Rector magnificus Annelien Bredenoord was maandag fel. Zij noemde de introductie van het coronatoegangsbewijs een obstakel voor een essentiële voorziening als het onderwijs en ’niet proportioneel’, zo liet ze in de NRC weten. Volgens haar moet het studentenwelzijn worden afgewogen tegen de risico’s op besmettingen onder studenten. De uitspraken deed ze naar aanleiding van een noodwet die de invoering van een verplichte coronapas op onderwijsinstellingen mogelijk maakt.
De universiteitsbesturen kiezen liever niet tussen een lockdown en de introductie van de coronapas, die sommige studenten van fysiek onderwijs uitsluit. Toch moet die keuze binnenkort misschien wel gemaakt worden. En als dat gebeurt, dan kan dat ook relatief gemakkelijk, zo blijkt uit een rondvraag.
Niet wenselijk
Volgens viroloog Marion Koopmans wordt er op dit moment binnen het OMT bediscussieerd of de coronapas op het hoger onderwijs zou moeten worden ingevoerd. Dat daar zoveel discussie over is, geeft al aan dat de coronapas wordt gezien als een zwaar middel.
Dat benadrukt Roland Bal, hoogleraar Beleid en Bestuur van de Gezondheidszorg, ook. “Als je zoiets wilt invoeren, dan moet je je eerst afvragen waarom je dat wilt doen. Wat levert het op? Je moet dat goed afwegen. Op dit moment kampt 50 procent van de studenten met mentale klachten die te maken hebben met studiestress en eenzaamheid, en tegelijkertijd is niet aangetoond dat studenten een grote risicofactor vormen bij de toename van het aantal besmettingen”
Geen inspraak
Behalve dat Bal twijfelt over het nut van de introductie van de pas, snapt hij niet dat het kabinet de medezeggenschapsraden inspraak wil ontzeggen over de invoering van de nieuwe regel. “Op de universiteit werken juist veel mensen die na kunnen denken. Als je het recht op onderwijs zomaar inperkt, dan moeten universiteitsmedewerkers daar ook inspraak op hebben.”
Toch zal het volgens hoogleraar Gezondheidsrecht Martin Buijsen met zo’n vaart niet lopen. “Ik denk wel dat de VSNU-inspraak heeft voordat de noodmaatregel van kracht gaat zijn. En daarna moeten universiteiten zich er gewoon aan houden.” Volgens hem is onderwijs wel een essentiële dienst waar rekening mee gehouden moet worden. “Het onderwijs is niet zoals een winkel, maar net als de zorg: je kunt niet zomaar iemand daarvan uitsluiten. De nadelen zijn simpelweg te groot.”
Weinig obstakels
Los van de vraag of de pas wenselijk is, stuit de introductie van een verplichte coronapas nauwelijks op obstakels volgens experts. Bal vervolgt: “Praktisch is het wel te doen. Net zoals bij elke grote instelling beperk je het aantal ingangen, zet je hekken neer, vraagt stewards om bij de deuren te staan en dan ben je klaar.”
Wettelijk gezien kan de introductie van de pas ook best snel geregeld worden, denkt Buijsen. “Zo’n wet botst met het grondrecht op onderwijs, maar de rechtvaardiging voor de introductie van een noodwet is er. Als de noodwet een akkoord krijgt in de Tweede en Eerste Kamer dan kan die binnen enkele weken al actief zijn. Maar goed, dan moet het wel duidelijk zijn dat de wet effect gaat sorteren.”
Nuttig
Volgens Paul Zoontjens, hoogleraar Onderwijsrecht op de Universiteit van Tilburg, is het al duidelijk dat de wet nut gaat hebben. “Men kan goed beargumenteren waarom een verplichte pas nodig is. Ongevaccineerden hebben namelijk 33 procent meer kans om op de intensive care te belanden en we willen onze zorg niet nog meer belasten dan we al doen.”
Zoontjens ziet verder ook geen wettelijke obstakels. “Die zijn nu kleiner dan bij de lockdown van vorig jaar. Toen werd het recht op onderwijs voor iedereen gedeeltelijk verstoord. Nu geldt die verstoring slechts voor sommigen. Dat is wel discriminatie, maar dat is altijd zo bij zulke wetswijzigingen. De vraag is of het toelaatbaar is. En dat is te verantwoorden in naam van de zorg en het recht op zorg.”
Aanvechten
Hoewel er weinig juridische obstakels op de weg liggen voor de komst van een coronapas op de universiteit, kunnen studenten en medewerkers die het niet eens zijn met de wet, het besluit wel aanvechten. Maar volgens Buijsen heeft dat weinig zin. “Volgens artikel 8 van de Grondwet moet de persoonlijke levenssfeer van elke burger gewaarborgd worden, op basis daarvan kan de tijdelijke wet en de handhaving daarvan worden aangevochten.”
Maar mensen die de wet willen aanvechten hebben weinig kans van slagen, vervolgt Buijsen. “Het Europese Hof in Straatsburg heeft namelijk besloten dat de tijdelijke wet- en regelgeving verantwoord is, omdat die de volksgezondheid beschermen. Nederlandse rechters zullen dat waarschijnlijk zwaarder wegen dan de overtreding van artikel 8.”
- Professor
- Professor
- Meer informatie
Dit artikel is geschreven door Peer van Tetterode en gepubliceerd in het Erasmus Magazine.