Duurzaamheid is een belangrijk Europees agendapunt en universiteiten kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van betere manieren om productiviteit te meten. Dit was het speerpunt op een door Erasmus Universiteit Rotterdam georganiseerd congres in Brussel op 20 en 21 maart 2024.
Europa heeft een betere manier nodig om zijn welvaart en maatschappelijk welzijn te meten en universiteiten spelen een sleutelrol bij het ontwikkelen en bevorderen van de daarvoor benodigde nieuwe, duurzaamheidsbewuste meetmethoden.
Dit concludeerden de sprekers op een congres dat Erasmus Universiteit Rotterdam organiseerde in Brussel in maart. Het probleem is volgens hen dat conventionele welvaartsmaatstaven zich vooral richten op het bruto binnenlands product (bbp) en geen rekening houden met factoren als milieukosten, inclusiviteit of maatschappelijk welzijn.
De boekhouding klopt niet
"Als we geen rekening houden met dit soort kosten, klopt onze boekhouding gewoon niet", aldus Stientje van Veldhoven, wereldwijd vicepresident en regionaal directeur voor Europa bij het in Washington gevestigde World Resources Institute. Uit de benadering vanuit het bbp blijkt niet hoe de rijkdom is verdeeld. Bovendien blijven de lasten die toekomstige generaties zullen moeten dragen, buiten beschouwing.
Van Veldhoven wees erop hoe belangrijk het is om neveneffecten in te schatten. Het stimuleren van hernieuwbare energie door meer toepassing van bio-energie verergert bijvoorbeeld het probleem van tekort aan grond. "Dit is onze laatste planeet. Toch wordt in veel beleidsmaatregelen gedaan alsof dat niet zo is," zei ze.
Fundamentele rol universiteiten
Iliana Ivanova, Europees commissaris voor onderzoek, benadrukte de rol van universiteiten bij grootschalige transformaties, zoals de aanpassing aan klimaatverandering of het omarmen van de digitale transitie: "Universiteiten zoals de uwe spelen een fundamentele rol bij het bevorderen van inclusieve en duurzame welvaart. U biedt studenten de hulpmiddelen, kennis en vaardigheden die nodig zijn om oplossingen te creëren, welvaart te genereren en die welvaart effectief te delen met hun gemeenschappen door middel van bedrijven en het creëren van banen." En ze voegde daaraan toe dat het hoger onderwijs in Europa zich in een unieke positie bevindt om universiteiten een grotere bijdrage te laten leveren aan inclusieve en duurzame welvaart.
Oneerlijke verdeling van middelen
Martin de Jong, wetenschappelijk directeur van het Erasmus Initiative ‘Dynamics for Inclusive Prosperity’, zei dat er talloze pogingen zijn gedaan om indicatoren naast het bbp op te nemen, zoals de Human Development Index, een samengestelde maatstaf voor levensverwachting, onderwijs, inkomen per hoofd van de bevolking en andere factoren, die wordt gebruikt door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. Wat nodig is, is een bredere aanpak waarbij de overheid, onderwijsinstellingen en bedrijven betrokken worden – en waarbij sociale en politieke wetenschappen, juridische studies, technologisch inzicht en andere factoren worden samengebracht.
De Jong wees erop dat problemen rond duurzaamheid niet voortkomen uit een gebrek aan middelen of financiering, maar eerder uit de manier waarop die middelen worden verdeeld: "Onze boekhouding is op orde, maar die van de samenleving niet."
Is het integreren van nieuwe criteria wel genoeg?
Mikel Landabaso Alvarez, directeur fair and sustainable economy bij de European Commissies Joint Research Centre, wees op een poging onder leiding van de Commissie tot het categoriseren van criteria die meer omvatten dan enkel het bbp. De in 2021 gelanceerde Resilience Dashboards bieden statistische gegevens over verschillende aspecten – sociaal en economisch, groen, digitaal en geopolitiek – om de relatieve sterke en zwakke punten in de veerkracht van de EU-lidstaten ten opzichte van klimaat, gezondheid en andere factoren in kaart te brengen.
