Het kabinet is gevallen, maar blijft voorlopig regeren. Hoe zit dat?

Nadat het kabinet-Rutte IV op vrijdag 7 juli viel over het asielvraagstuk, deden zich er een aantal staatsrechtelijke kwesties voor. Er ontstond onduidelijkheid over wat de demissionaire status van het kabinet zou inhouden. Ook werd er – voorafgaand aan Ruttes aankondiging dat hij zich niet meer verkiesbaar zou stellen bij de navolgende verkiezingen – gespeculeerd over een motie van wantrouwen die tot een gedwongen vertrek van Mark Rutte zou kunnen leiden. Als tijdelijke opvolger zou dan een ‘zakenpremier’ kunnen aantreden, zo bepleitten Tweede Kamerleden Klaver en Kuiken zondag 9 juli bij Nieuwsuur. Ten slotte kwam het ‘controversieel verklaren’ van agendapunten nog aan de orde. Nick Efthymiou, universitair docent Staatsrecht aan Erasmus School of Law en Wouter Scherpenisse, promovendus aan Erasmus School of Law, proberen wat duidelijkheid te scheppen rondom deze kwesties.

“Wanneer een kabinet demissionair wordt, wacht het in feite op een nieuw aan te treden kabinet. Omdat het land niet zonder bewindspersonen kan, houden de demissionaire bewindspersonen eigenlijk de stoel tijdelijk warm,” leggen Efthymiou en Scherpenisse uit. De ontslagaanvraag van het kabinet die minister-president Rutte bij de Koning heeft ingediend is in dit geval het startpunt van de demissionaire periode. Deze periode eindigt op het moment dat de Koning het ontslag daadwerkelijk verleent via een zogenoemd ‘koninklijk besluit’ (zie artikel 43 van de Grondwet). De benoeming van nieuwe bewindspersonen, de eventuele herbenoeming van huidige bewindspersonen en het ontslag van de overige huidige bewindspersonen, vinden plaats op hetzelfde moment. “Een en ander zal pas gebeuren na de verkiezingen op 22 november 2023 en de daaropvolgende formatie. Kijkend naar de vorige formatie, zou Mark Rutte zomaar nog een jaar in het Torentje kunnen zitten,” verwachten de onderzoekers.

‘Zakenpremier’

Dan de motie van wantrouwen. Kan een demissionair kabinet alsnog ‘naar huis worden gestuurd’? Efthymiou en Scherpenisse: “Aangezien de ontslagaanvraag van het kabinet al bij de Koning ligt is dat niet mogelijk. Wel kunnen individuele bewindslieden vroegtijdig het schip verlaten als het parlement het vertrouwen in hen opzegt.” Maar waarom zou je het vertrouwen in een demissionaire minister willen opzeggen? “Er zijn vast veel redenen voor aan te wijzen, maar een mogelijke reden in dit specifieke geval zou een politieke kunnen zijn: het bemoeilijken van een terugkeer als premier.” Het aanstellen van een ‘zakenpremier’ in plaats van Mark Rutte is ook niet iets dat zomaar gebeuren kan. “Het is niet goed denkbaar dat een nieuwe premier zonder (impliciete) goedkeuring van een meerderheid van het parlement wordt benoemd, gezien de vertrouwensregel. Het staat het parlement namelijk vrij om ook het vertrouwen in een eventuele nieuwe 'zakenpremier' op te zeggen.” Overigens werd, door het voornemen van Mark Rutte om zich niet meer verkiesbaar te stellen bij de aankomende verkiezingen, de motie van wantrouwen ingetrokken en was de kwestie van een 'zakenpremier' uit de lucht. Het intrekken van de motie van wantrouwen na de aankondiging van het genoemde voornemen van Mark Rutte kan worden gezien als bevestiging van de zojuist genoemde politieke reden voor het indienen van de motie. “Nu Mark Rutte niet meer terug zou keren als minister-president was het niet meer nodig om zijn terugkeer te bemoeilijken door hem politiek te beschadigen,” aldus de onderzoekers.

Controversieel verklaren

Ten slotte verdient het ‘controversieel verklaren’ van onderwerpen nog wat aandacht. Beide Kamers hebben de mogelijkheid om onderwerpen aan te dragen die het demissionaire kabinet zou moeten laten liggen tot het volgende kabinet is aangetreden (zie bijvoorbeeld artikel 11.3 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer). “Hiermee tracht men te voorkomen dat een kabinet dat als geheel niet naar huis gestuurd kan worden, bepaalde wellicht gevoelige besluiten neemt,” lichten de staatsrechtjuristen toe. “Dit betekent echter niet dat de grote politieke vraagstukken per definitie blijven liggen.” Zo bleef het kabinet-Rutte III na overleg met de Tweede Kamer gedurende de COVID-19 periode beleid ontwikkelen op het COVID-19 dossier, terwijl het op dat moment al ontslag had aangevraagd bij de Koning. Zoals het er nu uitziet stelt de Tweede Kamer het controversieel verklaren van bepaalde onderwerpen uit tot september, vertellen Efthymiou en Scherpenisse: “Op dat moment krijgen we duidelijkheid op welke terreinen het demissionair kabinet-Rutte IV nog actief zal zijn. De verwachting is dat beleid rondom bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne, de Toeslagenaffaire en het gasdossier in Groningen niet stil zal komen te liggen.”

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen