtend op OBS de Notenkraker in Hoogvliet

Foto van Jaco Dagevos
Foto van Jaco Dagevos

Op 23 mei verzorgde het Wetenschapsknooppunt van onze universiteit Meet the professor. Professoren van de EUR fietsten de stad door om op diverse basisscholen kinderen te laten kennismaken met het werk en het onderzoek van een professor. Hoogleraar integratie en migratie Jaco Dagevos bezocht basisschool de Notenkraker in Hoogvliet en schreef hier een verslag over. Een greep uit de vragen die de enthousiaste leerlingen van groep 7 op hem afvuurden zijn: ‘Hoe lang moet je studeren voordat je professor wordt?’ ‘Wat vindt u leuk aan de Erasmus universiteit?’ ‘Wat vindt u het leukste onderzoek dat u heeft gedaan?’ ‘Weet u hoeveel 300 x 244 is?’. 

Het idee van Meet the professor is dat hoogleraren in toga op de fiets naar een basisschool gaan en in vol ornaat de klas betreden. Fietsen naar Hoogvliet is echter een beetje ver, dus ik ging er naartoe met de auto. Met mijn toga onder de arm stapte de klas in. Het mooie aan het project is dat leerlingen in de afgelopen weken zijn voorbereid op de komst van hun professor. In lessen voorafgaand van mijn bezoek was al aandacht besteed aan wat een universiteit is, wat een professor doet en wat onderzoek globaal inhoudt. Dat de professor in toga zou komen, was eveneens aangekondigd. Ik heb de toga ter plekke aangetrokken. In de Rotterdamse variant is de stola altijd een lastig ding, want die zit vaak gedraaid, of te laag of te hoog. Op mijn vraag of iemand me daarmee wilde helpen, snelde direct een meisje naar voren die de stola keurig over mijn schouder drapeerde. 

Een toga en een baret

Het stond netjes vond men, zo’n jurk. ‘Waarom dragen professoren eigenlijk een toga en een baret?’ ‘Je bent toch al afgestudeerd?’ ‘En waarom een oranje stola – krijg je die omdat je hoger in rang bent?’ Of ‘omdat je Nederlander bent?’ Een mooie gelegenheid om toe te lichten dat er op de universiteit – een school voor grote kinderen zoals de rector het mooi omschrijft – verschillende scholen zijn met elk een eigen kleur. En zo keutelden we zonder moeite de les in. Op een gegeven moment zei een leerling: u heeft nog helemaal niet verteld hoe u heet. Inderdaad, niet netjes van me om mijn naam niet te noemen. ‘Wat willen jullie weten?’ Alleen een voornaam was voorlopig wel voldoende. Jaco schreef ik op het bord. Jaco, ‘Jaco de professor’ zeiden een paar jongens. Jaco de professor inderdaad. De klas vond dat wel mooi klinken, en ik eigenlijk ook wel. Mijn achternaam is Dagevos, en die schreef ik ook op het bord. De naam Dagevos komt uit Frankrijk, en mijn over-, over-, overgrootvader was een vluchteling, die naar Nederland kwam vanwege zijn geloof. Hij was protestant – weten jullie wat dat is? – en in Frankrijk wilden katholieken – idem – niet dat er protestanten in dat land woonden. Er zijn dus al heel lang mensen die vluchten naar landen waar het beter is.  

Een vak vinden wat je leuk vindt

Ondertussen bleven de vragen maar komen. Of ik getrouwd was, hoe oud ik ben – al radend kwam men uiteindelijk uit op 58 jaar, de leeftijd van de grootouders van een aantal van de kinderen. Wat was ik voor leerling ik op school? Wat vond ik het minst leuke vak? Rekenen en ontleden – er stonden voorbeelden op het bord over lijdend en meewerkend voorwerp, brrr. Of ik wel eens ben blijven zitten en of ik een brave leerling was? Ik vertelde dat ik een heel normale leerling was, die wel goed kon leren, maar zeker niet de beste was. Pas toen ik ging studeren kreeg ik de smaak te pakken en ben hard gaan werken omdat ik het leuk vond. Probeer dat ook te vinden, iets wat je leuk vindt en waar je enthousiast van wordt. Dat is het belangrijkste. Twee meisjes vertelden schuchter dat ze volgend jaar lessen gaan volgen op het gymnasium.

