Medewerkers van Rotterdamse cultuurinstellingen leggen nauwelijks onbewust de associatie tussen maatschappelijke meerderheidsgroepen kunst met een grote K. Toch geven ze positievere evaluaties voor kunstwerken waarvan ze denken dat die door minderheidsmakers zijn gemaakt. Dit blijkt uit onderzoek van de Erasmus School of History, Culture and Communications in opdracht van de Rotterdamse raad voor kunst en cultuur (RRKC). Tijdens de Cultuurplanperiode 2017-2020 verdiept de RRKC zich in de vraag hoe inclusief de Rotterdamse culturele sector is. Onderdeel daarvan zijn de impliciete vooroordelen van medewerkers binnen het Cultuurplan.
Dat medewerkers positievere resultaten geven voor kunstwerken waarvan ze denken dat die door minderheidsmakers zijn gemaakt, komt misschien doordat dit werk meer intrigeert. Maar het kan ook komen doordat ze zeker niet willen discrimineren in hun antwoorden. Alleen de afkomst van de maker speelde hierbij een rol, niet de inspiratiebron. Dit lijkt te dat er vooral wordt gelet op de (vermeende) achtergrond van personen en minder op wat personen met hun achtergrond doen.
Onderzoeksresultaten: de belangrijkste conclusies
• Bekijk de website over inclusiviteit van RRKC
• Samenvatting van het rapport (PDF)
• Het gehele rapport (PDF)
Adviestraject
De bovengenoemde onderzoeken maken onderdeel uit van een vierjarig adviestraject van de RRKC over culturele diversiteit.