De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet de huisarts, praktijkondersteuner en wijkverpleegkundige als de spil in professionele zorg voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie. Maar ze beseft dat het sociaal domein ook een rol speelt en dat de cliënt zelf eveneens partij is. Dit heeft gevolgen voor het toezicht, stelt Anne Margriet Pot, die zich als hoogleraar over dit onderwerp gaat buigen.
Persoonsgerichte zorg
Hoe kan het toezicht in de langdurige zorg beter worden onderbouwd? Dat is een interessante vraag in het licht van de twee grote veranderingen die zich in de ouderenzorg afspelen. De eerste is dat in de verpleeghuizen de nadruk meer is komen te liggen op persoonsgerichte zorg. De tweede is dat kwetsbare ouderen veel langer thuis blijven wonen. Begrijpelijk dus dat de Inspectie een leerstoel ‘Toezicht op persoonsgerichte en geïntegreerde langdurige zorg’ heeft ingesteld. En niet vreemd dat die leerstoel juist is toebedeeld aan Anne Margriet Pot, adviseur langdurige zorg bij de Inspectie.
Nieuwe impuls
Volgens Roland Bal, hoogleraar beleid en bestuur van de gezondheidszorg aan de Erasmus School of Health Policy & Management – waar de leerstoel van Pot is ondergebracht – geeft haar aanstelling een nieuwe impuls aan het onderzoek naar het toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg.
“De leerstoel geeft aan dat de Inspectie er groot belang aan hecht om dat toezicht te onderbouwen en verder te ontwikkelen”, zegt Pot. “De vraag hoe we toezicht kunnen inzetten op persoonsgerichte zorg is heel actueel. Ook in het licht van de arbeidsmarktproblematiek in de langdurige zorg en de inzet van zorgtechnologie. En niet in de laatste plaats het gegeven dat langdurige zorg lang niet altijd gebonden is aan een institutionele setting.”
Forse uitdaging
Juist dat laatste stelt de Inspectie voor een forse uitdaging als het om de ouderenzorg gaat. Bij verpleeghuiszorg is sprake van één aanbieder, één adressant waarop toezicht kan worden gepleegd. Daarvoor bestaat een toetsingskader: het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Maar bij kwetsbare ouderen die in de thuissituatie verblijven, is sprake van een netwerk van partijen die een rol spelen in de zorg.
Samenwerking
“We zijn nu zoekende hoe we het toezicht op zorgnetwerken beter kunnen vormgeven”, zegt Pot. “In eerste instantie kijken we daarbij naar de huisarts, de praktijkondersteuner en de wijkverpleegkundige, want die zien we als de spil in de professionele zorg voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie. We kijken bijvoorbeeld naar hoe de samenwerking tussen deze partijen verloopt, een vorm van toezicht waarmee we inmiddels ervaring hebben opgedaan.”
Ze vervolgt: “Daaruit hebben we tot nu toe geleerd dat die mate van samenwerking per regio sterk verschilt. We zien regio’s waar dit heel goed loopt. Waar partijen goed op de hoogte zijn van de zorgbehoeften van kwetsbare ouderen en waar ook de juiste partijen worden betrokken om invulling aan de zorg te geven. Maar we zien ook situaties waarin het door de veelheid aan thuiszorgaanbieders voor de huisarts heel moeilijk is om overzicht te krijgen van het aanbod, en dat partijen daardoor elkaar niet goed weten te vinden.”
Kwetsbare ouderen
Hoe in het toezicht moet worden omgegaan met de koppeling tussen huisarts en sociaal domein, vraagt ook om nader onderzoek, aldus Pot. “In de coronacrisis hebben we gezien dat een aantal huisartsen die koppeling heel goed heeft opgepakt”, zegt ze, “dat moet nu structureel worden gedaan. Het is belangrijk geïntegreerd toe te zien op het pakket zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen thuis. Ons toezicht op de samenwerking tussen huisartsenzorg en wijkverpleegkundige zorg is daartoe een eerste stap. Er wordt nu ook onderzoek verricht naar de kenmerken van goed functionerende zorgnetwerken. Dat moet leiden tot de vervolgstap in de ontwikkeling van ons toezicht op zorgnetwerken.”
- Professor
- Meer informatie
Dit interview verscheen op 18 februari 2021 in De Eerstelijns: platform voor strategie en innovatie in en rond de eerstelijnszorg.