Inmiddels is het kabinet verder gaan nadenken over de invulling van de bezuinigingen en tevens onderzoeken ze of en in hoeverre er crisismaatregelen genomen kunnen worden om de Nederlandse economie aan te jagen. Volgens het Centraal Planbureau zal de Nederlandse economie dit jaar met 1,25% krimpen en de werkloosheid zal nog verder oplopen.
Binnen Europa doen landen als Duitsland en Frankrijk het behoorlijk beter en volgens de recente cijfers van Eurostat presteren maar weinig Europese landen het economisch slechter dan Nederland. In de tijd van bezuinigen is het bepaald een uitdaging om maatregelen te nemen die weinig kosten, maar wel veel effect sorteren. Het kabinet heeft al eerder fiscale crisismaatregelen genomen maar die gaan mijns inziens niet ver genoeg!
Voor het zomerreces heeft het kabinet besloten de eerder succesvol gebleken willekeurige afschrijvingsmaatregel met ingang van 1 juli 2013 opnieuw in te voeren. Hierdoor kunnen bedrijven fiscaal versneld – in twee jaar – een bedrijfsmiddel afschrijven. Dat is een goede zaak waar veel bedrijven gebruik van (gaan) maken. Helaas gaat de regeling niet ver genoeg. Jammer genoeg is zij een stuk minder flexibel en daardoor beperkter dan de vorige willekeurige afschrijvingsregeling die in de periode 2009 – 2011 van toepassing was. Zo was het onder de vorige regeling mogelijk om het bedrijfsmiddel in het eerste jaar helemaal niet af te schrijven om het in het tweede jaar volledig af te schrijven. Dat was bijvoorbeeld handig als de afschrijving (aftrekpost) niet afgezet kon worden tegen de fiscale winst van het bedrijf en dus geen voordeel opleverde. Als dat in het tweede jaar wel het geval was, was het voordeliger om het bedrijfsmiddel in dat jaar in één keer ten laste van de winst af te schrijven. Een bijkomend voordeel was dan dat het bedrijfsmiddel al besteld kon worden in het eerste jaar en de volledige investering of de financiering hiervan pas in het tweede jaar hoefde plaats te vinden. Optimale flexibiliteit derhalve. Maar ook als de huidige regeling niet wordt aangepast, blijft de herinvoering van de willekeurige afschrijvingsmaatregel een goede zaak. Desalniettemin is één maatregel niet genoeg om uit de crisis te komen.
Sommige bedrijven willen investeren, maar krijgen door de terughoudendheid van de banken te weinig financiering om hun plannen door te zetten. Voor sommige bedrijven pakt de willekeurige afschrijving averechts uit doordat ze over fiscaal verrekenbare verliezen beschikken. Ze kunnen de extra afschrijving dan niet verzilveren en dus ook niet extra investeren. De verliezen die ondernemingen hebben geleden, hebben een waarde doordat deze in de toekomst met fiscaal verrekenbare winsten kunnen worden verrekend. Verliezen kunnen fiscaal echter ook met winsten van een jaar terug worden verrekend, de zogenaamde carry back. Deze regeling is in bepaalde gevallen echter onvoldoende als er in het huidige en het voorgaande jaar geen winst is, maar de jaren daarvoor wel. Ook hier kan de overheid de ondernemer eenvoudig tegemoet komen door terug te grijpen op een eerder succesvol gebleken stimuleringsmaatregel; het (tijdelijk) verruimen van de carry back van één naar bijvoorbeeld drie of meer jaren. Een verlies over bijvoorbeeld 2013 kan hierdoor worden verrekend met behaalde winsten over 2010, 2011 en / of 2012. Door deze maatregel kunnen deze bedrijven eveneens in hun noodzakelijke cashbehoefte voorzien en broodnodige investeringen plegen om de economie weer aan te jagen. Het adagium ‘cash is king’ blijft onverkort van toepassing.
Waarom pakt de verruiming van de carry back goed uit? Uit het verleden is gebleken dat de maatregel – evenals de invoering en de mogelijke verlenging van de willekeurige afschrijving – de schatkist per saldo uiteindelijk geen geld kost, omdat de belastingen uiteindelijk wel betaald worden. De effecten zijn dus gering, ondanks dat dit tijdelijke liquiditeitsoffer een eenmalig onwenselijk negatief effect op het Brusselse EMU-begrotingssaldo heeft. Gezien de recente CBS cijfers zouden de effecten voor de overheid bovendien ongeveer binnen de toegestane marge van het EMU begrotingssaldo vallen. Daarenboven heeft het kabinet de Europese norm losgelaten en de bezuinigingsaanbevelingen van eurocommissaris Rehn overgenomen (ondanks dat ook eerder over bezuinigingen van EUR 8 miljard werd gesproken, lijkt het er vooralsnog op dat het – desalniettemin forse – bedrag van EUR 6 miljard overeind blijft). Het is de verwachting dat bedrijven deze versoepeling van de carry-back gelijk zullen gebruiken voor nieuwe investeringen.
Kortom: eerder succesvol beproefde crisismaatregelen blijven actueel om ons investeringsklimaat te verbeteren. Nederland is namelijk nog niet uit de crisis. Mochten de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk Nederland niet uit de crisis trekken, dan kan altijd nog overwogen worden om nadere maatregelen te nemen om Nederland op eigen kracht uit de crisis te trekken, zoals een verdere verlenging van de willekeurige afschrijvingsmaatregel. Bijzondere tijden vragen om bijzondere maatregelen. Het kabinet heeft voor het reces al een eerste stap gezet, maar dient nog meer stappen te zetten. Het verruimen van de carry back is een gemakkelijke tweede stap.
- CV
Dick van Sprundel is als wetenschappelijk medewerker en promovendus verbonden aan het Fiscaal Economisch Instituut van de Erasmus School of Economics en daarnaast werkzaam als Senior Manager Tax bij Ernst & Young Belastingadviseurs LLP. Van Sprundel heeft meerdere publicaties in toonaangevende Nederlandse en Europese fiscale vakbladen op zijn naam staan en treedt regelmatig op als spreker bij congressen, seminars en andere events.