Steeds meer westerse bedrijven vertrekken uit Rusland naar aanleiding van het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Als tegenreactie zet Rusland stappen om vertrekkende bedrijven te kunnen nationaliseren. Alessandra Arcuri, hoogleraar Internationale Handel en Investeringsrecht aan Erasmus School of Law, legt tegenover NOS uit wat bedrijven kunnen doen op het moment dat ze genationaliseerd worden.
Nationalisatie houdt in dit geval in dat de Russische staat de eigendommen van vertrekkende ondernemingen onteigent. Bedrijven kunnen nationalisatie ontlopen door hun activiteiten in Rusland niet te stoppen of door hun bezittingen voorafgaand aan nationalisatie te verkopen, maar dat levert weinig geld op en het kan een uitdaging zijn om een koper te vinden.
Als een bedrijf eenmaal onteigend is, rijst de vraag of een rechter dit besluit zou kunnen terugdraaien of dat schadevergoeding mogelijk is. Dat is lastig, legt Arcuri uit: “Dat hangt van veel wetten af. Ondernemingen kunnen op basis van een bilateraal investeringsverdrag een klacht indienen bij een internationaal arbitragetribunaal. Maar als daar een zaak wordt aangespannen, is het nog steeds allerminst duidelijk of bedrijven daadwerkelijk een schadevergoeding kunnen ontvangen.”
Arcuri waarschuwt verder ook voor andere gevolgen van het aanspannen van zo’n procedure: “Het is de vraag of zo’n zaak strategisch is als de onderneming in de toekomst ooit nog in Rusland wil terugkeren. En het is ook nog eens olie op het vuur in een conflict dat op zichzelf al explosief is.”
Er is ook iets anders te overwegen. “Zelfs als bedrijven een zaak bij het internationaal arbitragetribunaal aanspannen en winnen is het mogelijk dat Rusland failliet gaat. In dat geval, ontstaat het risico dat verschillende crediteuren gaan concurreren voor deze vordering, waardoor het geld terechtkomt bij machtige corporaties in plaats van bij de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne”, aldus Arcuri.
- Professor
- Meer informatie
Klik hier voor het hele artikel van NOS.