Michaela Karamperi, coördinator nieuwe economie bij Generation Climate Europe, een netwerk van jongerenorganisaties voor klimaatactie, vroeg zich af of er wel genoeg politieke wil is om de nieuwe criteria te integreren. Ze merkte op dat gemeenschappen en het publiek moeite kunnen hebben om te begrijpen wat ‘het bbp voorbij’ inhoudt, omdat zij zich richten op meer directe problemen, zoals huisvesting of landbouw.
Positieve maatschappelijke impact blijven maken
Daarom is het de rol van universiteiten om in contact te treden met gemeenschappen en discussies aan te gaan om de behoeften van het publiek te peilen en het te overtuigen van de noodzaak van duurzame groei. Ed Brinksma, voorzitter van het College van Bestuur van de universiteit, zei dat dit jaar voor Erasmus Universiteit Rotterdam een overgang markeert tussen strategische periodes, maar dat de toewijding van de universiteit aan duurzame welvaart onveranderd blijft: "We willen vasthouden aan de visie die ten grondslag ligt aan de huidige strategische periode, namelijk het stimuleren van een positieve maatschappelijke impact."
Brinksma voegde eraan toe dat ook Brussel zich op een kantelpunt bevindt. In dit verband benadrukte Gosse Simon Vuijk, assistent van Christian Ehler, een Duits lid van het Europees Parlement, de rol van universiteiten in het contact met EU-beleidsmakers en het aangaan van het debat door het delen van ervaring en expertise.
Van Veldhoven betoogde dat beleidsmakers de voordelen van de nieuwe aanpak beter moeten verwoorden, door nadruk te leggen op de impact op de gezondheid en algehele levenskwaliteit van mensen. Bovendien moeten universiteiten beleidsmakers feiten aanreiken en zo de basis leggen voor een op feiten gebaseerd beleid: "De wetenschap is absoluut onmisbaar en we moeten proberen om deze raakvlakken tussen wetenschap en beleid nog beter te laten werken."
Co-creatie is vereist
Volgens de Jong vereisen succesvolle transities, of ze nu groen of digitaal zijn, daarnaast co-creatie, waarbij wetenschappers samenwerken met de industrie en de overheid om te beslissen op welke gebieden ze zich moeten richten.
In deze co-creatieprocessen is het bieden van kansen aan jongeren van essentieel belang. Karamperi wees erop dat de mogelijkheden voor jonge onderzoekers van lidstaat tot lidstaat aanzienlijk verschillen en dat universiteiten in staat moeten worden gesteld om deze mogelijkheden te bieden: "We moeten talenten creëren en niet alleen de besten van de besten uit andere landen aantrekken." Ook Alvarez merkte op dat universiteiten lokaal geworteld moeten zijn om zo innovatie te bevordering die op mondiaal niveau kan concurreren.
Veranderingen in onderzoek doen
De deelnemers bespraken daarnaast de veranderingen die nodig zijn in het onderzoekssysteem. Eveline Crone, hoogleraar Ontwikkelingsneurowetenschap in de Maatschappij aan het Society Youth Neuroscience Connected (SYNC) lab aan de Erasmus Universiteit, zei dat universiteiten de stemmen van ‘de wetenschappers van de toekomst’ nodig hebben om het onderzoekssysteem te transformeren. Vuijk pleitte voor meer basisfinanciering voor universiteiten.
Tot slot zei Ivanova dat de Commissie streeft naar ‘inclusieve excellentie’, waarbij iedereen de mogelijkheid heeft een bijdrage te leveren aan het welzijn van de samenleving, ongeacht achtergrond, geslacht en economische omstandigheden. Ze voegde eraan toe dat langetermijninvesteringen in onderzoek en innovatie essentieel zijn voor het bevorderen van welvaart.
- Meer informatie
Science|Business trad op als mediapartner van het congres “Inclusive and Sustainable Prosperity: Re-thinking the role of universities".
- Gerelateerde content