Wie bepaalt eigenlijk hoe je leven eruit ziet? Heb je controle of ben je een speelbal van het lot? En kun je eigenlijk wel baas zijn over je eigen leven? Studenten die denken dat ze meer controle hebben over hun toekomstige leven, studeren harder en intensiever dan studenten die dat niet denken. Dat bleek uit promotieonderzoek van Erasmus-promovendus Patrick Zeestraten. Hij onderzocht een aantal jaar geleden de mate waarin studenten denken controle over hun eigen leven te hebben en of dat van invloed is op hun human capital investeringsbeslissing.
Er zijn twee soorten mensen. Mensen die verantwoordelijkheid nemen voor hun leven en mensen die dat niet doen. Mijn vriend Herman - die geen Herman heet - hoort bij de laatste soort. Wanneer hij mij belt, belt hij vanuit de auto, want dat is het enige moment dat hij nergens hoeft te zijn. Soms vertelt hij mij dat hij nog zeven minuten kan praten. Als ik vraag hoe hij dat zo precies weet, zegt hij dat hij dat ziet op het schermpje van zijn TomTom. Als ik voorzichtig opper dat hij zijn leven niet hoeft te laten leiden door zijn navigatieapparatuur, lacht hij alleen maar. Niet alleen de TomTom bepaalt wat Herman doet. Ook zijn vriendin, zijn baas, zijn schoonouders en zelfs de bezorger van Albert Heijn bepalen hoe zijn leven eruit ziet. Hij heeft een baan waar hij niet blij mee is, maar hij weet ook niet wat hij anders zou willen. En omdat zijn vriendin de hele dag op hem zit te vitten, is hij niet gelukkig in de relatie. Maar weggaan is ook niet echt een optie. Het leven is hem niet gunstig gezind, vindt Herman. Hij wil het wel allemaal anders, maar hij kan niet.
‘Geleefd worden’
Geen verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven, betekent dat je voortdurend het idee hebt dat je geleefd wordt. Dat niet jij bepaalt welke kant je leven op gaat, maar dat je het lijdend voorwerp bent van toevallige gebeurtenissen. De Amerikaanse psycholoog Julian Rotter noemt dit een ‘externe locus of control’. Waarbij locus plek betekent, en je locus of control zou kunnen vertalen met de controlekamer van je leven.
Tegenover die externe locus of control stelde Rotter de interne locus of control. De loop van het leven wordt niet bepaald door anderen, maar door iemands karakter en gedrag. Het model van Rotter kan verklaren waarom mensen bepaalde acties ondernemen. Door een combinatie van de verwachte waarde van de uitkomst en de verwachte waarschijnlijkheid dat deze actie ook daadwerkelijk tot die waarde zal leiden, ontwikkelen mensen een bepaalde gedragspotentie.
Locus of control test
Om te meten in hoeverre mensen controle denken te hebben over hun eigen leven, ontwikkelde Rotter een locus of control test. Mensen die hoog scoren op interne locus of control menen dat de meeste gebeurtenissen in hun leven het gevolg zijn van hun eigen handelen. Mensen die hoog scoren op externe locus of control denken dat hun leven van toevalligheden aan elkaar hangt. Het goede dat hen is overkomen is omdat ze gewoon geluk hebben gehad, de slechte dingen zijn slechts pech.
Dit model is goed te vergelijken met hoe organisaties bepalen welke investering het beste is. Een inschatting van de waarschijnlijkheid dat de investering een succes is en het geld wat dan uiteindelijk uit te investering terugvloeit. Op dezelfde manier verklaart Rotter de waarschijnlijkheid van gedrag.
Continue schaal van controle
De theorie van Rotter is in de afgelopen halve eeuw bepalend geweest in de persoonlijkheidspsychologie. Zijn test wordt tot op de dag van vandaag gebruikt. Maar anders dan Rotter geloofde, zijn mensen niet in te delen in interne of externe locus of control. Het zijn twee uitersten op een continue schaal en ze sluiten elkaar niet uit. De meeste mensen hebben een zekere mate van beiden. Je kunt op verschillende vlakken in je leven het idee hebben dat je meer of minder controle hebt. Zo kun je ervan overtuigd zijn dat je succesvol bent in je studie omdat je nu eenmaal hard studeert. Terwijl je op het liefdesvlak maar blijft hopen tot het lot je gunstig gezind is en dat de ware vanzelf je leven binnen wandelt.
Het maken van keuzes
In werkelijkheid heeft iedereen een zekere mate van controle over zijn eigen leven. Elke beslissing die je maakt, al is het alleen maar de vakantiebestemming die je kiest, bepaalt hoe het leven eruit ziet. En juist in het maken van keuzes ligt het verschil tussen zelf controle nemen of de controle overlaten aan toevalligheden.
