Transgenders confronteren de topsport met ethische dilemma’s. Sportfilosoof Sandra Meeuwsen reflecteert hierop in dagblad Trouw.
Op het sportveld geldt het recht van de sterkste. Hoe passen transgenders daarin? Voor het eerst in zeven jaar heeft het Internationaal Olympisch Comité (IOC) haar standpunt gewijzigd en de toelating tot wedstrijden makkelijker gemaakt.
De wereld die draait om fysieke krachtmetingen kent een lange geschiedenis van toezicht houden op de lichamen van deelneemsters. Om de vrouwensport te beschermen, heet het dan.
“Het is een complex vraagstuk”, zegt Sandra Meeuwsen, filosoof en directeur van het Erasmus Centre for Sport Integrity & Transition. “Verschillende waarden uit de sport buitelen hier over elkaar heen: eerlijke competitie versus inclusie.” Traditiegetrouw worden wedstrijden op geslacht ingedeeld, maar werkt dat nog in deze genderfluïde tijd?
Meeuwsen: “We gaan toe naar een non-binaire samenleving. Ondertussen blijft de sport zeggen: we willen in je broekje kunnen kijken en dan beslissen wij of je mag meedoen. Op basis waarvan denken wij dat we die macht hebben?”
- Gerelateerde content