In een interview met Erasmus Magazine, Frank van Oort, hoogleraar Stedelijke en Regionale Economie aan Erasmus School of Economics, bespreekt de impact die het coronavirus heeft op de economie. Wat gebeurt er met de economie wanneer het openbaar leven tot een stilstand komt? Zal het virus Nederland in een diepe recessie gaan lijden? We lichten een paar hoogtepunten van het interview uit.
Hoe kijkt u als econoom naar de huidige gebeurtenissen?
‘In mijn leven is er niks gebeurd wat hierop lijkt. Dit kan het begin van een systeemschok zijn. We leven in een extreem geglobaliseerde wereld. Dat heeft heel veel positieve kanten, met name de beschikbaarheid van producten tegen lage prijzen. Maar het betekent ook dat een crisis als deze gelijk een globale crisis is, niet alleen omdat mensen meer reizen en elkaar dus sneller besmetten. Economisch is het interessant dat je hier de keerzijde ziet van de lange, extreem verweven waardeketens die de afgelopen decennia zijn ontstaan.’
Wat betekent het voor de Nederlandse economie dat een deel van het openbaar leven is platgelegd?
‘Het sluiten van horeca, scholen en kinderopvang leidt direct en indirect tot een grote terugval van de productie en consumptie. Het is een enorme klap voor het toerisme en de culturele sector, die zich nu thuis zitten af te vragen wat ze de komende maanden moeten gaan doen. Nederland is een echt dienstenland. En een deel van die diensten kun je misschien vanuit huis doen, maar als je een of meerdere kinderen op schoot hebt, wordt ook dat een stuk lastiger. Bovendien draait een groot deel van de diensten bij de gratie van een andere sector, zoals de industrie. Minder verkochte of geproduceerde auto’s betekent minder autoverzekeringen. En minder chemische industrie in de Rotterdamse haven, betekent minder financiële dienstverlening in het centrum van de stad.’
Wat zijn uw gedachten over de weerbaarheid van de wereldeconomie?
‘Ik krijg de afgelopen dagen het idee niet uit mijn hoofd dat we alles wel heel erg op scherp hebben gezet. Zo’n complexe internationale productieketen werkt als alles goed gaat, maar er hoeft maar een ding fout te gaan, of de boel stort als een kaartenhuis in elkaar. Van die kwetsbaarheid ben ik geschrokken.’
Maakt het voor het economisch herstel uit dat Nederland een dienstenland is?
‘Ik ben geneigd om ja te zeggen. We zijn flexibel en – specifiek bij deze crisis interessant – je kunt je werk in veel gevallen vanuit huis doen. Maar in persoonlijke dienstverlening (zorg, onderwijs, detailhandel, veiligheid), waar toch de helft van de bevolking werkt, is veel contact met mensen onontbeerlijk. In een diensteneconomie kun je diep vallen, maar ook weer snel opstarten. Bovendien zijn de vaste kosten laag in vergelijking met een economie waarin nog veel wordt geproduceerd, zoals Duitsland.’
Wat verwacht u in Rotterdam?
‘Begin maart, net voor het coronavirus in alle hevigheid in Nederland toesloeg, publiceerde Rotterdam de jaarlijkse economische verkenning, waaraan ik samen met een aantal collega’s heb bijgedragen. Uit die analyse blijkt dat de stad de afgelopen jaren fors groeit op het gebied van zakelijke dienstverlening. Dat levert veel op. Er is bovendien iets ongrijpbaars dat deze stad extra aantrekkelijk maakt. Rotterdam doet het de afgelopen jaren beter dan je zou mogen verwachten op basis van de aanwezige sectoren. Extra knap, omdat de energietransitie betekent dat de stad langzaam afscheid moet nemen van een deel van de bedrijvigheid die hier traditioneel gevestigd is. Er zit iets in de stad – de cultuur, de atmosfeer, de horeca – dat nieuwe mensen en bedrijven aantrekt. Ik ben zelf bezig aan een onderzoek naar de impact van de culturele sector. Een gezonde culturele sector resulteert in banen in de hele regio. Dit is nu en in de toekomst een sector die waarde heeft voor de stad.’
- Professor
- Meer informatie
Het volledige interview van Erasmus Magazine, 20 Maart 2020, kunt u hier vinden.