Waarom vinden we bepaalde kunst mooi? Die vraag probeert Noah van Dongen te beantwoorden in het proefschrift ‘Investigations into Art Appreciation’ waarop hij op 4 september 2020 promoveert aan Erasmus Universiteit Rotterdam. Zo vond hij dat een verhoogd contrast in schilderijen meer werd gewaardeerd door proefpersonen. Ook blijken foto’s die gepresenteerd worden als kunst, in plaats van gewoon als foto, een meetbaar effect te hebben op het brein. Zijn resultaten komen overeen met oude filosofische theorieën over esthetiek als die van Immanuel Kant.
Het onderzoek van Noah van Dongen poogt de onderzoeksgebieden cultuursociologie en cognitieve neurowetenschappen met elkaar te verbinden, omdat deze velden vaak geïsoleerd van elkaar opereren. Zo wordt relevante theoretische en methodologische kennis niet of zeer beperkt uitgewisseld.
Meer contrast vinden we mooi
Zo postuleert de neuroesthetiek de universele wet dat de waardering van een kunstwerk beïnvloed wordt door contrast, zoals tussen lichte en donkere vlakken in een schilderij. Om dit te onderzoeken bood Van Dongen beroemde en minder beroemde schilderijen digitaal bij aan proefpersonen. Daarvan was het contrast verhoogd, verlaagd, of normaal gebleven. Het blijkt dat over het algemeen een verhoogd contrast meer gewaardeerd wordt, dan een verlaagd contrast of zelfs het normale contrast van de schilderijen zelf. Dit effect wordt niet beïnvloed door socio-culturele relevante factoren zoals afkomst, leeftijd en opleidingsniveau. Deze resultaten zullen niet onverwacht zijn voor degenen die bekend zijn met de contrast verrijkende filters van Instagram.
Context maakt uit
Van Dongen toont in zijn proefschrift ook aan dat iets presenteren als ‘kunst’, een effect heeft dat meetbaar is in het brein. Foto’s van alledaagse objecten en scenes, zoals een landschap, tot foto’s van extreem bijzondere of heftige scenes, zoals verminkte lichamen, werden aan proefpersonen gepresenteerd als een kunstwerk uit een museumcollectie of juist als een archieffoto. Hierbij werd de elektromagnetische activiteit in de cortex van de waarnemers gemeten. Niet alleen werden de als kunstwerk gepresenteerde foto’s mooier gevonden, het verlaagde ook de emotionele reactie die als elektromagnetische activiteit meetbaar is.
Een foto met een verminkt lichaam zorgde bijvoorbeeld voor een minder heftige emotionele reactie wanneer het als kunstwerk werd gepresenteerd, dan wanneer het als archieffoto werd gepresenteerd. De context waarin een foto getoond wordt is dus belangrijk voor de manier waarop de kijker het ervaart. Deze resultaten zijn in lijn met het werk van Immanuel Kant, Krikik der Urtelskraft 1790, waarin gepostuleerd wordt dat kunstwaardering samengaat met emotioneel afstand nemen van het kunstwerk.
Interdisciplinaire benadering
De resultaten van Van Dongen zijn indicatief voor de vervlechting van onze neurobiologische eigenschappen met sociale en culturele aspecten, die kleuren hoe objecten aan ons gepresenteerd en omschreven worden. Kortom, dit proefschrift schetst een positief beeld van een vruchtbare potentiële samenwerking tussen cultuursociologie en cognitieve neurowetenschappen in hun zoektocht naar begrip en verklaring voor kunst en esthetiek.
Promotie
Noah van Dongen promoveert op vrijdag 4 september 2020 aan Erasmus Universiteit Rotterdam op zijn proefschrift ‘Investigations into Art Appreciation’. Van Dongen rondt momenteel ook zijn tweede promotie af aan de Universiteit van Turijn in Italië in de wetenschapsfilosofie over de objectiviteit van wetenschappelijke inferentie.
- Meer informatie
Persvoorlichting Erasmus Universiteit Rotterdam, Meral van Leeuwen: 06 4026 4367, press@eur.nl
Meer nieuws ontvangen? Schrijf je in voor de Erasmus Nieuwsbrief.
- Gerelateerde content