Een les over vluchtelingen

Mijn les ging over vluchtelingen. Ik vroeg als eerste om voor te stellen dat er een noodsituatie is en men snel ergens naar toe moet waar men niemand kent. Hoe zou je je dan voelen? Een jongetje, dat tot dan toe niets had gezegd, stak zijn vinger op: hij zou zich eenzaam voelen, en verdrietig voegde hij eraan toe. Anderen dachten ook dat ze vrienden en familie zouden missen. Een ander jongetje leek het eigenlijk wel wat, want dan was hij alleen en had hij geen last van zijn broertje en andere vriendjes. Vluchtelingen komen nu vaak uit Oekraïne wisten de leerlingen, en uit Syrië en Afrika. Ook Gaza en Israël werden genoemd. Een jongetje van – zo bleek – Syrische afkomst vertelde dat hij met zijn moeder en zusje per vliegtuig uit Syrië was gevlucht. Zijn vader was met een rubberboot gekomen. Hij was een jaar of vier toen hij naar Nederland kwam en vertelde in vloeiend Nederlands zijn verhaal. Een meisje met Syrische wortels meldde zich met het verhaal dat zij als baby samen met haar ouders naar Nederland was gevlucht. De ouders van een ander meisje waren vanwege oorlog in Suriname naar Nederland gekomen. 

Ik vertelde dat wij onderzoek doen naar Syriërs in Nederland en kijken hoe het met ze gaat. We onderzoeken onder meer hoe goed ze het Nederlands beheersen, afgemeten aan het cijfer dat zij zelf geven voor hun Nederlandse taalbeheersing. Ik liet de gemiddelde cijfers zien voor de drie metingen die we inmiddels hebben gedaan: 4,6 in 2017, 5,6 in 2019 en 5,8 in 2022. Het gaat dus steeds beter, hield ik de klas voor. Ja, maar 5,6 vind ik geen voldoende, zei een jongetje die ondertussen ook het gemiddelde van de drie metingen had uitgerekend (5,3). Verder lichtte ik toe dat jongeren veel sneller de taal leren dan oudere mensen. Een meisje bevestigde dit: het Nederlands van haar oma schoot niet erg op. 

Afscheid

En toen was het uur bijna om en de koek wel een beetje op. Een jongetje vroeg of hij nu een mop mocht vertellen. Ik moest nog meekomen naar de hoek waar de lijst met vragen hing die ik en de leerlingen hadden beantwoord. Of ik meer dan 1 taal sprak. Ja, maar dat gold ook voor meer dan de helft van de klas. De jongens waren geïnteresseerd in de vraag naar mijn voorkeur voor Ronaldo of Messi, voor Real Madrid of voor Barcelona. En Feyenoord? Natuurlijk voor Feyenoord.  En liever Messi en Barcelona, wat maar op weinig enthousiasme kon rekenen. Het Syrische jongetje vroeg of hij mijn baret op mocht, en dat mocht. Door de juf namen de leerlingen weer plaats en kon er afscheid worden genomen met een daverend applaus. Op de vraag van de juf wie ook professor wilde worden, staken toch zeker 7 of 8 kinderen hun hand op.         

   

Gerelateerde content
Rotterdamse hoogleraren gingen per fiets naar basisscholen in de stad om een keer geen college aan studenten te geven, maar les aan basisschoolleerlingen.
Kind steekt vinger op, hoogleraar voor de klas tijdens Meet the Professor 2024

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen