Kansen voor een inclusiever hoger onderwijs

Student presenting at the ECHO Summit

Begin december 2022 vond op onze universiteit de ECHO-summit Kansen voor een Inclusiever Hoger Onderwijs plaats. Wij waren als universiteit de host van deze zesde editie en samen met ECHO, Expertisecentrum Diversiteitsbeleid, zetten wij de schijnwerpers o.a. op inclusieve educatie, stagediscriminatie en outreach.

Pravini Baboeram van ECHO leidde de aanwezigen door het tweedaagse programma. De officiële opening (en de start van het plenaire gedeelte) was in handen van onze rector magnificus - professor Annelien Bredenoord. Zij benadrukte het belang van het (blijven) aangaan van een open dialoog, ook als dat lastig is. Een voortdurende inzet en open blik om de dialoog aan te gaan blijven belangrijk. Verder ging de rector in op het belang van aandacht voor diversiteit en inclusie op onze universiteit.

D&I Office wordt IDEA Center

Onze Chief Diversity Officer - professor Semiha Denktaş - nam het publiek mee in de route die het D&I Office heeft afgelegd tot waar het nu staat; een team van gedreven professionals, waaronder een groot team dat zich bezighoudt met Outreach. En er is al veel bereikt. “Het is hier op de EUR nu niet meer de vraag óf we dit gaan doen, maar hoe we het doen. De meerderheid staat er positief in.” Zo hebben wij op onze website o.a. een kennisplatform gecreëerd over inclusieve educatie dat tools biedt die door iedereen te gebruiken zijn.

Semiha Denktaş deelde ook een scoop. Per 1 januari 2023 is Diversity & Inclusion geen programma meer op de EUR; het krijgt een structurele plek binnen onze organisatie. Het D&I Office wordt IDEA Center waarbij IDEA staat voor Inclusion, Diversity, Equity and Access.

Professor Abel Valenzuela van UCLA (University of California - Los Angeles) presenteerde zijn onderzoek naar (migranten)dagloners in LA, waarbij hij ras, ongelijkheid, migratie en de verschillen tussen en binnen wijken in LA onderzoekt. Hij benadrukte het belang van outreach, en het daadwerkelijk de wijken in gaan en de dagloners betrekken bij zijn onderzoeksprojecten en dataverzameling - ‘Ga van de campus af en betreed de echte wereld’.

Een voorbeeld van hoe hij wijken onderzoekt is door objectief te noteren welke middelen een gemeenschap in een wijk heeft. Zijn onderzoekers noteren of er een ziekenhuis is, of er een cultureel centrum is, wat voor winkels er zijn, of er scholen, speeltuinen, apotheken zijn. Zo focussen zij hun onderzoek niet op ‘arme wijken’; zij brengen in beeld hoe wijken van elkaar verschillen, gebaseerd op objectieve kenmerken.

Zijn onderzoek wordt beschouwd als uniek en er waren in het begin weinig (financiële) middelen beschikbaar, maar dat is in latere jaren ging dit beter. Als je werkt aan diversiteit en inclusie moet je geduld hebben - een woord dat tijdens deze summit vaak wordt genoemd. Aandacht voor en aanpak van diversiteit en inclusie is de laatste jaren - zowel in Amerika als in Nederland - gelukkig van incidenteel naar structureel gegaan.

Pravini Baboeram: “De discussie gaat over hoe we het doel kunnen bereiken, het doel is niet het voeren van discussie of we wel of niet aan diversiteit en inclusie moeten werken”.

Na dit plenaire gedeelte was er in de middag ruimte voor diverse parallelsessies over verschillende onderwerpen, zoals outreach, sociale veiligheid, sturingsdata diversiteit en inclusie en het bespreekbaar maken van institutionele uitsluitingsmechanismen.

Studenten Wahhab Hassoo (Vrije Universiteit Amsterdam), Marjolein de Beus (Hogeschool Utrecht) en Aki Negate (Erasmus Universiteit Rotterdam) gingen - als slot van dag 1 van de summit - met elkaar en met de zaal in gesprek over kansen en uitdagingen in het tegengaan van racisme, seksisme en andere mechanismen van uitsluiting in het hoger onderwijs.

Belangrijke onderwerpen die aan de orde kwamen, waren o.a. het coachen en trainen van docenten over terminologie en het omgaan met bepaalde discussies die tijdens colleges en in werkgroepen kunnen plaatsvinden. Ook outreach, het actief opzoeken van kinderen en jongeren op de basisschool en de middelbare school en kansen laten zien en toegankelijke maken, werd benadrukt.

Daarnaast werd er gediscussieerd over zelfstandigheid van studenten versus support voor studenten tijdens hun studie. In hoger onderwijs worden studenten vaak gewezen op hun eigen verantwoordelijk en dat zij zelfstandig moeten werken. Ja, zelfstandig werken is belangrijk, maar sommige studenten hebben wel hulp nodig om te leren zelfstandig te kunnen werken, omdat zij bijvoorbeeld geen hulp of steun van thuis krijgen, terwijl andere studenten dit wel hebben. Het is belangrijk om studenten als mens te zien. Met hun eigen worstelingen, ieder met hun eigen achtergrond. Hulp vragen is voor studenten niet altijd gemakkelijk. Het hebben van een studieloopbaancoach, mentor of begeleider kan helpen. Vraag studenten wat vaker wat ze nodig hebben en zorg dat ze leren hoe ze zelfstandig kunnen studeren.