Meer controle is succesvoller
Maar waarom zou je keuzes maken? Waarom niet gewoon accepteren dat het leven nu eenmaal gaat zoals het gaat – in voor- en tegenspoed? Rotter, en vele onderzoekers na hem, ontdekte dat mensen die het idee hebben controle over hun leven te hebben vaak succesvoller zijn in hun werk. Ze zorgen beter voor hun gezondheid omdat ze denken dat ze ook daar controle over hebben. Ze hebben minder moeite met stoppen met roken of beter op hun gezondheid te letten omdat ze ook daarin hun eigen verantwoordelijkheid nemen. En ze zijn over het algemeen beter in het maken van keuzes.
Mensen die het idee hebben dat ze het lot niet in eigen hand hebben, leggen zich sneller neer bij het feit dat bijvoorbeeld kanker nu eenmaal in de familie zit of dat stoppen met roken weinig zin heeft als je al tien jaar hebt gerookt. Keuzes maken vinden ze moeilijk omdat het leven meestal keuzes voor hen maakt.
Schuldgevoelens
Het idee dat je niet verantwoordelijk bent voor wat er in je leven gebeurt, heeft natuurlijk ook voordelen. Wie de verantwoordelijkheid bij de buitenwereld legt, wordt ook niet geplaagd door schuldgevoel en had-ik-nou-maar-gedachten. Je hoeft jezelf geen verwijten te maken voor alles wat mis ging in het leven en hoe hoeft minder te piekeren over hoe je het allemaal anders had kunnen en moeten doen.
Machteloosheid
Maar de verantwoordelijkheid te veel bij anderen te leggen kent ook nadelen. Zo zorgt de neiging om je slachtoffer te voelen van de omstandigheden, er vaak voor dat iemand niet bereikt wat hij zou willen bereiken. Als je het idee hebt dat hogere machten je leven bepalen, levert dat een gevoel van machteloosheid op. En juist dat gevoel van machteloosheid, zo weten psychologen, maakt ongelukkig.
Maar wat houdt iemand tegen om meer grip op zijn leven te krijgen? Waarom gaat mijn vriend Herman geen opleiding volgen zodat hij wel het werk kan doen waar hij gelukkig van wordt? Waarom gaat hij niet weg bij zijn vriendin en vertrouwt hij erop dat hij een andere, leukere vrouw ontmoet? De verklaring is waarschijnlijk dat het ook geruststellend is om je neer te leggen bij beslissingen van buitenaf. Het lot heeft nu eenmaal beslist.
Kans en gezondheid
Vorig jaar kreeg professor Davey Smith van de University of Bristol een eredoctoraat aan de Erasmus Universiteit. In zijn toespraak vertelde hij over de wisselwerking tussen mens en omgeving. Gezondheidsproblemen bijvoorbeeld waren volgens hem deels te herleiden tot nature en nurture, maar er was nog een derde factor die een rol speelde: kans. Dat geldt ook voor de beslissingen die je maakt in het leven. Sommige dingen zijn gegeven (nature), anderen zijn geleerd (nurture) en een deel is geluk of toeval of kans. Je hebt niet overal invloed op. Maar soms meer dan je denkt.
Keuzes maken binnen beperkingen
Mijn vriend Herman vindt dat ik makkelijk praten heb. Mijn leven hangt van leuke dingen aan elkaar. Toen het geluk werd uitgedeeld, stond ik toevallig net vooraan, denkt hij. En dat vindt hij niet eerlijk. Mensen die hoog scoren op externe locus of control zijn meer geneigd om over de wereld te denken in termen van rechtvaardigheid. Ze zien de wereld niet zoals die is, maar zoals die zou moeten zijn. Maar het leven is niet eerlijk. Het leven is zelfs behoorlijk oneerlijk. Alle mensen krijgen te maken met teleurstelling, tegenslag, ziekte, dood en ongeluk. Maar hoe veel tegenslag je ook te verwerken krijgt, ieder mens houdt de keus om binnen de beperkingen keuzes te maken.
Locus of control verschuift
De mate waarin iemand neigt naar externe of interne locus of control in zijn leven is een persoonlijkheidseigenschap. Uit heel veel onderzoeken weten we dat deze eigenschappen redelijk stabiel zijn. Maar bekend is wel dat hoe ouder we worden, hoe meer we leren leven met het idee dat we niet altijd de baas zijn over het leven. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen een sterke externe locus of control hebben. Rond hun achtste jaar verschuift die naar een interne. Tot halverwege de veertig neigen de meeste mensen iets meer naar interne locus of control, daarna verschuift die naar extern.
Uiteindelijk zien we in dat we niet kunnen bepalen wat er op ons pad komt. Maar wel welke kant we op willen gaan.
Test: hoe veel controle heb je over je leven?
Tekst: Manon Sikkel Daelmans