Burgercollectieven op het terrein van energie, zorg en wijkontwikkeling schieten als paddenstoelen uit de grond. Initiatiefnemers vinden bestaande publieke voorzieningen vaak bureaucratisch of prestatiegericht georganiseerd. Ondanks dat veel burgercollectieven zichzelf zien als tegenreactie op het bestaande systeem, kunnen ze steun vanuit dit systeem – en dan met name vanuit de gemeentepolitiek – goed gebruiken om hun ambities duurzaam te verwezenlijken. Dit blijkt uit het proefschrift ‘The Governance of Self-Organization’ van bestuurskundige en sociologe José Nederhand, dat zij op vrijdag 6 december 2019 verdedigt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Voor haar onderzoek sprak Nederhand met meer dan honderd gemeenteambtenaren, wethouders, initiatiefnemers en vrijwilligers van burgercollectieven op het terrein van zorg en welzijn. Tevens bezocht zij verschillende burgercollectieven, deed ze mee aan activiteiten en was ze aanwezig bij overleggen van vrijwilligers. Daarnaast liet ze ambtenaren en initiatiefnemers stellingen sorteren over de gewenste relatie tussen gemeente en burgercollectieven. Deze activiteiten leidden ertoe dat ze een compleet beeld heeft gekregen van de voorkeuren en uitdagingen rondom het sturen van zelforganisatie.
Het belang van een politiek netwerk
De afgelopen jaren is er veel maatschappelijke en politieke aandacht geweest voor zelforganisatie in het kader van de zogenaamde participatiesamenleving. In deze samenleving staat het nemen van eigen initiatief centraal. Nederhand onderzocht hoe, en met welk effect, gemeenten sturing geven aan zelforganisatie en ontdekte de belangrijke rol die wethouders en gemeenteraadsleden kunnen spelen in deze sturing. Ondanks dat initiatiefnemers en gemeenteambtenaren eigenlijk geen sterke politieke inmenging in de koers van burgercollectieven lijken te prefereren, blijkt uit het onderzoek dat het krijgen van politieke support een belangrijke steun in de rug kan zijn voor burgercollectieven. Dit geldt ook voor ambtenaren die zich binnen de gemeentelijke organisatie voor de belangen van burgercollectieven inzetten. Het sturen van zelforganisatie vereist het maken van politieke keuzes tussen waarden. Bijvoorbeeld tussen gelijkheid en maatwerk en tussen effectiviteit en responsiviteit. De betrokkenheid van gekozen vertegenwoordigers bij dit soort fundamentele keuzes is daarbij essentieel.
Over José Nederhand
José Nederhand studeerde Bestuurskunde (bachelor en master) en Sociologie van Cultuur, Media en Kunst (research master). Na haar studie werkte ze in het internationale LIPSE-onderzoeksproject aan vraagstukken rond publieke sector innovatie. In 2015 startte ze haar promotietraject in het kader van het NWO Smart Governance programma bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur op het gebied van slimme en innovatieve sturingsvormen. Momenteel werkt ze als Universitair Docent Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en is ze onderdeel van het programmamanagement van het interdisciplinaire Erasmus Initiatief ‘Vital Cities and Citizens’.
- Meer informatie
Marjolein Kooistra, mediarelaties ESSB, e-mail: kooistra@essb.eur.nl tel: 010 4082135