De gevangenissen in Nederland puilen uit. Staatssecretaris Ingrid Coenradie kondigde daarom eind 2023 aan dat sommige categorieën gedetineerden voortaan drie dagen eerder vrij mogen komen. Inmiddels is er in het gevangeniswezen sprake van een ‘code zwart’ waardoor de staatssecretaris voorstelt om dat ‘eindverlof’ uit te breiden naar twee weken. Het zijn politiek gevoelige maatregelen, vooral voor partijen die zweren bij strengere straffen die volledig worden uitgezeten. PVV-leider Geert Wilders reageerde op X met “No way!” op het voorstel, ondanks dat het van zijn eigen staatssecretaris komt. Maar hoe is het voorstel te plaatsen in het licht van het cellentekort? Is zo’n regeling eigenlijk effectief, of zijn er betere oplossingen? NEMO Kennislink sprak met Sanne Struijk, hoogleraar Sanctierecht aan Erasmus School of Law, over dit onderwerp.
Volgens Struijk is het cellentekort geen onverwachte ontwikkeling. “Het gaat in het gevangeniswezen altijd in golfbewegingen,” legt ze uit. “Het ene moment zijn er te veel cellen, een paar jaar later zijn het er te weinig.” In 2015 had Nederland nog een cellenoverschot en werden zelfs Noorse en Belgische gevangenen hier tegen vergoeding gehuisvest. Die situatie is inmiddels volledig omgeslagen.
Geen plek – maar waarom?
Het tekort aan cellen komt niet doordat Nederland ineens crimineler is geworden. “Het is niet zo dat de criminaliteitscijfers zijn gestegen,” benadrukt Struijk. De werkelijke oorzaken zijn structureler van aard. Zo zijn in het recente verleden gevangenissen gesloten, zijn rechters zwaarder gaan straffen en is de regeling voor voorwaardelijke invrijheidstelling aangescherpt.
“Rechters leggen nog steeds in de meeste gevallen een kortdurende gevangenisstraf op. Maar in een klein aantal gevallen wordt er de laatste jaren juist steeds vaker een hele lange, zo niet een levenslange gevangenisstraf opgelegd,” zegt Struijk. Daarnaast is het aantal combinatievonnissen – een gevangenisstraf gevolgd door tbs – toegenomen. “En in die combinatie wordt eerst de gevangenisstraf uitgezeten, tot twee jaar voor het aflopen van de duur daarvan. Dus hoe langer die opgelegde gevangenisstraf duurt, hoe zwaarder dat drukt op de bezetting in de penitentiaire inrichtingen (PI’s).” Daarbij komt dat er ook een tekort is aan plekken in tbs-instellingen. “Daardoor blijven tbs-passanten noodgedwongen langer in de PI’s.”
Verder speelt ook het personeelstekort een grote rol. “Net als overal in Nederland is ook in gevangenissen het personeelstekort toegenomen,” zegt Struijk. “Er zijn veel oudere bewaarders die met pensioen gaan. En jonge mensen kiezen vaker voor andere, beter betaalde banen, zoals in de particuliere beveiliging. Zonder voldoende personeel komt het dagprogramma in de knel en kunnen er in het uiterste geval minder gedetineerden worden geplaatst, ongeacht het aantal gebouwen dat als noodoplossing zou kunnen worden heropend of bijgebouwd.”
Vroeger vrij – heeft het effect?
De vraag is of maatregelen zoals het eerder vrijlaten van gedetineerden het probleem echt oplossen. Struijk is daar duidelijk over: “Nee, er is nog niet bekend hoeveel capaciteit hiermee vrij zou worden gemaakt. Van het huidige ‘drie dagen eerder heenzenden’-beleid gaf de staatssecretaris in december aan dat dat naar verwachting vier gevangenisplekken zou opleveren op jaarbasis. Dat is dus een druppel op een gloeiende plaat. Het heeft ook niet kunnen voorkomen dat er in december sprake was van een code zwart.”
Het idee om meer gedetineerden gezamenlijk in één cel te plaatsen, wijst ze eveneens af. “Onze cellen zijn gebouwd voor één persoon. In sommige cellen is echter een dubbele bezetting mogelijk, de zogeheten meerpersoonscellen. Die zullen de komende tijd vaker worden benut, zo kondigde de staatssecretaris aan. Maar bij plaatsing op zo’n meerpersoonscel neemt de kwetsbaarheid van mensen toe. Het risico op geweld stijgt.” Bovendien vraagt het voorstel meer van het toch al overbelaste personeel. “Het maakt nogal uit of je ’s ochtends de deur opent van een cel met één of met meerdere bewoners.” In dat verband is volgens Struijk de door een PVV-Kamerlid geopperde idee van achtpersoonscellen volstrekt onhaalbaar.
Alternatieven: van enkelband tot taakstraf
Volgens Struijk moeten we anders naar straffen gaan kijken. Vooral bij lichtere vergrijpen is opsluiting lang niet altijd nodig. “In Nederland zitten bovendien heel veel mensen in voorlopige hechtenis. Dat gebeurt hier meer dan in andere landen.” In België en Duitsland worden vaker alternatieven ingezet, zoals een enkelband.
Ook na veroordeling zijn er alternatieve mogelijkheden. “Rechters zouden vaker taakstraffen kunnen opleggen of voorwaardelijke straffen, met toezicht van de reclassering.” Die straffen blijken effectief te zijn en het is minder soft dan het lijkt: “Stel dat je 120 uur taakstraf opgelegd krijgt, verdeeld over dagen van acht uur. Naast je gewone baan. Met elke week een dag taakstraf ben je vijftien weken zoet.” Het voordeel is dat deze alternatieven vooral gelden voor de minder ernstige vergrijpen – de overgrote meerderheid van de misdrijven. “Zo blijft er binnen de gevangenismuren plek voor daders die zich schuldig maakten aan ernstige gewelds- of zedenmisdrijven.”
Hoopvolle ontwikkelingen
Toch is er ook ruimte voor optimisme. “Er wordt aan de voorkant wel bekeken of de korte gevangenisstraf kan worden teruggedrongen door alternatieve sancties,” vertelt Struijk. “Ook is er een wetsvoorstel in de maak om elektronische thuisdetentie mogelijk te gaan maken als hoofdstraf.” In dat geval hoeft iemand dus helemaal niet meer fysiek naar de gevangenis, maar wordt de straf thuis uitgezeten met elektronische controle. Zulke experimenten zouden volgens haar op termijn écht verlichting kunnen bieden.
- Professor
- Meer informatie