De Belastingdienst heeft enorme hoeveelheden data verzameld op basis van verstrekkende verplichtingen van belastingplichtigen. Bestuursorganen willen die fiscale informatierijkdom maar al te graag delen. De ‘informatiefabriek’ Belastingdienst nadert daardoor haar capaciteitsgrenzen voor het vergaren van fiscale gegevens. Dat stelt Marcel Snippe in zijn proefschrift over een veilige haven voor de fiscale informatierijkdom. Hij verdedigt zijn proefschrift vrijdag 11 januari aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Snippe deed comparatief onderzoek naar de toezichtsbevoegdheden van de Belastingdienst en andere toezichthouders. Want is de informantenrol van de Belastingdienst wel te verenigen met zijn wettelijke taak? En hoe zit het met de geheimhoudingsplicht? Ook stelde hij vast op welke wijze de Belastingdienst de belangen afweegt van burgers en bedrijven, toezichthouders en de Belastingdienst bij het verstrekken van gegevens.
Uniek
De Belastingdienst heeft een unieke positie door een collectieve verantwoordelijkheid voor burgers en bedrijven voor het heffen en innen van belastingen. Die wettelijke taak is van groot belang, aldus de promovendus, en vraagt om een brede maatschappelijke transparantie van burgers en bedrijven. Vertrouwen in de Belastingdienst is daarbij essentieel en mag niet worden beschaamd.
Gegevens delen
Gegevens en inlichtingen die burgers en bedrijven ook aan andere toezichthouders moeten verstrekken (functioneel equivalente gegevens), kunnen echter wel gedeeld worden. Maatschappelijk gezien kunnen andere, zeer zwaarwegende belangen bestaan die de Belastingdienst ertoe nopen om zelfs exclusief fiscale gegevens te delen met anderen. Naast een wettelijke verplichting zijn daarvoor transparantie en waarborgen evenwel noodzakelijk.
Keukentafel
Snippe concludeert dat het huidige kader voor het rechtvaardig delen van gegevens op onderdelen tekortschiet. Het uitwisselen van toezichtgegevens en het verstrekken van inlichtingen tussen bestuursorganen, moet plaatsvinden aan de ‘keukentafel’ van de burger of het bedrijf, stelt hij. Nu worden betrokkenen niet erin gekend, wanneer de Belastingdienst gegevens aan anderen verstrekt. Dat zou wel het geval moeten zijn.
Integreren
In het proefschrift doet hij aanbevelingen voor wijziging in wet- en regelgeving en hoe die kan plaats vinden. Het uitgangspunt moet zijn dat het uitoefenen van de taak als belastinginspecteur - vanuit zijn historisch gefundeerde rol als ‘financieele biechtvader’ - gepaard gaat met een strikte geheimhouding.
Het integreren van fiscale gegevens binnen het rijksbrede toezicht noemt hij ‘nog maar’ het begin dat – met een Europese integratie als tussenstop – uiteindelijk kan leiden tot een mondiale integratie van gegevens binnen het internationale toezicht.
Met zijn aanbevelingen hoopt Snippe een bijdrage te leveren aan het rechtvaardig integreren van fiscale gegevens in het rijksbrede toezicht en een verdere harmonisatie van bevoegdheden zonder concessies te doen aan het fiscale vertrouwen.
Dat laatste moet de Belastingdienst te allen tijde voor ogen houden, want, zo besluit Snippe zijn onderzoek, met de woorden van Abraham Lincoln uit 1854: ‘Als je eenmaal het vertrouwen van je medeburgers verliest, kun je hun respect en waardering nooit meer herwinnen’. En dat raakt ons allemaal.
- Meer informatie
Persvoorlichting Erasmus Universiteit Rotterdam, T (010) 408 1216 E press@eur.nl
Meer nieuws ontvangen? Schrijf je in voor de Erasmus Nieuwsbrief.
- Gerelateerde content