De Nederlandse toerismesector lijkt het erg goed te doen met het oog op de huidige situatie. Er zijn echter grote verschillen tussen regio's en niet iedere branche doet het even goed. In een artikel van AD weidt senior onderzoeker Stedelijke Economie en Vastgoed aan Erasmus School of Economics Jeroen van Haaren uit over de verschillen tussen regio's en mogelijke oorzaken hiervan.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gingen in 2020 meer dan 5,9 miljoen Nederlanders op vakantie in eigen land. Voor sommige maanden houdt dit zelfs in dat de toerismesector beter gepresteerd heeft dan in 2019, een jaar dat sowieso te boek staat als een erg goed jaar voor het Nederlandse toerisme. Dit beeld oogt te goed om waar te zijn: in een jaar waar andere sectoren zoals de evenementensector, luchtvaartsector en de horeca naar betere tijden snakken lijkt de toerismesector ongedeerd. Als men wat dieper in de materie duikt, is de conclusie ook dat achter dit mooie cijfer een wereld schuilgaat waarin sommige branches het zwaar hebben en niet antwoorden aan het beeld dat dit positieve groeicijfer schetst. Zo zijn de cijfers in de hotelbranche helemaal niet zo rooskleurig, terwijl bungalowparken en huisjes in het groen gouden tijden doormaken. Volgens Elsje van Vuuren van NBTC Holland Marketing, heeft dit voornamelijk te maken met de preferenties van toeristen tijdens de pandemie: 'Mensen zochten duidelijk de rust op en wilden niet in de stad bivakkeren'. Waar sprake is van groei aan de ene kant, was er krimp bij hotels; zo kwamen buitenlandse toeristen, die vaak in de stad in een hotel overnachten, dit jaar niet naar Nederland.
Interstedelijke verschillen
Naast het verschil tussen stedelijke en rurale gebieden, wijst Van Haaren ook op de verschillen tussen steden. 'Den Haag profiteert nog wel redelijk van het kusttoerisme, met name van de Duitsers. Utrecht profiteert meer van het binnenlands toerisme, dat zou te maken kunnen hebben met hun centrale ligging en het feit dat er veel groen in de omgeving ligt. Maar Rotterdam mist die twee facetten en dus laat die stad op toeristisch vlak een stuk minder herstel zien.' Het CBS onderschrijft deze observaties: toerisme maakt een groei door in rurale gebieden met een hoop natuur, wat in schril contrast staat tot de afname van 34% qua overnachtingen in Rotterdam in vergelijking met 2019. Het verschil kan ook gezien worden binnen één gebied: zo is er een afname qua overnachtingen van 11,1% (wat alsnog aanzienlijk minder erg is dan de scherpe afname in Rotterdam), terwijl de provincie Utrecht als geheel zelfs groei ziet.
Andere factoren
Uiteraard kunnen we niet alle afname van toerisme in Rotterdam toeschrijven aan de eerdergenoemde omstandigheden. Van Haaren noemt ook een aantal andere factoren die van belang zijn en kunnen helpen bij het verklaren van de afname qua toerisme. Zo is het beeld van Rotterdam in de media de afgelopen maanden niet al te best geweest, was het aantal besmettingen hoog en was Rotterdam een van de eerste steden waar een mondkapjesplicht werd ingevoerd. Veel van het nieuws over corona is ook vanuit Rotterdam uitgezonden, wat ertoe kan leiden dat men Rotterdam gaat associëren met negatieve zaken. Bovenal is Rotterdam de stad van congressen en evenementen. Aangezien al deze congressen en evenementen geen doorgang konden vinden vanwege de pandemie, heeft de toerismesector een flinke klap gekregen.
Downloads
- Onderzoeker
- Meer informatie
U kunt het artikel van AD, 10 december 2020, hierboven downloaden en lezen.