Syrische Rotterdammers tussen de tien en vijftien jaar doen het goed. Zo voelen ze zich thuis en beheersen ze de Nederlandse taal beter dan hun ouders. Dat blijkt uit onderzoek van sociologie promovenda Barbara van der Ent die bijna honderd kinderen bevroeg die in de afgelopen vijf jaar vanuit Syrië zijn gevlucht.
Het onderzoek van Barbara van der Ent maakt onderdeel uit grootschalige studie naar de Rotterdamse leefsituatie van Syrische statushouders tussen tien en vijftien jaar. Op veel gebieden gaat het goed met hen, blijkt uit het rapport ' Kinderen uit Syrië in Rotterdam' van sociologen van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van Stichting de Verre Bergen.
Kinderen integreren makkelijker dan hun ouders en maken ook makkelijker gemengde vriendschappen. “Kinderen zijn veerkrachtig, het is makkelijker voor hen om een nieuwe taal te leren en ze laten minder leven en status achter in het land van herkomst. Doordat ze ook nog gewoon naar school gaan en kunnen sporten, is het gemakkelijker om mee te doen in Rotterdam”, verklaart Van der Ent in NRC.
De kinderen leren de taal zo snel dat ze vaak hun ouders moeten helpen met belangrijke post en fungeren als tolk bij een bezoek aan de dokter. Dat kan de ontwikkeling van het kind in de weg staan en het kan ook emotioneel heftig zijn om geconfronteerd te worden met volwassen zaken, zo waarschuwt de promovenda in het interview.
Lees het volledige interview op NRC.nl
- Promovendus
- Meer informatie
Lees het volledige rapport.
- Gerelateerde content