Een jobstijding is een slecht bericht en het verwijst naar het boek Job uit het Oude Testament waarin God en de duivel een weddenschap afsluiten over de gelovige Job. De duivel stuurt hem ramp na ramp maar Job valt niet van zijn geloof. De Koran kent een vergelijkbaar verhaal dus de uitleg was meteen duidelijk. Van binnen zijn we allemaal hetzelfde denk ik dan maar weer.
Ze hadden als opdracht een tekst te maken bij het schilderij Jobstijding (1932) van Carel Willink. Op het doek zie je een straatbeeld met rechts een man met een wandelstok op het trottoir. Uit een zijstraat aan de linkerkant iets achter de man komt een vrouw aangerend met een brief in haar hand en ze lijkt iets naar de man te roepen. De zon schijnt nog krampachtig uit het westen maar de kijker ziet op de achtergrond dreigende donkere luchten in rap tempo naderen. Wat staat er in de brief?
Laten we eerst naar de situatie kijken en dan beginnen we met de man. Hij is oud noch jong maar de wandelstok duidt bij velen op ouderdom. Je kunt op het schilderij niet zien of de man huilt maar daarvan is iedereen overtuigd.
‘Hij leest de brief met lopende tranen,’ schrijft iemand. Tranen lopen of rollen over de wangen maar lopende tranen klinkt op een of andere manier mooier. Volgens een andere schrijver komt de man zojuist uit het huis van de vrouw. ‘Hij draaide zijn rug tegen haar met ogen die met tranen vulden.’ Prachtig. Tarik gaat zelfs zover door te stellen dat de vrouw die hem achterna rent helemaal geen brief in haar hand heeft maar ‘een servetje om zijn huilen te helpen.’
Dan de dreigende wolken. ‘De wind blies tegen de wil van de mensen,’ schrijft Nuha. ‘Die wolken zijn echt slechte wolken,’ meent Tarik. We geven meteorologische verschijnselen vaak een karaktereigenschap. Regen is hier altijd de boosdoener maar een vriend in de woestijn, wind tegen is je vijand maar in je rug ben je hem dankbaar.
De rennende vrouw links op het schilderij is bijna in alle gevallen zijn vrouw, zijn geliefde, zijn dochter. In de meeste verhalen komt de man al dan niet met lopende tranen uit het huis van de vrouw. In dat geval hebben we een probleem want waarom rent ze hem achterna met een brief. Wat staat er in de brief?
Voor iemand die is opgegroeid in oorlog en geweld ligt de dood snel op de loer. ‘Zijn zoon is doodgemaakt maar zijn moeder leest dat hij is niet dood en ze gaan nu samen huilen,’ bedenkt Nuha die wel van een happy end houdt. Omgekeerd kan ook: ‘Hij wil niet denken dat zijn zoon niet leeft en zij zegt lees in de brief hij is dood.’ Of erger: ‘Zijn hele familie is dood en nu leest hij dat zijn broer ook dood is.’
Het kan ook zonder dood vindt Tarik (de man die de brief voor een servetje aanzag) ‘Zij zegt ik hou niet van jou want jij bent oude man met stok. Ik heb nu echte jonge man met vele spieren hij heet Tarik. Dus ga uit mij huis!’
Zoiets maar dan anders vertelt Luah ook: ‘Ik heb jou brief gevonden in de wasserij. Jij hebt andere vrouw en dat is slechte boodschap. Ik ga afscheiden. Zij loopt naar groot huis en zij gaat op het dak staan en zij springt naar beneden. En dan moet hij huilen want hij spijt hem. En hij gaat ook naar het huis en hij springt ook naar beneden.’
Op de dag dat ik het verhaal van Job en de jobstijding in de klas had verteld was Amira ziek. Ze begreep niet zoveel van de opdracht en schreef heel kort: ‘Je moet de brief in de bak voor de brieven gooien!’