Als het aan demissionair minister Ferdinand Grapperhaus ligt, wordt seks zonder uitdrukkelijke instemming strafbaar. Joost Nan, universitair hoofddocent Straf(proces)recht aan Erasmus School of Law, spreekt bij Studio Erasmus over de positieve en negatieve kanten van het voorstel voor nieuwe zedenwetgeving. Het nieuwe wetsvoorstel legt de lat voor bewijsvoering aanzienlijk lager, de vraag is of deze verlaging juridisch wel verstandig is.
Verlaagde drempel
Met de huidige wetgeving is alleen het opzettelijke en dwangmatige penetreren van het lichaam strafbaar. In dit nieuwe wetsvoorstel wordt het begrip ‘verkrachting’ een stuk ruimer. Nan: “Alle seksuele handelingen tegen de wil komen onder verkrachting te vallen, maar daarmee hoef je het lichaam van de ander helemaal niet binnen te zijn gedrongen.” Wanneer je op dit moment iemand seksueel onjuist bejegend, maar er geen sprake is van penetratie, is het alleen mogelijk om iemand te veroordelen voor aanranding.
MeToo-beweging
Internationale ontwikkelingen met betrekking tot de bescherming van de positie van de vrouw en de recente MeToo-beweging vragen om een actualisering van de huidige zedenwetgeving, vertelt Nan: “Er is altijd een wisselwerking tussen maatschappij en recht. Recht vormt af en toe de maatschappij, maar veel belangrijker is dat er vanuit de maatschappij ook normen zijn, die we strafrechtelijk gaan handhaven.” Dit wetsvoorstel is een duidelijk voorbeeld van het actualiseren van de wet.
Grijs gebied
Juridisch gezien, is er op dit moment een vrij groot grijs gebied, maar dit wetsvoorstel moet dat grijze gebied kleiner maken. Met de huidige wetgeving kan een verdachte zich makkelijk beroepen op het feit dat hij niet wist dat het tegen de wil van het slachtoffer handelde, tevens moet er sprake zijn van dwang. In de praktijk leiden dit soort gevallen tot vrijspraak. Daar lijkt verandering in te komen, volgens Nan: “Nu slaat het een beetje om naar de andere kant en wordt het slachtoffer wat meer beschermt. Als de een [redelijkerwijs] had moeten weten dat wat hij deed, tegen de wil van de ander was, dan is daarmee de strafbaarheid gegeven, mits er signalen waren voor de verdachte.”
Niet doorslaan
Hoewel Nan deze ontwikkeling in principe positief vindt, bepleit hij wel behoedzaamheid en een eerlijke rechtspositie van de verdachte: “Dat de maatstaf iets verlaagd wordt, (…) dat zie ik wel [als iets goeds], maar we moeten ervoor waken dat we niet door een ondergrens heen zakken en dat mensen zonder dat ze echt wisten dat ze een scheve schaats reden, een strafbaar feit begaan. Dat gevaar zit er wel een beetje in.”
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
Klik hier voor het hele fragment van Studio Erasmus.