Gisteren werden de algemene verkiezingen in Nederland gehouden. De afgelopen weken hebben de politieke partijen gediscussieerd over een breed scala aan onderwerpen, zoals bestaanszekerheid en de woningmarkt. Ivo Arnold, hoogleraar monetaire economie aan Erasmus School of Economics, is ontevreden over het gebrek aan discussie over de Europese Unie tijdens de verkiezingen.
Europese begrotingsregels
Toen de euro werd ingevoerd, spraken de landen van de eurozone af om de overheidstekorten onder de 3% te houden en de totale staatsschuld onder de 60% van het BBP van een land.
Deze regels voor begrotingsdiscipline zijn volgens de hoogleraar nodig om te voorkomen dat de Europese Centrale Bank (ECB) onder druk komt te staan om een lage rente te handhaven. Een lage rente, zo merkt hij op, maakt het makkelijker om staatsschulden te financieren. Toch is een hoge rente soms ook nodig om de inflatie aan te pakken. Hoge overheidsschulden kunnen de ECB dus onder druk zetten bij hun beslissing om de rente te wijzigen.
(Gebrek aan) begrotingsdiscipline
Volgens Arnold zijn de begrotingsregels echter nooit goed nageleefd. Sterker nog, tijdens de COVID-19 pandemie werden de regels volledig aan de kant geschoven. De hoogleraar constateert daarmee een trend waarbij lidstaten gewend raakten aan hoge begrotingstekorten, omdat ze verwachten dat de ECB ingrijpt als de financiële markten het vertrouwen verliezen.
Een andere trend die de hoogleraar opmerkt, is een toenemende roep om meer geld toe te wijzen via de Europese begroting. In het artikel bespreekt en weerlegt Arnold twee argumenten voor deze roep.
Ten slot waarschuwt Arnold voor de mogelijke negatieve gevolgen van het rondpompen van Europees geld. In plaats daarvan benadrukt hij het belang van het stimuleren van de veerkracht van landen in de eurozone, het stimuleren van duurzamere overheidsfinanciën en daarmee het verbeteren van de concurrentiekracht van hun economieën.
- Professor
- Meer informatie
Voor het volledige item van het Nederlands Dagblad (18 november 2023), klik hier.