Gedetineerden door wetswijziging langer in de cel

Op 1 juli 2021 is de Wet Straffen en Beschermen gedeeltelijk in werking getreden. Sanne Struijk, universitair hoofddocent Strafrecht aan Erasmus School of Law en tevens bijzonder hoogleraar Penologie en Penitentiair Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, duidt de verandering in de rechtspositie van gedetineerden.

De wetswijziging behelst grote veranderingen voor gedetineerden wat betreft het stelsel van detentiefasering en de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.). “Voor 1 juli 2021 kon een gedetineerde voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld na het uitzitten van twee derde van de opgelegde gevangenisstraf; dat blijft als zodanig onveranderd maar de periode van die v.i. wordt nu gemaximeerd op twee jaar”, zo licht Struijk onlangs toe bij Shownieuws. “Voor veroordeelden die een gevangenisstraf tot zes jaar opgelegd hebben gekregen, maakt dit niet uit, maar bij oplopende straffen maakt het wel een wezenlijk verschil. In het voorbeeld van een veroordeling tot 30 jaar gevangenisstraf ontstaat bijvoorbeeld onder de oude v.i.-regeling na 20 jaar een mogelijkheid tot invrijheidstelling, terwijl dit onder de nieuwe v.i.-regeling pas na 28 jaar ontstaat”.

Vrij zonder voorwaarden

“Een belangrijk doel van deze wet is om de v.i. minder vrijblijvend te maken, gedetineerden zullen hun externe vrijheden echt moeten verdienen onder het nieuwe stelsel”, aldus Struijk. Aanvullend op haar optreden bij Shownieuws geeft Struijk aan dat er mogelijk nadelen kleven aan de wetswijziging. “Zo is het in het genoemde voorbeeld mogelijk dat een gedetineerde met een 30-jarige gevangenisstraf besluit om die twee laatste jaren aan straf gewoon in de gevangenis uit te zitten, waarna hij vrijkomt zonder enige voorwaarden, zonder (elektronisch) toezicht en  zonder hulp bij herintreding in de maatschappij”. Het is volgens Struijk zeer de vraag of dat in het belang van de samenleving is.

Kritiek uit de rechtspraktijk

Daarnaast vraagt Struijk zich af hoe het nieuwe v.i.-systeem vorm zal krijgen, omdat het een goed werkend systeem moet gaan vervangen. Struijk geeft aan dat de beroepspraktijk kritisch reageert op de wetswijziging. “Met name de overgangsperiode zorgt voor schuring. Zo zal een verdachte die voor 1 juli 2021 door de rechtbank is veroordeeld en daartegen geen hoger beroep heeft ingesteld onder de oude v.i.-regeling vallen, terwijl de verdachte die daar wel hoger beroep tegen heeft ingesteld en door het hof na 1 juli 2021 wordt veroordeeld onder de nieuwe v.i.-regeling zal vallen.”

Universitair Hoofddocent
Meer informatie

Bekijk het item in de Shownieuws uitzending van 10 juli hier (7:02).

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen