Mary Pieterse-Bloem, Professor of Financial Markets at Erasmus School of Economics and Global Head Fixed Income at the Global Investment Center of the Private Bank of ABN AMRO, onderzocht samen met Amir Amel-Zadeh van Oxford University en Rik Lustermans van Erasmus School of Economics, de duurzaamheidsvoorkeuren van vermogende particuliere beleggers en het effect van duurzaamheidsratings op hun vermogensallocatiebeslissingen.
Aan de hand van een volledige geanonimiseerde dataset met meer dan 100.000 participanten van ABN AMRO’s private bank hebben de onderzoekers gekeken hoe beleggers hun aandelen- en obligatieportefeuilles inrichten op ESG-scores (Environmental, Social and Governance) en of ze deze ook aanpassen als de scores hierop veranderen.
Bepalen van ESG-scores
Volgens Mary Pieterse-Bloem is het bepalen van zo’n ESG-score lastig, omdat het een breed begrip omvat. Allereest moet worden gekeken of het bedrijfsmodel groen genoeg is. Is het bedrijf niet vervuilend en produceren ze duurzaam? Daarnaast is er een sociaal aspect, zoals bijvoorbeeld de omgang met medewerkers. En als laatst speelt de vraag een rol hoe het bedrijf geleid wordt. Deze ESG-score moet methodiek worden opgebouwd door externe partijen zoals Sustainalitics en Morningstar, die alle benodigde data verzamelen. Hier gaat veel tijd in zitten, waardoor het bepalen van de score een grote kostenpost is voor banken en bedrijven, stelt Pieterse-Bloem. Met hun onderzoek wil ze dan ook duidelijk maken wat het belang is van de ESG-scores en welke voordelen ze met zich mee brengen.
Een aannemelijk causaal verband
Uit de resultaten bleek dat dat beleggers reageren op veranderingen in de duurzaamheidsratings van hun portefeuillebeleggingen, door hun portefeuilles opnieuw in evenwicht te brengen met activa met een hogere duurzaamheidsrating. Deze beleggingen blijken het in Corona tijd ook beter te doen dan klassieke beleggingen, stelt Pieterse-Bloem. Verder toont het onderzoek significant grotere beleggingsstromen naar activa met een hoge duurzaamheidsrating in vergelijking met activa met een lage duurzaamheidsrating. Er wordt dus meer belegd in ondernemingen en instanties met hogere ESG-scores. Ook wordt er positief gereageerd door investeerders als de ESG-scores verbeteren en negatief als de scores verslechteren. Pieterse-Bloem ziet een verschil van 15% van de maandelijkse gemiddelde beleggingsstromen bij haar klanten. Gedurende de gehele meetperiode gaat dit om een bedrag van rond de 210 miljoen euro. Dit is verschil is echt heel groot, benadrukt Pieterse-Bloem. Door gebruik te maken van een quasi-natuurlijk experiment en een eventstudie is met het onderzoek een aannemelijk causaal verband aangetoond tussen de beleggingsstromen van particuliere beleggers en de duurzaamheidsratings van bedrijven, concludeert Mary Pieterse-Bloem.