Op 2 december opende professor Vinod Subramaniam, voorzitter van Divers en Inclusief Hoger Onderwijs en Onderzoek (DIHOO) het programma met een quote van John Lewis “Never, ever be afraid to make some noise and get in good trouble, necessary trouble”. Vinod Subramaniam: “Je inzetten voor diversiteit en inclusie is geen kwestie van een dag werk, of een week, of een maand, of een jaar. Het is een traject waarvoor je een lange adem moet hebben. Waardoor je soms in de problemen komt, maar dit zijn goede problemen. We doen dit voor een goed doel”.

Vinod Subramaniam ging met de hoger-onderwijsinstellingen in de zaal in gesprek over data, over de culturele barometer en over het belang van het herhalen van je boodschap. Semiha Denktaş gaf aan dat zij zonder data geen gesprekken kan voeren over diversiteit en inclusie. Je moet je verhaal kunnen onderbouwen.

Aan de aanwezigen van de EUR werd gevraagd hoe zij ervoor hebben gezorgd dat zij nu mee kunnen doen aan de Culturele Barometer van CBS. Semiha Denktaş: “Dit gaat niet over een nacht ijs. Je moet blijven communiceren, je boodschap uit kunnen leggen en het waarom blijven herhalen. Van groot belang is dat je aan zoveel mogelijk mensen in je organisatie noodzaak en nut uitlegt, en uiteraard HR en de privacy officers vanaf het begin meeneemt in dit proces.”

Vinod Subramaniam voegde hieraan toe: “We moeten de geest van de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) volgen, niet sec de letter. Semiha Denktaş: “We moeten een balans zien te vinden tussen dataverzameling en privacy, maar wel uitleggen dat de gegevens niet te herleiden zijn naar personen. Daarnaast hebben we een uitgebreide, duidelijke brief geschreven die naar alle medewerkers van de EUR is gegaan over dit onderwerp. Daarin stond uiteraard dat mensen ook bezwaar konden maken tegen het delen van hun gegevens. Het helpt daarnaast denk ik ook dat onze rector er helemaal achter staat.”

Vinod Subramaniam: “Voor dit soort zaken heb je ‘champions’ nodig. En je moet je boodschap en het waarom blijven herhalen. Haal de angel eruit dat gegevens echt niet traceerbaar zijn. Blijf het doel benadrukken, waarom je het doet”.

Om te spreken en met elkaar in discussie te gaan over stagediscriminatie kwam op deze tweede dag een panel van Ugoeze Anyanwu Podler (Landelijke Studenten Vakbond), Ercan Büyükçifçi (De Haagse Hogeschool), Dr. Tjitske Lovert (Hogeschool Inholland) en Mourad Ouari (CoachEmUp) aan het woord. Zij benadrukten dat samen optrekken van groot belang is voor een succesvolle aanpak van stagediscriminatie. In Den Haag wordt al veel samengewerkt op dit gebied. Tjitske Lovert: “Het is niet alleen een issue voor het onderwijs. En ook niet alleen een issue van de student, of alleen van het werkveld. Het grijpt allemaal in elkaar, het hangt allemaal samen. En daarom is een aanpak samen ook zo belangrijk. Belangrijke onderdelen zijn een bewustwordingscampagne over de urgentie van stagediscriminatie, het begeleiden, coachen en trainen van professionals in het onderwijs en werkgevers en monitoring en fact finding”.

Ercan Büyükçifçi gaf aan dat (stage)discriminatie geen nieuw fenomeen is. Dit speelt al jaren. En we weten uit onderzoek al heel veel. Als je solliciteert op een stageplek met een buitenlandse klinkende achternaam, heb je 40% minder kans om de stage te krijgen. Met een Arabisch klinkende achternaam zelfs 60% minder kans.

Mourad Ouari: “Er liggen zo veel kansen. Nu ook, met de krappe arbeidsmarkt. Er moet nu actie komen, de overheid moet hier ook echt mee aan de slag. Ondernemers en werkgevers moeten meer te weten komen en meer leren over kansen die stagiairs hen bieden”.

Ugoeze Anyanwu Podler: “Er wordt wel gepleit om anoniem te solliciteren, maar dat vind ik niet echt een optie, omdat mensen dan hun achtergrond moeten verloochenen. Waarom zouden ze hun eigen prachtige naam niet mogen gebruiken? Bovendien gaat het niet alleen over aan een stageplek komen, maar ook over discriminatie en microagressie tijdens stage. Als studenten hier melding van maken op hun opleiding, dan is het heel belangrijk om te laten zien en merken dat je hun melding serieus neemt. Laat zien wat er met meldingen gebeurt, vertel over het proces.”

Semiha Denktaş: “We moeten oppassen dat de student bij een melding niet de probleemeigenaar wordt. Het is heel goed om te zien hoe instellingen dit nu oppakken”.

Niek Putman van ECHO lichtte hun plan van aanpak en werkprogramma stagediscriminatie toe: “Ook bij ECHO hebben wij meerdere tools in ontwikkeling, gericht op docenten, stagecoördinatoren, studenten en het werkveld. Wij gaan hier in ons werkprogramma in zes stappen mee aan de slag. We maken o.a. een routekaart voor studenten, we gaan regionale bijeenkomsten organiseren over dit onderwerp en we ontwikkelen een campagne, gericht op docenten. Op 26 januari is de officiële kick-off van ons werkprogramma”.

De tweede en laatste dag van de summit werd afgesloten met een lunch waar nog flink nagepraat werd en waar connecties werden gelegd voor verschillende vervolgtrajecten.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen