Experimenteren voor een effectiever beleid

De Groene Amsterdammer

Onder wetenschappers bestaat al jaren grote zorgen met betrekking tot het overheidsbeleid. Zij menen dat het beleid van de overheid te weinig op feiten en wetenschap wordt gebaseerd, en te veel op ‘gevoel’. Robert Dur en Jonneke Bolhaar, beide hoogleraar in de capaciteitsgroep Algemene economie van Erasmus School of Economics, gaven onlangs hun expertise over dit onderwerp.

Tijdens de formatie van Rutte III in 2017 werd al een brief ingezonden naar de Volkskrant, onder andere ondertekend door Dur. Hierin werd geadviseerd om elke minister minimaal vijf experimenten uit te laten voeren, zodat zij hun beleid op feiten en onderzoeksresultaten konden baseren. Over de jaren heen heeft Dur bij meerdere overheidsinstanties een balletje opgegooid om beleid te baseren op experimenten, maar met weinig succes. Op één na: het afvalbeleid in Gemeente Rotterdam.

De kracht van experimenten

Voormalig wethouder Alexandra van Huffelen wilde graag een oplossing voor rondslingerend afval in Rotterdam. Aangezien vrijwel elke partij in de gemeenteraad een andere oplossing prefereerde, besloot zij iets nieuws te proberen en schakelde hoogleraar Dur in. Hij testte vier verschillende oplossingen, om zo te weten te komen wat nu precies de meest effectieve was. Na een jaar experimenteren, kwam Dur terug naar de raadvergadering met verschillende grafieken. 'Ik kon heel mooi de verschillen in impact laten zien', vertelt hij. 'De lijn blijft stabiel, het werkt niet, de lijn stijgt, het werkt, iedereen snapt dat.' Op deze manier is het heel eenvoudig om het meest effectieve beleid te kiezen.

Voorbeelden van overheidsexperimenten

Enkele jaren terug heeft het ministerie van Sociale Zaken, bij hoge uitzondering, zes steden toestemming gegeven om een experiment te doen met drie verschillende interventies in de Participatiewet. Aan Jonneke Bolhaar, afdelingshoofd Arbeid en Kennis bij het Centraal Planbureau, werd gevraagd om de resultaten van de experimenten te combineren om zo tot een universeel beleid te komen voor alle gemeentes in Nederland.

Toch ging het mis. In sommige steden werd eerst gevraagd wie er mee wilde doen, en uit de groep mensen die mee wilde doen werd geloot om wie welk experiment ging doen. In andere steden ging dat precies andersom. 'Daardoor kon je geen oorzakelijk verband meer aanwijzen', vertelt Bolhaar, waardoor ze niet tot overkoepelende aanbevelingen konden komen. Als de overheid op termijn toch meer wil gaan experimenteren, is het dus wel zeer belangrijk dat die experimenten correct worden opgezet.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen