Een soort moeder Teresa

Omdat Rebekka de Kogel – Kadijk zelf een topsportcarriere achter de rug heeft, kan ze zich als geen ander verplaatsen in de sporters. Als beachvolleyballer was ze jarenlang Nederlands kampioen en kwam ze drie keer in actie op de Olympische Spelen. Tegenwoordig runt ze met haar man Beach Club Rotterdam. Dat doet ze naast haar drukke baan en vooral in de zomer.

Studieadviseurs om begrip vragen

Elk jaar begeleidt Rebekka tussen de 70 en 100 topsporters. Studenten kunnen een topsportstatus aanvragen die Rebekka vervolgens beoordeelt. Rebekka koppelt de studenten die de topsportstatus krijgen aan studieadviseurs, die weten binnen een studie iedereen het beste te vinden. “Ik vraag begrip aan de studieadviseurs”, vertelt ze. “Ik snap dat niet alles kan, maar hoe tof is het dat een topsporter ook een diploma kan halen!”

Evenementen voor topsporters
Twee keer per jaar worden de topsportstudenten uitgenodigd voor een evenement, waarbij ze kennis kunnen uitwisselen. Waar lopen ze tegenaan? Vaak nodigt Rebekka ook een aansprekend oud-topsporter uit: "Een oud-Olympiër bijvoorbeeld, zoals Marieke Keijzer of Madelein Meppelink. De kookworkshop in het Foodlab vorig jaar was heel leuk. Daar kregen ze voorlichting over voeding, maar konden ze ook ervaringen uitwisselen.”

Plannen cruciaal voor topsport en studenten

Rebekka geeft ook voorlichting op scholen over studeren en topsport. Ze vertelt wat ze wel en niet voor hen kan betekenen en wat ze zich wel goed moeten realiseren van tevoren. Vooral hoe goed je kunt plannen, blijkt bepalend voor de kans van slagen. Want ook een topsporter moet gewoon alle vakken halen.

Tentamens in het buitenland maken, is in de praktijk nog heel moeilijk. Betrokken als ze is, kan Rebekka zich daar wel druk om maken:"Ik vind de EUR dan weleens heel star. Dan denk ik: dit moet toch gewoon kunnen tegenwoordig? Daar zie ik wel echt winst voor de toekomst. Het is zo knap dat ze die combi studeren en topsport doen. 'Kom op jongens, knal dat er gewoon doorheen!' denk ik dan. Maar ja, er zijn natuurlijk allemaal commissies die er dan eerst iets van moeten vinden. Ik blijf het wel proberen."

Vanwaar die vasthoudendheid? Daar is Rebekka duidelijk over: “Ik wil dat er zoveel mogelijk voor de topsporters geregeld wordt. Ik denk dat wij ontzettend veel kunnen leren van topsporters. Uit onderzoek van NOC*NSF blijkt dat 9 op de 10 topsporters juist ontzettend hoge cijfers halen en heel zelfstandig kunnen plannen en werken. Ze vragen soms wel om een beetje flexibiliteit. En dan denk ik: Hoe erg is dat?”

Van begroting tot welzijn

In het gloednieuwe Sports Building op Campus Woudestein is ruimte voor heel wat verschillende sporten. Roosters maken voor de trainingen is elk jaar een hele puzzel, want, zo vertelt Rebekka: “Iedereen wil natuurlijk op prime time sporten”.

Er zijn ongeveer 25 trainers voor de verenigingen in dienst bij Erasmus Sport. Verenigingen die op hoog niveau spelen, kunnen aanspraak maken op een van deze professionele trainers. Rebekka begeleidt de 26 besturen van sportverenigingen breed: van een realistische begroting tot een procedure om ongewenst gedrag te melden. Ook weet ze de subsidiepotjes te vinden. “Ik zie mezelf altijd als een soort moeder Theresa. Ik ben hun eerste aanspreekpunt voor alles wat ze maar nodig hebben”, zegt ze daarover.